Een kwart eeuw geleden viel het IJzeren Gordijn, maar toch weten we vaak maar weinig over Oost-Europese literatuur. De rubriek 'Blokje om' brengt daar verandering in. We meanderen van noord naar zuid langs de voormalige grens. Afl. 11: Bulgarije.

Verder weg kun je in Europa niet gaan dan naar Bulgarije. Toch stappen er elk jaar duizenden jongeren in de bus naar Sunny Beach, het Llorett de Mar aan de Zwarte Zee. Natuurliefhebbers komen af op de meer onherbergzame wandelgebieden in de binnenlanden, waar de bossen wild zijn. En ben je geïnteresseerd in de culturele erfenis van het Bulgaarse verre verleden, dan zullen de vele Thracische tombes (de Thraciërs, ooit van gehoord? Een volk zo oud dat mijn spellingschecker ze niet meer herkent) en Romaanse ruïnes, middeleeuwse forten, Ottomaanse moskeeën en communistische monumenten tot je verbeelding spreken.
 
Een bijzonder verhaal over Bulgarije is dat hoewel Bulgarije tijdens de Tweede Wereldoorlog samenwerkte met Nazi-Duitsland in de hoop het eigen rijk uit te kunnen breiden, tsaar Boris III toch een heldendaad verrichtte. Hij zei namelijk ‘nee’ tegen Hitler toen die alle Bulgaarse joden naar concentratiekampen wilde sturen. Daarmee redde hij 50.000 levens.
 
Tegen het einde van de oorlog werd de koninklijke familie verbannen en een politiek van versnelde industrialisatie en collectivisme volgde onder de communistische Todor Zhivkov, de leider van Bulgarije tussen 1954 en 1989. Het was het strengste regime van alle communistische landen in Oost-Europa: in 1973 stelde Bulgarije zelfs voor om geheel op te gaan in de Sovjet-Unie. Een jaar na de verdrijving van de communisten in 1989, werden ze dan ook alweer opnieuw in de regering gekozen. Opmerkelijk: in 2001 werd de voormalige koning Simeon II als minister-president benoemd. 
 
Wat literatuur betreft, is Ivan Vazov de bekendste en meest geliefde Bulgaarse auteur. Hij schreef het revolutionaire Under the yoke (1938), dat speelde ten tijde van de Aprilopstand tegen de Ottomanen in 1876. Het patriottistische verhaal is vertaald in meer dan 30 landen en verfilmd door Dako Dakovski in 1952. 

Maar er is vast meer onder de zon. We vragen het Jan Paul Hinrichs. Hij is vakreferent Slavische talen aan de Leidse Universiteitsbibliotheek en auteur en vertaler. Jan Paul schreef boeken over Slavische literatuur waaronder De mythe van Odessa en een biografie over Nicolaas van Wijk, de grondlegger van de Nederlandse slavistiek die dit jaar honderd jaar bestaat. Zijn blog bevat talrijke stukken over Russische, Bulgaarse en Baltische literatuur. Als student verbleef hij in de communistische tijd een jaar in Bulgarije. Hij vertaalde veel Bulgaarse poëzie. Leverbaar is Mijn gegrom beschermt het paradijs, een keuze uit de gedichten van Nikolaj Kuntsjev.

Wat is kenmerkend en onderscheidend aan de literatuur uit Bulgarije?
Bulgarije kwam aan het einde van de middeleeuwen onder een Osmaans gezag dat tot 1878 duurde. In het Westen gangbare literaire genres ontwikkelden zich er pas in de negentiende eeuw. Bulgarije heeft, in tegenstelling tot Polen of Tsjechië, daarom een jonge literatuur. Tijdens de Koude Oorlog lag het land erg geïsoleerd: in deze uithoek van het Oostblok, waar buitenlandse correspondenten alleen uit landen als de DDR of Cuba kwamen, kon men het zich moeilijk veroorloven om, zoals in Praag of Warschau, ‘dissident’ te zijn. De belangrijkste criticus van het regime, de naar Londen uitgeweken Georgi Markov, moest zijn praatjes voor de BBC in 1978 met de dood bekopen: een politieke moord met een gifparaplu die uniek blijft voor het hele Oostblok. Markov is beroemd om zijn dood, niet om wat hij geschreven heeft, hoe bijzonder dat ook is. Tot nu toe heeft geen enkele Bulgaarse schrijver een grote internationale status verworven. Bulgaren worden daar soms wat moedeloos van. Toch heeft Bulgarije een interessante poëtische traditie die wortelt in de eigen folklore maar ook aansluit bij westerse stromingen.

Hoe is de leescultuur daar? Wordt er veel gelezen, en door wie?
In de communistische tijd was de censuur in Bulgarije strakker dan in Polen of Tsjecho-Slowakije. Op school werd de eigen literatuur intensiever behandeld dan in Nederland. Ideologisch goed liggende auteurs kregen een overdreven hoge positie maar het meeste aanzien behielden schrijvers uit de tijd voor het communisme. Er waren opvallend veel boekhandels, tot in de kleinste plaatsjes toe. In Bulgarije had men ook de meeste kans interessante boeken uit de Sovjet-Unie kopen: voor Russische toeristen vormde dit zelfs een reden het land te bezoeken. Na 1989 sloten bijna alle boekwinkels en verplaatste de verkoop zich naar klaptafeltjes op straat. Uit armoede werd er nauwelijks nog literatuur gekocht. Tien jaar lang zagen Bulgaarse boeken er heel armoedig uit. Inmiddels gaat het beter, maar boekenuitgevers hebben zoals overal veel concurrentie van internet en andere media.

Welk boek moet beslist nog worden vertaald naar het Nederlands?
De keuze is niet moeilijk: Bai Ganjo. Onwaarschijnlijke verhalen van een moderne Bulgaar door Aleko Konstantinov (1863-1897), de enige schrijver die in Bulgarije alleen met zijn voornaam wordt aangeduid. Het is een uitgesproken komisch boek uit 1895 over een Bulgaarse handelaar in rozenolie die als een even onbeschaamde als wantrouwige profiteur Europa doorkruist en eenmaal terug in eigen land zich met omkoperij en verkiezingsfraude inlaat. Het boek is voor Bulgarije wat Gogols De dode zielen voor Rusland en Elsschots Lijmen voor Nederland en Vlaanderen zijn: een onverwoestbare bron van citaten en vergelijkingen. Bai Ganjo vormt de beste benadering van wat men met een glibberig begrip wel het nationale karakter noemt. De tekst behoeft voor buitenlanders wel enige annotatie en uitleg, maar de Engelse uitgave uit 2010 bewijst dat een vertaling goed kan uitpakken. Los hiervan hoop ik dat eens de uitgave van een substantiële bloemlezing van Bulgaarse poëzie mogelijk is.

Welk fragment aan proza of welke poëzie zou u met ons willen delen?  
Mijn keuze valt op het gedicht ‘Zonsopgang’ van Nikolaj Kuntsjev (1936-2007). Het is een kwart eeuw geleden dat ik deze dichter begon te vertalen, maar nog altijd geniet ik van zijn verrassende poëtische beelden en paradoxale associaties. De wereld lijkt bij Kuntsjev in een bliksemachtig korte flits van verwondering nieuw geboren en gezien door de ogen van een kind – fris, archaïsch, ontdaan van alledaagse sluiers.

Zonsopgang

In de nacht werd ik sidderend wakker: in het duister
kropen rode mieren van de sterren over me heen…
En het lawaai dat uit de grot stroomde trachtte
met eindeloze kletspraat mijn leven te bekorten.
 
Hier in het licht ontvouwt de grot zelf
een fabelachtige lach met tanden van stalactieten.
 
Geen woord meer, over niets, stil
haalt de zon een anker op in de verte, om weg te zeilen…
De tijd vliegt, maar ik ben erboven: ik kijk
hoe langzaam de brug de rivier voorbijgaat. 
 

 

In bovenstaande 8 minuten durende documentaire van VPRO's Metropolis komen Bulgaren aan het woord over een dorpje dat 'Klein Holland' wordt genoemd. Maar liefst 40 huizen zijn daar in het bezit van Nederlanders die in de zomer in Bulgarije een ander leven zoeken.