'Kool!', het nieuwe boek van Anna Enquist, bevat verhalen, gedichten en beschouwingen die ze over voetbal schreef. Als psychoanalytica ziet ze het spel net even anders. ‘Het gaat natuurlijk helemaal nergens over, het is een spel. Maar het heeft iets ontzettend aardigs om het heel belangrijk te vinden.’

Nadat Anna Enquist een gedicht over Ronald Koeman in een radioprogramma had voorgelezen, kort na haar romandebuut (Het meesterstuk, 1994), werd ze door Matthijs van Nieuwkerk benaderd om in het literaire tijdschrift Hard Gras over voetbal te schrijven. Sindsdien schrijft ze er met regelmaat gedichten en verhalen voor, af en toe interviewt ze een speler. Deelname aan Hard Gras heeft een belangrijke stempel op haar literaire carrière gedrukt, weet ze nu, misschien was ze anders nooit korte verhalen gaan schrijven.

Met een frisse blik kijkt ze naar het voetbal. Enquist heeft niet veel verstand van het spel, beaamt ze, vooral de dingen buiten het veld hebben haar aandacht. Ze is meer geïnteresseerd in de achtergronden en karakters van de spelers. Hoe gedragen de voetballers zich? Uit wat voor gezinnen komen die jongens? Voor de interviews hanteert ze een andere aanpak dan sportjournalisten. Ze benadert een speler alsof ze een intake doet in de psychotherapie. Enquist: ‘Je moet afstand houden. Je wilt een indruk van iemand hebben. Je vraagt en absorbeert het antwoord.’ Het levert intrigerende portretten op. Zelfs de best betaalde profvoetballers blijken het liefst Hollandse pot te eten.

Enquist mag dan weinig verstand van voetbal hebben, ze heeft in elk geval een goed gevoel voor tragiek. De in Amsterdam geboren schrijfster is fan van de Rotterdamse club Feyenoord. Ondanks de magere jaren, waarin het financieel en sportief geplaagde Feyenoord veel hoongelach ten deel viel, is ze de club altijd trouw gebleven. Teleurstellingen horen bij het leven. Enquist: ‘Bij Feyenoord krijg je het echte leven geserveerd. Heel veel hoop hebben op mooie dingen. Vrijwel nooit dat het ook bewaarheid wordt.’ Hoe anders was het vorig seizoen, toen Feyenoord met een jeugdige ploeg zeer attractief voetbal speelde en tegen alle verwachtingen in op de tweede plaats van de ranglijst eindigde. Enquist schreef er het gedicht ‘Het gaat goed met Feyenoord’ over. Het voetbal moet ook weer niet op het ‘elegante spel’ van aartsvijand Ajax gaan lijken. In de tragiek schuilt immers een zekere aantrekkelijkheid.

Verwachten ze nu dat je met geheven
hoofd en trotse blik de mensen onder
ogen komt die je meewarig hebben
uitgelachen en geduld? Denken ze
dat je naar het kampioenschap haakt,
dat je vertrouwen hebt, gelukkig bent?

Ze hebben geen idee. Succes is een toneelstuk
op dun ijs. Het maakt je prikkelbaar en bang.
Hoe meer ze juichen in de Kuip, hoe meer
je hoopt dat je verlangen naar de nederlaag,
de modder op de bodem, wordt vervuld. Winst
is een zoete kwelling die nooit went.

Maarten Westerveen, zelf ook een doorgewinterde Feyenoord-fan, sprak Anna Enquist eerder deze maand op Manuscripta. De bundel Kool! ligt vanaf deze week in de boekhandel.