'De vergelding' van Jan Brokken, gebaseerd op honderden archiefstukken, beschrijft de tragische geschiedenis van ‘moffenhoer’ Dirkje Veth in het diepgelovige dorp Rhoon tijdens en na de oorlog.

‘Heb je het al gehoord?’ vroeg de verslaggever van het lokale krantje aan Jan Brokken, toen die voor een paar dagen terug was in zijn oude dorp Rhoon. Brokken moest glimlachen om die klassieke vraag, waarmee dorpsroddels kennelijk nog altijd werden ingeleid. ‘Huub Droogscheerder ligt te brullen en te kermen in het ziekenhuis. Uit schaamte en angst. De ergste angst… voor het laatste oordeel hè.’
Brokken had geen idee waar hij op doelde. Wat had die Droogscheerder, de vroegere dorpskapper met z’n houten been voor wie hij als jongetje altijd een beetje bang was geweest, dan op zijn geweten? De doodsangst van de kapper bleek alles met de oorlog te maken hebben. Vlak na de bevrijding had hij als zestienjarige jongen een groot aantal meisjes uit het dorp kaalgeknipt. Volgens de verslaggever die Brokken over de doodsnood van de kapper vertelde, hadden maar liefst dertig Rhoonse meisjes en vrouwen zich tijdens de bezetting ingelaten met Duitse militairen. Dertig moffenhoeren in een diepchristelijk dorp van nauwelijks 2000 zielen? Het leek Brokken een sterk verhaal. Dat sterke verhaal bleek maar al te waar, en het vormt de basis voor zijn nieuwe boek: De vergelding – een dorp in tijden van oorlog. De oorlog in Rhoon, dat kleine dorp onder de rook van Rotterdam, waar vader Brokken in 1952 hervormd predikant werd en waar Jan opgroeide. Hetzelfde dorp waar in 1944 zeven dorpsgenoten werden gefusilleerd nadat een Duitse soldaat door een losgetrokken stroomkabel was geëlektrocuteerd; een brute vergeldingsactie voor een daad waarvan tot op de dag van vandaag onduidelijk is wie ervoor verantwoordelijk was. Brokken, zelf in 1949 geboren, wist weinig tot niets van de geheimen die veel dorpsgenoten met zich meedroegen. Pas na die toevallige ontmoeting op het dorpsplein in Rhoon, waar hij hoorde over de gewetenswroeging van zijn vroegere kapper, besloot hij te gaan graven in het oorlogsverleden van het dorp en wist een even spannende als pijnlijke geschiedenis bloot te leggen, die, zo toont hij overtuigend aan, diepe sporen naliet in de levens van de betrokkenen.

Gedonder
De vergelding is een knap staaltje journalistiek speurwerk. Het boek is gebaseerd op honderden archiefstukken: van getuigenverhoren van The Netherlands War Crimes Commission tot rapporten van de reclassering en de Rhoonse illegaliteit. Daarnaast werden 185 mensen geïnterviewd. Gedegen research levert niet per definitie een leesbaar boek op, maar ondanks het feit dat uit vrijwel elke pagina blijkt wat voor titanenklus dit geweest moet zijn, is het resultaat in de eerste plaats een indringend oorlogsverhaal waarin Brokken morele vragen opwerpt die ook nu, bijna zeventig jaar later, niet eenvoudig te beantwoorden zijn.
De plek waar het allemaal gebeurde, bestaat niet meer. Waar ooit buurtschap Het Sluisje lag, dendert nu het verkeer voorbij op de a15. Rhoon was een diepgelovig, tot op het bot verzuild dorp, waar de diverse gezindten min of meer vreedzaam naast elkaar leefden. Totdat de bevolking van 2200 mensen in 1940 plotseling werd aangevuld met drie- tot vierhonderd Duitsers, van wie tweederde jonger was dan 25. Daar moest wel gedonder van komen, want zoals Brokken vaststelt, maar weinig dorpelingen slaagden erin om ieder contact met de Duitsers te vermijden. Of je nu naar de kapper ging, of naar de bakker, de dokter of de kroeg, je kwam ze overal tegen. Brokken schetst de vele dilemma’s waar men voor kwam te staan. Moest je als fabrieksdirecteur principieel zijn en je deuren sluiten omdat je geen zaken met de Duitsers wenste te doen? Ook als je daarmee zestig fabrieksarbeiders en hun gezinnen daarmee hun inkomen ontnam?
Wat deed je als er werd aangebeld en je een uitgemergelde baby in je handen gedrukt kreeg, terwijl je zelf al elf kinderen te eten moest geven? Laten verhongeren of toch maar aan de borst leggen?
En hoe moest je als brave, godvruchtige vader optreden als je dochters ’s avonds na spertijd de deur uitglipten om met Duitse militairen aan de zwier te gaan?

Kaalgeschoren
Het was de tragische geschiedenis van Dirkje Veth die uiteindelijk leidde tot de executie van zeven dorpelingen. Dirkje is een uitzonderlijk knappe jonge vrouw als haar man Arend-Jan in 1939 gemobiliseerd wordt. Na de invasie weet hij te ontsnappen aan Duitse krijgsgevangenschap door uit te wijken naar Engeland, waar hij deel zou gaan uitmaken van de Prinses Irene Brigade. Als oorlogsheld keert hij in 1945 terug naar Rhoon, in een witte Amerikaanse slee vol lekkers en cadeautjes voor vrouw en kinderen. Maar het weerzien zou heel anders zijn dan hij zich had voorgesteld, want Dirkje is niet langer de stralende schoonheid die hij achterliet: ze ligt kaalgeschoren en bont en blauw geslagen, met een hakenkruis van carbolineum op haar voorhoofd, bij haar ouders in bed te herstellen van haar verwondingen.
De zwartwitte versie: dappere man strijdt voor volk en vaderland terwijl zijn verdorven vrouw het in zijn afwezigheid aanlegt met de bezetter. Brokkens grote verdienste is dat hij dit plaatje inkleurt met alle denkbare tinten grijs. Toen Arend-Jan de benen nam naar Engeland, om pas vijf jaar later terug te komen, liet hij Dirkje achter met drie kleine kinderen, onder wie een ernstig gehandicapt zoontje. Als echtgenote van een gedeserteerde militair (want zo werd vluchten naar Engeland aangemerkt) ontving ze geen cent. Haar ouders konden zelf nauwelijks rondkomen, maar haar schoonouders hadden een grote boerderij. Toch hoefde Dirkje ook van hen geen enkele hulp te verwachten. Tot 1944 worstelde ze zich dapper door de oorlog heen, al kon ze niet voorkomen dat haar kinderen ondervoed raakten. Met de dood van haar zoontje brak haar weerstand. Dirkje ging de was doen voor de Luftwaffe, die in Rhoon gelegerd was. Er stond weer eten op tafel en er waren weer kolen voor de kachel. Al snel vierden Duitse militairen en Rhoonse meisjes elke avond feest in het huis van Dirkje Veth. Dat bleef niet lang geheim in het dorp. Was het wraak? Jaloezie? In elk geval heeft iemand ervoor gezorgd dat een loshangende stroomkabel over de weg gespannen werd waar ’s avonds, in het pikdonker, de Duitsers met hun meisjes aan de arm gegarandeerd langs zouden lopen op weg naar het huis van Dirkje. Op 10 oktober 1944 wordt soldaat Ernst Lange, achttien jaar, geëlektrocuteerd. Een dag later worden zeven willekeurige mannen gefusilleerd. Hun vrouwen kunnen nog net baby’s en peuters in de kruiwagen laden voordat hun huis in brand wordt gestoken.

Geen woord
Het verhaal ligt tot op de dag van vandaag gevoelig in Rhoon. Brokken schrijft: ‘Zaken die niet onderzocht worden, nemen grimmige proporties aan en kunnen decennialang in het geniep blijven nawerken, tot iedereen zijn eigen verdachte heeft of zijn eigen schuldige. Een dorpeling vergeleek de gang van zaken met een sloot die nooit wordt doorgespoeld, die gaat rotten en stinken en wordt een broedplaats van kwalijke algen.’
In De vergelding laat Brokken zien dat een oorlogsheld een egoïstische klootzak kon zijn, dat een verzetsman troebele motieven kon hebben, dat een vader zijn dochters beschermde, ook al deden die het met de vijand, en dat drieste verzetsdaden gruwelijke gevolgen konden hebben. Dat was tijdens de oorlog.
Maar ook lang daarna bleven de wonden etteren. De jongste zoon van een van de zeven slachtoffers van Het Sluisje voelde zich pas tien jaar nadat zijn ouderlijk huis in vlammen opging, bevrijd toen hij op de boot naar Nieuw-Zeeland stapte. Toen een neef hem daar in 2010 opzocht was het eerste dat hij zei: ‘Alsjeblieft, geen woord over de oorlog.’ Ook de dochters van Dirkje waren voor het leven getekend. Na de oorlog werd hun moeder gearresteerd en uit de ouderlijke macht ontzet. Hun vader nam ze in huis nadat hij hertrouwd was, maar de meisjes werden door hun stiefmoeder beestachtig mishandeld, en zo kwamen ze na veel omzwervingen uiteindelijk toch weer bij hun moeder terecht. Toen de oudste dochter in 2005 stond te kijken bij een muziekparade waar haar man aan deelnam, herkende een andere toeschouwer in deze kromme, grijze vrouw het meisje van toen en riep zo hard dat iedereen het kon horen: ‘O, jij bent de dochter van die moffenhoer.’

Rhoon zal vermoedelijk niet blij zijn met dit boek, waarin geheimen worden onthuld die decennia lang zorgvuldig zijn bewaard, maar de rest van Nederland mag Brokken dankbaar zijn voor dit subliem vertelde oorlogsverhaal in vijftig tinten grijs.

Op zondag 3 ferbruari a.s. is Jan Brokken te gast in VPRO Boeken. De uitzending begint om 11.20 uur, op Nederland 1. In De Avonden is dinsdag 5 februari een reportage te horen, waarin Maarten Westerveen met Jan Brokken door Rhoon wandelt. Op Radio 6, rond 21.30 uur.