De Vlaamse dichteres Delphine Lecompte reisde op verzoek van Antjie Krog af naar Zuid-Afrika en houdt tijdens haar verblijf een dagboek bij. De reis heeft alvast een beslissende wending in haar oeuvre teweeg gebracht: 'Geen incestueuze imkers meer of verdorven touwslagers en al helemaal geen taxidermisten meer. Nooit meer opgezette dieren in mijn poëzie!'

'Ik ben op weg naar Kaapstad. Mijn muze en mijn hypochondrie reizen mee. In het vliegtuig probeer ik het Oude Testament te lezen, maar ik kan me niet concentreren op Gods korzeligheid, dus tel ik de oorharen van mijn medepassagiers: 35.914. Buiten vriest het en ik vergeet niet mijn voetoefeningen te doen. We vliegen over Congo, dé Congo (waar mijn vader geboren is, waar mijn muze gevochten heeft) en niemand maakt amok. Uiteindelijk val ik in slaap op de schouder van een struise tapijtenrestauratrice. Mijn muze bekijkt de hele nacht dezelfde stomme film.'

Zo begint het dagboek dat Delphine Lecompte bijhoudt op de Vlaamse website de Buren. In Zuid-Afrika bezoekt ze onder meer dichter Alfred Schaffer: 'In de universiteit van Stellenbosch mag ik de tweedejaarsstudenten Afrikaans van Alfred Schaffer toespreken. En ik mag mijn gedichten voordragen. Voel ik mij onnozel wanneer ik in Zuid-Afrika een gedicht over opgezette hazen voordraag?'

Waarom de reis aanleiding voor haar is om een groot deel van haar vaste thema's overboord te gooien valt te lezen op de site van de Buren. Wie wil weten hoe de Nederlandse dichter Alfred Schaffer in Zuid-Afrika terecht is gekomen, beluistert hier de documentaire 'Boemelen tussen Kaapstad en Stellenbosch' die hij daarover maakte.