Journalist Jeroen Wielaert doet in zijn nieuwe boek ‘Het Vlaanderen van de Ronde’ verslag van zijn bezoek aan de dorpen en steden van de klassieke wielerkoers. Een reis die hij niet per fiets aflegde, maar te voet.

Als journalist doet Wielaert jaarlijks verslag van de Ronde van de Vlaanderen, de wielerklassieker die berucht is om de kasseien. Voor het boek beleefde hij de koers opnieuw: hij bezocht alle dorpen en steden die langs de route liggen. Gek genoeg niet op de fiets. Dat gaat hem te snel, zegt hij, te voet beleef je al die mooie uitzichten net wat intenser.

Naast veel Vlaamse wielerhistorie bevat het boek ook verhalen van Flanders Finest over hun ervaringen met de nationale sport. Onder anderen Guido Belcampo, Hugo Claus, Dimitri Verhulst, Hugo Camps en Tom Lanoye buigen zich over de Vlaamse ‘hoogmis op wielen’. Bijna allemaal benadrukken ze hoe de Vlamingen met de godenzonen in hun gesponsorde pakjes dwepen.

Maar die reclame op de kleding is het ergste nog niet. De 'viptenten' met champagne naast het parcours, daar maken de schrijvers zich pas zorgen om. Dimitri Verhulst betreurt het dat de oude frietkot moest wijken voor die chique partytenten. Tom Lanoye wil ook geen tent, en al helemaal niet gevuld met politici: door al die Vlaamse leeuwenvlaggen kan hij de renners niet meer zien. Hugo Claus keek liever naar de Belgen zelf, blijkt uit het oude interview. Want wanneer zie je bijna al je landgenoten tegelijkertijd? … Dus zo ziet België er uit, dacht Claus:

‘Je ziet dit soort mensen – en dat bedoel ik natuurlijk helemaal niet denigrerend, want ik behoor er ook toe – af en toe op een markt, of gedurende een opstopping in het verkeer, of op straat, maar nooit zo systematisch in het landschap, almaar door. Lelijk zijn ze niet, maar ze zijn wel expressionistisch.’

Wim Brands sprak in Brands met Boeken met Jeroen Wielaert over Het Vlaanderen van de Ronde. Ook Arno Kantelberg was te gast. Hij schreef Het wonder van Eindhoven.