‘Er is mij geen poëzie bekend, die zo weinig lijkt, en zoveel is.’ Dat schreef Simon Vestdijk over de poëzie van de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson (1830 -1886).

Tijdens haar leven verscheen maar een handvol gedichten in druk, maar toen ze stierf vond haar zuster een doos vol onbekend werk. Ondanks die vondst duurde het nog jaren voordat Dickinsons werk erkend werd als een monument in de Amerikaanse literatuur.

Al die jaren was er maar één foto bekend van haar, toen ze zestien jaar oud was, maar inmiddels is een daguerrotype opgedoken uit 1859 waarop zij samen te zien is met een vriendin die net weduwe is geworden. Althans, de kans is groot dat het Dickinson is, maar helemaal zeker is het niet. Intussen is onderzoek gedaan naar de stand van haar ogen, haar oorlellen en haar mond, allemaal kenmerken die op het oog overeen komen met die op de jeugdfoto. Onderzoek naar de kleding die ze draagt moet nu uitwijzen of ze het echt is.

Vorig jaar verscheen bij uitgeverij Van Oorschot een ruime collectie uit de poëzie van Dickinson, in een vertaling van Peter Verstegen. Luister hier naar het gesprek dat Jeroen van Kan met hem had in De Avonden.