Geen werkelijkheid zo grauw of je kunt ‘em met een scheutje verbeelding verfraaien. De verbeelding als verkleedkist, als de slingers waarvan in dat vreselijke gezegde altijd wordt beweerd dat je die zelf op moet hangen.

En toch deugt er iets niet aan de karakterisering van de verbeelding als speeltje waar ne naar kunnen grijpen als we ons vervelen of de onvrede over ons dagelijks leven mee willen verdrijven. Alsof verbeelding er alleen is om je in te beelden hoe het zou zijn de hoofdprijs in de loterij te winnen. We kennen die fantasie allemaal en al naar gelang onze verbeldingskracht kunnen we die alternatieve wereld, dat andere leven dat we construeren, voor even het onze laten zijn. Fijn, aangenaam, maar in dat geval is de verbeelding nog steeds een speeltje.
In zijn essay Over de kracht van de verbeelding haalt Michel de Montaigne om te beginnen een anoniem Latijns aforisme aan: fortis imaginatio generat casum (een sterke verbeelding brengt de gebeurtenissen voort). Vervolgens laat Montaigne aan de hand van wat voorbeelden zien wat de kracht van onze verbeelding is. Zo vertelt hij bijvoorbeeld over de man die vlak voor hij door de beul wordt gedood gratie krijgt, maar al gestorven blijkt. Gedood door zijn verbeelding, zou je kunnen zeggen. Ook vertelt Montaigne over een Italiaanse koning die ’s nachts droomt horens te hebben en vervolgens ook echt horens krijgt. Als de verbeelding maar sterk genoeg is, dan beïnvloedt
die de werkelijkheid… Helaas weet iedereen die de lottofantasie weleens tot het einde toe heeft doorgedacht dat dat niet zo is.

Het Latijnse maxime is op een andere manier waar dan je zou denken. De inzichten die Einstein formuleerde, waren inzichten die alleen binnen zijn verbeelding bestonden. Bewijzen voor zijn theorieën kwamen pas later, toen de werkelijkheid zich bleek te gedragen zoals hij zich had verbeeld. De wetenschap is nog steeds bezig de door Einstein verbeelde fysica met terugwerkende kracht te bewijzen. Verbeelding is helemaal geen speeltje, verbeelding is ernst. Natuurlijk, zonder verbeelding geen literatuur, geen kunst, maar het softe imago dat de verbeelding aankleeft is onverdiend. Zonder verbeelding geen vliegtuigen, wolkenkrabbers, maandlandigen, massamoorden. De verbeelding grijpt elke dag diep in in ons leven, zo diep dat onze fantasieën over de lotto er kinderspel bij zijn.