Tommy Wieringa schrijft volgend jaar het Boekenweekgeschenk. Reden voor ons de oogst nog eens te overzien. Hoeveel geschenken behoren tot de hoogtepunten in de oeuvres van de geschenkauteurs? En welke strategie kun je het beste kiezen als je wordt uitverkozen?

Het gebeurt maar zelden dat een Boekenweekgeschenk met terugwerkende kracht een hoogtepunt blijkt in een oeuvre. De puntgave novelle Oeroeg behoort tot de belangrijkste uitzonderingen. De nacht der girondijnen van historicus Jacques Presser is ook een puntgave novelle, maar maakt niet echt deel uit van een omvangrijk fictie-oeuvre. Pas na zijn dood zou van Presser weer een boek verschijnen dat tot de literatuur gerekend kan worden, Homo Submersus, maar dat is in omvang nauwelijks te vergelijken met het Boekenweekgeschenk. De vierde man, van Gerard Reve. Dat werd te lang bevonden. En te controversiëel. Een hoogtepunt in het oeuvre van Reve? Nee, niet echt, maar nog altijd van groter betekenis voor zijn verzameld werk dan de bijdragen van Hermans en Mulisch vormden voor het hunne. Hermans warmde oud proza op, Mulisch kwam met het wat magere Het theater, de brief en de waarheid (waarin onder meer de zelfontvoering van acteur Jules Croiset een rol speelde). 
 
Cees nooteboom schreef Het volgende verhaal. In Nederland werd dat boek wat zuinig ontvangen, maar werd in Duitsland een bestseller nadat het in het televisieprogramma Das Literarische Quartett werd geprezen. Die folgende Geschichte geniet in Duitsland nog steeds een grotere reputatie dan Het volgende verhaal hier. Zie ook het op z'n Duits volledige Wikipedia-lemma over het boek. Nooteboom zag in het Boekenweekgeschenk overigens gewoon het boek dat hij graag wilde schrijven en had geen enkele poging gedaan rekening te houden met de grote kring lezers die het zou bereiken. Een belediging van de lezer, en een belediging van de schrijver, als hij daar rekening mee zou houden, vond hij.
 
De beste strategie was wellicht die van A.F.Th. Die incorporeerde zijn geschenk Weerborstels in zijn Tandeloze Tijd-cyclus. Een tussengerecht dat nieuwe lezers het gebouw in kon lokken. Het Boekenweekgeschenk als achterdeur naar de rest van je oeuvre.
 

De afgelopen tien jaar verrijkte het CPNB de Nederlandse letteren met Boekenweekgeschenken van Kees van Kooten (De verrekijker), Tom Lanoye (Heldere hemel), Kader Abdolah (De kraai), Joost Zwagerman (Duel), Tim Krabbé (Een tafel vol vlinders), Bernlef (De pianoman), Geert Mak (De brug), Arthur Japin (De grote wereld), Jan Wolkers (Zomerhitte), Thomas Rosenboom (Spitzen) en Ronald Giphart (Gala). Geen van deze boeken vormen hoogtepunten in de respectievelijke oeuvres, of ik moet me sterk vergissen. Als ik dan toch moet kiezen, dan kies ik voor Tom Lanoye. Het beste geschenk sinds Weerborstels, wat mij betreft.