Ook de boekenredactie van de VPRO doet dit jaar mee aan het literaire gezelschapsspel dat Raad Een Nobelprijswinnaar Of Niet heet. Wij denken dat Cees Nooteboom gaat winnen. Als hij niet wint, denken wij dat nog steeds. Volgende week is de bekendmaking.

De wachtlijst is eerbiedwaardig. Soms verdwijnen er namen van die lijst wegens natuurlijk verloop, heel soms verdwijnt er eentje van de lijst wegens een onverhoedse toekenning. Meestal in het jaar waarin niemand het verwachtte. Jaren hebben Mario Vargas Llosa, V.S. Naipaul en Günter Grass moeten reageren op het ook dit jaar weer niet uitverkoren zijn. Ze kregen de prijs toen iedereen dacht dat ze van de lijst waren afgevoerd. Milan Kundera, Thomas Pynchon, Philip Roth en Ismail Kadaré staan al jaren in de rij. Ze krijgen de prijs waarschijnlijk in een jaar waarin wij het niet verwachten. Het comité stelt er een eer in te verrassen. We verwachtten Kundera, we kregen Tranströmer. We dachten Philip Roth, het werd Herta Müller. Dit jaar zou toch eindelijk Cees Nooteboom eens… we kregen Gao Xingjian.
 
Het Fins heeft Sillanpää, het Tsjechisch Seifert, het Bengaals Tagore, het Arabisch Mahfoez, het Yoruba heeft Soyinka. Het Yoruba? Een taal die gesproken wordt in delen van West-Afrika. Ongeveer twintig miljoen mensen spreken Yoruba. Ongeveer twintig miljoen mensen spreken Nederlands. Ongeveer zes miljoen mensen spreken Fins. Er lijkt dus geen causaal verband te zijn tussen de grootte van het taalgebied en toekenning van de Nobelprijs. Schrijven in een taal die een marginale plaats inneemt op het linguïstisch wereldtoneel hoeft dus geen belemmering te vormen. Een geruststellende gedachte misschien, maar intussen zitten we nog steeds zonder Nederlandse laureaat.
 
Onze voorraad ziet er niet veelbelovend uit. Claus is dood, Haasse is dood, Reve is dood, Mulisch is geheel tegen de afspraak in toch gestorven… De gemiddelde leeftijd van schrijvers aan wie de prijs is toegekend is 62. In die categorie hebben we niet veel te bieden. Na de onverbiddelijke natuurlijke selectie van de afgelopen jaren blijft alleen Cees Nooteboom over. Hij is 79 intussen. Alleen Churchill en Montale kregen de prijs op die leeftijd. Boven de tachtig vielen alleen Heyse, Seifert en Mommsen in de prijzen. Niet bepaald de literaire eredivisie. Kortom, we hebben haast.
 
Bemoedigend is dat geboortemaand juli de meeste winnaars heeft opgeleverd. Veertien om precies te zijn. Bemoedigend is ook dat het tot aanbeveling strekt om literair werk in veel verschillende disciplines te hebben afgeleverd. Nooteboom is jarig op 31 juli (een datum die nog vrij is op de Nobelprijzenkalender) en heeft nauwelijks een literaire discipline ongemoeid gelaten. Toegegeven, in de categorie toneel blijft hij wat achter.
 
Der ewige Anwärter wordt Nooteboom vaak genoemd in Duitse kranten en tijdschriften. De prins Charles onder de op het wereldtoneel opererende schrijvers. Onze ongekroonde koning. Toch spijtig voor een hoofd dat gemaakt lijkt voor de lauwerkrans. Geboren voor de kroon. Bij voorkeur een opvouwbaar reismodelletje...
 
Op Unibet eindigt Nooteboom op de derde plaats. Geen slechte score. Helaas bleken de voorspellingen van het orakel van Delphi houdbaarder dan die van Unibet. Sinds internet ons in staat stelt over alles een peiling te organiseren, lijkt ook het geloof in het gelijk van de massa te zijn toegenomen. Als zoveel mensen het zeggen, dan moet het wel zo zijn. Als zoveel mensen er heen gaan, dan moet er wel een feestje zijn. Een internetreflex die gelukkig met enige regelmaat wordt afgestraft. Zonder dat we daar lering uit trekken overigens.
 
Kunnen we na zoveel lauwwarme ironie nog iets steekhoudends zeggen over een mogelijke toekenning van de Nobelprijs dit jaar aan Cees Nooteboom? Jawel, dat kan. Onze argumentatie is de volgende: eens in de zoveel jaar houdt het comité niet alleen rekening met de literaire kwaliteiten van de laureaat, maar ook met de politieke situatie waarin de prijs wordt toegekend. Dario Fo heeft ongetwijfeld prachtig werk geschreven, maar dat hij een fel opponent van Silvio Berlusconi was moet toch ook enig gewicht in de schaal hebben gelegd. Dat Gao Xingjian een dissidente Chinese schrijver is wiens boeken verboden zijn in zijn vaderland, dat kan toch niet zonder betekenis zijn geweest. Het comité geeft de prijs graag op het juiste moment aan de juiste schrijver.
 
Wat ons betreft is dit het juiste moment voor Nooteboom. Het Europese ideaal heeft lang niet zo onder druk gestaan als nu. Het toekennen van de prijs aan een schrijver die de Europese gedachte belichaamt lijkt ons voor de hand te liggen. Natuurlijk, wat voor de hand ligt wordt zelden werkelijkheid. Meestal is er geen feestje op de plek waar een feestje zou zijn. De kans dat de aarde over ettelijke duizenden jaren zal botsen met een komeet valt nauwkeuriger te voorspellen dan de winnaar van de Nobelprijs. Gelukkig hebben we de hemellichamen nog als we zekerheid willen. Maar tot het comité ons volgende week logenstraft blijven we bij ons standpunt: het moment voor Nooteboom is nu. Op internet circuleert een vertaling van een interview dat Nooteboom een tijdje geleden gaf aan een Spaanse krant. Voor de zoveelste keer werd hem de vraag gesteld of er wel zoiets als een Europese identiteit bestaat. ‘Er bestaat wel degelijk een Europese identiteit,’ antwoordt hij. Waaruit bestaat die dan? ‘Die bestaat uit een reeks gemeenschappelijke kenmerken die maken dat ik, wanneer ik als Hollander een Italiaanse krant lees, weet waarover het gaat. Ook dat ik Franz Kafka kan lezen, Milan Kundera of Sandor Marai op basis van gedeelde en gemeenschappelijke kennis.’ Een aanvechtbare stellingname uiteraard (een Amerikaan kan Kafka dus niet volledig begrijpen, en een Europeaan Philip Roth niet), maar Europa heeft in Nooteboom een advocaat van een steeds zeldzamer wordende soort. Tijdens onze wekelijkse vergadering probeerden we onze stelling te ondergraven door naar een andere Europese schrijver te zoeken die eenzelfde rol vervult als Nooteboom. Claudio Magris? Umberto Eco misschien? Nee, ze zijn dood of ze heten Nooteboom… Of nee, Hans Magnus Enzensberger, die leeft ook nog…
 
De statistische gegevens in dit stuk zijn ontleend aan: 100 jaar Nobelprijs voor literatuur in namen, feiten & cijfers van S.P.A. Gipman (Meulenhoff 1995).