In 'Tobi', de tweede roman van Vincent Overeem, kijken we naar de wereld vanuit een veertienjarige jongen. ‘Iedereen ziet iets anders. Niemand ziet ooit wat er echt gebeurt.’

‘Ik weet niet waar ze begraven ligt, die mooie Nickie, en ik wil het ook niet weten – het helpt niet voor zo’n steen te staan.’
Zo begint Tobi, de tweede roman van Vincent Overeem; aan het woord is de veertienjarige hoofdpersoon. Het is een tamelijk disfunctioneel gezin waar Tobi uit komt. Zijn vader lijkt te onthecht om nog veel te kunnen voelen voor zijn vrouw en kinderen, zijn moeder glijdt langzaam af richting gekte en aan zijn broer en zus heeft hij weinig. Hij is de lieveling van zijn moeder, die hem voorturend aantrekt en afstoot. Mijn kleine pleasertje, noemt ze hem. Ze wil Tobi elk moment van de dag bij haar in de buurt, maar maakt hem evengoed belachelijk. Tobi gaat erin mee, is een moederskindje, totdat het niet langer lukt. Zijn moeder verdwijnt in een psychose, in een kliniek en niet veel later in de dood. Als ze dood is, is het huis verlaten. Tobi woont er niet meer, maar hij keert er regelmatig terug. De villa staat te koop. Op een van de dagen dat hij is teruggegaan naar het huis ontmoet hij in de tuin een meisje. Nickie is zeventien. Ze heeft de reputatie vreemd en onhandelbaar te zijn. Hij wordt verliefd op haar, om haar grilligheid, maar vooral ook omdat iets aan haar hem doet denken aan zijn moeder.
‘Iedereen ziet iets anders. Niemand ziet ooit wat er echt gebeurt.’ Dat zegt Nickie tegen Tobi en valt gelijk op te vatten als het program van Overeem. Het verhaal leren we uitsluitend kennen vanuit het standpunt van Tobi. Gedurende het boek kijken we naar de wereld vanuit een veertienjarige jongen. Hij stelt allerlei vragen over dat wat zich om hem heen voltrekt, maar durft de vragen die er echt toe doen niet te stellen.

Twin Peaks
‘Dat was een van de moeilijkheden bij het schrijven van het boek,’ zegt Overeem. ‘Ik moest voortdurend aannemelijk zien te maken dat die jongen niet doorvroeg, dat hij over de fundamentele dingen niets durft te zeggen. Een beetje zoals in een gezin met kampervaringen, dat er een domein is dat nooit met een vraag mag worden aangeraakt. Zo wilde ik dat ook in dit boek. En hoe zwaarder die geheimen zijn, hoe groter de trauma’s, hoe meer zich laat zeggen over menselijke emoties. Je hebt die verheviging nodig om iets fundamenteels bloot leggen over menselijk gedrag.’ Het boek opent, bij wijze van motto, met een zin uit Twin Peaks, de legendarische televisieserie van regisseur David Lynch: ‘I know that I’m gonna get lost in those woods again tonight. I just know it,’ aldus Laura Palmer.
‘Ja, ik zal eerlijk bekennen dat ik die serie tijdens het werken aan dit boek wel honderdduizend keer heb teruggekeken. Ik had zelfs de muziek uit Twin Peaks op m’n koptelefoon als ik zat te schrijven. Wat ik heel graag wilde was iets van de sfeer van die serie zien over te brengen in het boek, maar dat bleek een heel lastig proces. Tot het ineens in m’n vingertoppen bleek te zitten. Wat me aan Twin Peaks fascineert, is die voortdurende dreiging en de ambiguïteit van de personages. Ze blijken altijd anders te zijn dan je denkt, blijken er een geheim leven op na te houden, hebben misschien iets te maken met de moord op Laura, en dat terwijl het zulke eerzame burgers leken. Dat is precies de sfeer die ik ook voor dit boek wilde. In het geval van Tobi gaat het om een puber die voor het eerst beseft dat hij een dubbelleven leidt, dat je verlangen verborgen houdt voor je ouders. En zodra je dat beseft, besef je ook dat iedereen om je heen verborgen verlangen en verborgen driften heeft. Alle personages kantelen dan ook voortdurend. Is zijn vader echt een slecht mens, of gewoon wat afstandelijk? Is zijn broer iemand die katten martelt of gaan achter zijn stoere gedrag toch warme gevoelens schuil? Ook in dit boek is niets wat het lijkt. En evenals in Twin Peaks is ook hier iedereen schuldig. Dat Tobi niets vraagt, alles laat gebeuren, maakt hem schuldig aan het noodlot dat later toeslaat.’

Vertigo
Opvallend is dat Overeem zich vooral door film heeft laten inspireren. Niet alleen door Twin Peaks, maar ook door Vertigo van Alfred Hitchcock. Die film hielp hem over zijn bedenkingen tegen zekere oculte elementen in het boek heen. Zo lijkt het soms of in Nickie, het meisje op wie Tobi verliefd raakt, zijn moeder is teruggekeerd. Ze zegt soms dingen die alleen zijn moeder wist, waardoor zijn liefde een nogal oedipaal karakter krijgt. ‘Van Vertigo heb ik geleerd dat je dat soort elementen best kunt gebruiken, als je ze vanuit de personages geloofwaardig kunt maken. Het is Tobi die die overeenkomsten tussen Nickie en zijn moeder ziet. We zitten gevangen in zijn perspectief. Zoiets kun je alleen maar opschrijven als je dicht bij je eigen idioom blijft... Maar laten we eerlijk zijn, ik wilde natuurlijk ook gewoon een heel spannend boek schrijven. Het blijft wonderlijk dat ik zo graag een zeventienjarig meisje de dood in wilde jagen. Gelukkig heb ik mezelf gedwongen met die eerste zin, anders was ik er waarschijnlijk toch nog voor teruggedeinsd. Misschien was er dan wel een moment gekomen waarop ik had gedacht: ik krijg het niet verzonnen en dus doe ik het niet. In mijn vorige boek had ik het ook al geprobeerd, maar toen verzette het verhaal zich ertegen. Nu moest het lukken, ook al wist ik tot op het moment van de moord nog niet hoe ze aan haar einde zou komen. Goede ideeën komen langzaam, voor iedere schrijver, en wie durft te wachten wordt beloond. Het is dus goed dat ik meer dan drie jaar over dit boek gedaan heb.’

Vorige week was Vincent Overeem in De Avonden te gast om over zijn nieuwe roman Tobi te praten. Dat gesprek is hieronder te beluisteren: