Deze week publiceren we dagelijks de bevindingen van een lid van het VSB Poëziepanel. Vandaag is dat Annelieke Tillema. Volgende week, na de bekendmaking, is het panel te gast bij De Avonden om hun 'winnaar' bekend te maken.

H.H.ter Balkt - Vliegtuigmagneet

Ter Balkts poëzie is van het begin af aan doordrongen van geschiedenis. Verwijzingen naar het verleden plaatsen, ook in Vliegtuigmagneet, de moderne wereld in een historisch perspectief. Mooi is dat de tijd in de gedichten voortdurend ‘verruimtelijkt’ wordt. De voorbijgaande tijd wordt zichtbaar in het veranderende landschap, zoals in ‘De landweg’ (‘Mijn steniging op handen, ik Stefanus…’), historische gebeurtenissen krijgen in zijn woorden weer beweging (‘oorlogen rolden de bergen af’). Ter Balkts taalgebruik is dreigend, denderend. Alle tekenen – ‘sidderende bliksemflitsen’, het klapwieken van ooievaars, geen twinkeling in stilstaand water, slechts ‘koude razernij’ – wijzen erop dat onheil nadert.
Vliegtuigmagneet is pas in haar volle betekenis te begrijpen met diepgaande kennis van de Nederlandse geschiedenis. Ik beken: ik weet te weinig, maar ben benieuwd geraakt naar wat er achter de woorden ligt.

Luuk Gruwez - Wijvenheide

Wijvenheide is Gruwez’ Utopia. Dat verklaarde de dichter tegenover Hubert Damen, die bij het verschijnen van de bundel een inleiding uitsprak.
'Het is een plek die bestaat en niet bestaat. Het is de plek van de oorsprong van het bestaan en van de onmogelijkheid ervan. Een zilverreiger die broedt op een spiegelei. Misschien is het wel deze onmogelijkheid, dat gedroom, dat gesjoemel, dat de realiteit bewoonbaar maakt.'
De realiteit bewoonbaar maken – het lijkt op heel Wijvenheide van toepassing. Gruwez schrijft over vergankelijkheid en het kwaad in de mens. ‘Ventje van twaalf, van goeden huize, heel bedeesd, mept binnenshuis zijn kleine zusje dood.’ Toch, ondanks de zware thema’s, is Wijvenheide luchtig geschreven. De spanning tussen thematiek en toon komt misschien wel het duidelijkst naar voren in ‘Oma’s metafysica’, waarin de ‘ik’ zijn oma idealiseert, dat wordt hem althans verweten. ‘Maar’, zegt hij, ‘het is heerlijk om haar op te hemelen’. De dubbelzinnigheid van de laatste woorden maakt het gedicht licht en zwaar tegelijk.
Af en toe slaat de dichter te ver door in het oppervlakkige, zoals in de gedichten naar aanleiding van Cranachs Venus (‘Een minnaar voor elk lichaamsdeel’). Het sterkst is Gruwez als hij zich inleeft.

Ester Naomi Perquin - Celinspecties

In Celinspecties geeft Ester Naomi Perquin een stem aan de bewoners van een cellencomplex. ‘Liet me argeloos vallen in andermans leven’ luidt de eerste regel van het proloogvers. En dat is wat er gebeurt: Perquin laat zich vallen in de levens van de gevangenen. Daarbij velt ze geen oordeel, eerder probeert ze de mannen een menselijk gezicht te geven. De kracht van Perquins werk is dat gruwelijke gebeurtenissen plotseling prachtige beelden opleveren. Als Bart V. in het gelijknamige gedicht een meisje neerschiet, schrijft Perquin: ‘Ze lachte heel even en daarna / viel ze neer alsof ze een jas was geweest / die ineens van een hangertje gleed.’ Mooi is ook ‘Jakob de B.’: ‘Altijd denk je aan de meisjes, zo gauw de wereld ’s morgens openklapt’, ‘maar de meisjes hiervoor / en de meisjes hierna raken telkens door elkaar’. Perquin probeert de gevangenen te begrijpen, ongeacht de ernst van hun misdrijven. Dat maakt Celinspecties ook een ongemakkelijke bundel. Het beeld is te mooi voor wat wordt beschreven, de woorden te licht.
Sterk vind ik dat Perquin zich ook in andere rollen inleeft. ‘Legale activiteiten’ heet het gedicht waarin de bewaker een gevangene wakker maakt, keer op keer, of vanuit het niets de duif neerschiet die vlak boven zijn hoofd cirkelt – ook in de cipier schuilt een sadist.

Sybren Polet - Virtualia. Teletonen

Polets werk dwingt tot concentratie. Virtualia. Teletonen is doordrenkt met ingewikkelde (natuurkundige) termen, neologismen en typografisch spel. ‘Alle vernieuwing komt voort uit onevenwichtige taalsituaties’, schrijft Polet. Daar lijkt de auteur dan ook naar op zoek te zijn. Polet uit kritiek op de huidige tijd, bijvoorbeeld in het openingsgedicht:

'Rating van de mensheid gedaald

Van AAA naar AA, A en A-.'

In reactie daarop stelt de auteur een ‘eindbegin’ voor. De auteur spreekt over ‘préconceptiedromen’, ‘een wijdopen voorhoofdsoog’ en ‘nulpuntpoëzie’ vol ‘zelfsprekende neologismen’, stamelt vooralsnog in ‘onduidbare tongen’. De vorm van Polets werk lijkt soms ondergeschikt aan de inhoud – de woordvondst is belangrijker dan de klank ervan, de ene vondst (‘degeneratieslang’) mooier dan de andere (‘nullionairs’). Virtualia. Teletonen is een bundel waarvoor je je best moet doen. Maar ben je bereid ervoor te werken, dan wordt de inspanning beloond.

Menno Wigman - Mijn naam is legioen

‘De waanzin zelf gaat goed gekleed. / Zijn werk vergt tact, precisie ook.’ Zo begint ‘Stramien’, een gedicht uit Mijn naam is Legioen. Het gedicht is poëticaal te lezen. Wat ook het onderwerp is van Wigmans gedichten, zijn pik, zijn moeder, die dement is, of psychoses in een pashokje van de H&M, de woorden zitten als gegoten. Schuilt achter Wigmans trefzekere taal dan de waanzin? Waanzin is te sterk uitgedrukt. Wel spreekt uit Mijn naam is Legioen onrust. De onrust van een man van middelbare leeftijd, die zijn beste tijd denkt te hebben gehad (‘Oktober. Veertig en geen bed werkt over.’), maar daaraan nog niet toe wil geven. De onrust van een man die zich herkent in de man in de supermarkt, die Ron of Ruud kan heten. De onrust van een man die in een taxi zit op oudejaarsavond en slechts toekijkt.
In Mijn naam is Legioen spreekt Wigman over vergankelijkheid en de hulpeloosheid van wie daaraan onderhevig is. De bundel is strak, scherp, vol zelfspot, en staat middenin deze tijd.

De VSB Poëzieprijs 2013 wordt woensdag 30 januari uitgereikt. De Avonden zal daar live verslag van doen. In het eerste uur van de uitzending, tussen 21:00 en 22:00 uur, hoort u voordrachten van de genomineerden en de juryvoorzitter die een laudatio uitspreekt, in het tweede hoort u de leden van het VSB Poëziepanel die in gesprek gaan met Maarten Westerveen over de vijf bundels. Ze zullen dan ook bekend maken wie hun 'winnaar' is. Het panel bestaat uit: Hans de Roo, Henriett Somlai, Annelieke Tillema, Max Greyson en Michel van Nieuwstadt.