De verzameling typemachines van W.F. Hermans is tijdelijk zonder eigenaar. De Nabestaanden, een initiatief van Stichting Onterfd Goed, probeert ze met reclameleuzen aan de man te brengen. Wat is nou eigenlijk bewaarwaarde?

Op de website van de nabestaanden worden de 160 typemachines van Hermans in de aanbieding gegooid. Het is tenslotte recessie: museum Scryption dat de collectie in bezit had, moest om dezelfde reden van de collectie af. En nu moet er dus een nieuw onderdak komen voor de 'weesjes' van Hermans. Dan maar wat van de prijs afhalen:

Attentie! Attentie! Deze aanbieding wilt u niet missen: De verzameling typemachines van W.F. Hermans is nog nooit zo voordelig geweest! De taxatiewaarde van deze verzameling is €10.000,00, maar bij ons is hij al te verkrijgen voor het luttele bedrag van €5500,00.

Je kunt ervan vinden wat je wilt, maar het doel heiligt hier de middelen: als de collectie schrijfapparaten maar veilig wordt gesteld, maakt niet uit op welke manier. Bovendien moet je wel zo zuur als de schrijver zelf zijn, om dit een 'goedkope' actie te vinden.

Bij dit soort efgoedkwesties vraag ik me meestal af: waarom eigenlijk? Wat is de bewaarwaarde (zo noemen we het maar) van het oude spul? De Nabestaanden probeert dat uit te leggen. Allereerst wordt Hermans op de site omschreven als 'één van de grootste schrijvers die ons land gekend heeft'. Nogal een uitspraak, maar vooruit, er moet iets verkocht worden. Dan kun je niet heel relativerend gaan zitten doen, daar koopt niemand iets voor.

Een betere reden is misschien dat de schrijfmachines een belangrijk element zijn in het oeuvre en schrijverschap van Hermans. Maar Hermans vereeuwigde het idee van de typemachine, zijn liefde voor het ding en niet de typemachines zelf. Dus eigenlijk heb je genoeg aan die boeken.

Lastig, dit.

Ik kan me goed voorstellen dat fans van de auteur de memorabilia heel graag aan zouden willen raken. Per slot van rekening hangt er een waas Hermans omheen. Stel je voor dat er vettige vingerafdrukken op de toetsen zitten. Huidschilfers ertussen. Dat zou meer zijn dan elke Privé of Story ooit aan inkijk zou kunnen geven.
Ik zag ooit de halfvolle poederdoos van Eva Braun in een vitrine en werd daar harder door geraakt dan bijvoorbeeld de jaarlijkse Dodenherdenking.

Maar als ik even mag overdrijven, wil ik het volgende aan u voorleggen:

Wat als we in de toekomst verantwoordelijk blijven nemen voor elke uit de hand gelopen fascinatie of verzameling van élke gerespecteerde auteur?

Want die hebben ze hoor, het blijft raar volk. En dan zijn er vast nog een paar bij die expres hele onsmakelijke dingen gaan verzamelen, wetende dat ze ooit in een museum terecht zullen komen. Die nieuwe generatie schrijvers is namelijk hoogst zelfbewust en berekenend.

Wat daarom heel fijn zou zijn, is als auteurs van nu even goed nadenken over hun erfenis. Ik stel voor dat ze die digitaal maken. Nog nooit gepubliceerde tweets zijn een idee. Of een virtuele knopencollectie. Foto van knoop, foto op internet, knoop weggooien. Scheelt ruimte, is voor iedereen toegankelijk en kost geen geld om te bewaren.

Het voelt alleen niet zo speciaal om door historische objecten heen te scrollen, hè. Dan is het toch net alsof ze nooit van iemand zijn geweest.