Zijn de aforismen van Arthur Lanz oorspronkelijk? En wat blijft er over van de auteur als alle teksten van de wereld deel uitmaken van een enorme database? En kunnen verloren teksten ooit worden gereconstrueerd?

Ooit begon ik aan een kort verhaal dat zich afspeelt ergens in de jaren vijftig van deze eeuw. Aan het woord is een wetenschapper die zijn memoires schrijft. De auteur springt van de hak op de tak. De warrige tekst is nog niet door de computer gegaan die toekomstige teksten van orde zal voorzien. Van een particuliere orde ook. Wie uitsluitend geïnformeerd wil worden over het huwelijksleven van Nabokov, die krijgt een andere tekst dan wie iets wil weten over zijn verhouding tot Kafka. Alle teksten van de wereld maken deel uit van een soort interactief tekstencorpus waar steeds weer nieuwe structuur in kan worden aangebracht. Het einde van de auteur.
 
De grootste noviteit is de uitvinding van een procedé dat niemand voor mogelijk had gehouden: uit de teksten die een auteur heeft nagelaten kan dat wat niet is overgeleverd worden gereconstrueerd. Zoals een cel uit een been ook weet hoe het een hart moet maken, zo weten alle teksten van auteur X bij elkaar ook hoe de rest van het oeuvre er uit zou moeten zien.
De taalwetenschapper die zijn memoires schrijft begon ooit met een schriftje, met korte aantekeningen van de onbekende schrijver Arthur Lanz. Aforismen. Hij voert de teksten in in een computer en die herleidt vrijwel elke uitspraak naar een eerdere variant. Geen origineel werk dus. Tot hij het werk van een andere aforist invoert en de uitkomst daar hetzelfde is. Ook die uitspraken zijn terug te voeren op eerdere uitspraken van andere auteurs. Wel origineel dus, die aantekeningen in het schriftje. Of andersom: elk nieuw werk bevat zoveel elementen van eerder werk dat het begrip oorspronkelijk werk op de helling moet.
 

Zoals wel vaker in mijn leven voltooide ik de tekst nooit. Onleesbaar. Maar de aforismen in het schriftje zijn bewaard gebleven (voer ze eens aan Google, die voorloper van dat toekomstige digitale tekstenmonster, en kijk wat origineel is en wat niet). Ik vond ze terug toen ik na het schrijven van mijn stukje van gisteren herinnerd werd aan dat korte, warrige verhaal dat zich in de toekomst afspeelt en voor altijd fragment zal blijven... 

Het schriftje van Lanz
 
...want zoals het mensen vergaat in het duister, vergaat het goden in het licht
 
Wij leven en wij doen het niet; in elk zijn ligt het niet-zijn reeds besloten. Zo wij zijn, zijn wij een som van zijn en niet-zijn, voor altijd drager van al onze zijnsvormen
 
...zoals het alleen bedelaars vergund is een aalmoes te ontvangen
 
Alles bestaat bij de gratie van zijn schepping
 
Al je echte talenten vervreemden je van je omgeving. Alleen middelmatig talent verbroedert, omdat alleen middelmatigheid door de middelmaat wordt herkend
 
Het genie sterft een zachte dood in zijn navolgers
 
Bij overstromingen verdwijnen rivieren
 
De kortste weg naar de waarheid is via het labyrint
 
Alle mogelijkheden, denkbaar en ondenkbaar, zijn tegelijkertijd aanwezig
 
De dood versplintert
 
De dood is geen terugkeren; die staat van onbegrepenheid is nieuw
 
De tijd die ons rest krimpt bij elke herhaling ineen
 
We zoeken naar eenheid, terwijl het juist gaat om de veelheid; niet in de eenduidigheid, maar juist in de tegenspraak ligt onze ware bestemming.
 
Wat voor het verstand het licht is, is voor het gevoel het donker
 
Van dat eeuwig leven dat wij leiden, resten alleen de seconden die we bij machte zijn op te slaan.
 
De enige leegte die een mens accepteert is de innerlijke
 
Wie grenzen opheft, kan ze niet meer oversteken
 
Niemand koestert een diepere weerzin tegen dieren dan de vegetariër
 
Elk onderscheidend talent wordt alleen erkend als het ook bij anderen aanwezig is, aangezien elk talent een afzetten tegen ander talent vereist
 
Elk genie beschikt over z’n eigen domheid, en dan niet eens over een briljante
 
Elk geheim wil gekend worden, om alles rondom vervolgens in vlammen te verzengen
 
De kunstenaar dient niet zichzelf opnieuw uit te vinden, maar de vorm waarvan hij zich bedient. Niet de spreker, maar de taal dient te worden uitgevonden.
 
Alles is oneindig. Alle oneindigheid is onleefbaar. Begrenzen is ons lot
 

Cynici vergiftigen zichzelf, niet de wereld