Dat wil ik ook, dacht ik toen ik op internet bij toeval stuitte op het fenomeen 'Little Free Library'. Een klein boekenkastje aan de weg, waar mensen uit de buurt boeken kunnen ruilen. Het is zo’n idee dat ik graag zelf had bedacht. In Amerika is het een levendige beweging, vooral op het platteland. En daar woon ik toevallig ook.

Net als de meeste boekenbezitters heb ik grote moeite met het wegdoen van boeken. Dus heb ik dubbele rijen in mijn goedkope stellingkasten, wat uitermate onhandig is. De kinderen, die zelfs tegen betaling niet aan het lezen te krijgen zijn, hebben op hun kamers allebei een stampvolle kast. Op de slaapkamer zijn extra planken getimmerd en ik heb een bedstee vol wankele stapels met boeken waarvan ik vrij zeker weet dat ik ze nooit zal lezen: fantasy, managementboeken, gedateerde non-fictie, chicklit en dikke biografieën over politici.

Ondanks het feit dat diverse schoolbibliotheken voor een groot deel gevuld zijn met mijn afdankertjes, wil ik nog steeds wel eens wat kwijt.

Dus liet ik een Little Free Library maken. Je kunt er een bestellen op de website van de organisatie, maar dat kost driehonderd dollar. Ik had nog even overwogen een konijnenhok aan te schaffen en daar het ruifje af te slopen, maar dankzij mijn enthousiaste schoonmoeder en haar vriend kwam ik in het bezit van een speciaal voor dit doel getimmerd kastje.

Nadat ik het drie keer geschilderd had, kon het aan de weg. En kon ik eindelijk beginnen aan het allerleukste klusje: het vullen van mijn kastje. Al een tijdje was ik bezig in de vensterbank van mijn werkkamer een stapel aan te leggen van mogelijke kandidaten, maar nu het eenmaal zover was, bleek het moeilijker dan ik dacht. Wat wilde ik werkelijk kwijt en wat toch eigenlijk liever niet?

Ik sprak mezelf streng toe en zette een fraaie selectie in mijn kastje aan de weg: een paar dikke romans die ik nooit zou herlezen, reisboeken over landen waar ik toch nooit heen zal gaan, wat prentenboeken, iets over de oorlog, het kapitalisme en de politiek, een stuk of wat thrillers, boeken die ik zowel in het Engels als in de Nederlandse vertaling had en een paar typische vrouwenboeken. Daarna begon het grote wachten. Nog geen uur later passeerde een buurvrouw, die de hond uitliet. Ze keek wel, maar nam niets mee. Datzelfde gold voor de enkele voorbijganger die de moeite nam even te stoppen. Misschien snapten ze het idee niet.

Ik paste het briefje met toelichting aan en daarna stuurde ik een berichtje met een foto naar een aantal lokale media waarin ik uitlegde wat de bedoeling was. Binnen anderhalf uur belde de Leeuwarder Courant. Of ik thuis was. Een enthousiaste verslaggeefster tekende mijn verhaal op, en de fotograaf maakte zo’n lullige provinciale krantenfoto waarvoor ik niettemin gewillig poseerde. Alles voor het goede doel.

De volgende ochtend om zeven uur kreeg ik het eerste Whatsappje van een vriendin uit het dorp die had ontbeten met mijn verhaal. Driekwart pagina was gevuld met dit feelgood regionieuws. Er volgden enthousiaste reacties op Facebook en binnen enkele uren verschenen langzaam rijdende, onbekende auto’s in ons doodlopende straatje, alsof er een tippelzone geopend was.

Ik kreeg een mailtje van een mevrouw die een natuurcamping annex theethuin had, en daar ook wel zo’n minibiebje wilde. Of ik toevallig nog boeken over had. Iemand anders was gaan zoeken, maar kon onze straat niet vinden.

Binnen een paar dagen was vrijwel alles wat ik in de kast had gezet verdwenen. Daarvoor in de plaats kwam De vliegeraar van Hosseini, Koorts van Saskia Noort, een thriller van Håkan Nesser, een streekroman van Julia Burgers-Drost, A Spanish Lover van Joanna Trollope, een paar stokoude pockets van Kees van Kooten, iets fantasy-achtigs uit de jaren zeventig en, tot mijn afgrijzen, een grote stapel Dick Frances-titels. De literaire snob in mij had het moeilijk. Moest ik zulke rommel tolereren in mijn kast? Aan de andere kant: ik kon natuurlijk niet elke week dertig nieuwe boeken uit mijn eigen bezit aan de weg zetten, dan zou ik snel door mijn voorraad heen zijn. Compromis: Dick Francis moest eruit. Er zijn grenzen.

Wordt vervolgd.