Mevrouw Lohmark is een kille, autoritaire lerares van achter in de vijftig. Ze denkt uitsluitend in biologische termen. Judith Schalansky: ‘De lezer moet de Inge Lohmark in zichzelf herkennen.’

Het zou zomaar kunnen dat De lessen van mevrouw Lohmark de eerste roman ooit is met een Stellerzeekoe op het omslag. Maar deze roman, van de Duitse schrijver Judith Schalansky, is in wel meer opzichten ongewoon. Eigenlijk doe je Schalansky (1980) tekort door haar schrijver te noemen; ze is ook illustrator, typograaf en vormgever en geeft les in grafische vormgeving. Haar boeken illustreert ze zelf. Zo staan in De lessen van mevrouw Lohmark wonderschone pentekeningen van pantoffeldiertjes, vleermuizen, kwallen en kikkervisjes.
Schalansky’s vierde boek, in Duitsland verschenen onder de titel Der Hals der Giraffe, werd een onverwachte bestseller en is nu bezig aan een internationale opmars. Het is het verhaal van een verbitterde biologielerares wier stem de lezer nog lang zal heugen. Deze Inge Lohmark is achterin de vijftig, en haar leven kent weinig vreugdes meer. Ze wordt geplaagd door de overgang, haar man Wolfgang leeft voor de struisvogels die hij fokt en haar enige kind is naar Amerika vertrokken en lijkt niet van plan ooit terug te komen. Lohmark geeft les op een kleine provincieschool die met opheffing wordt bedreigd. Haar klas regeert ze met ijzeren hand. Ze bewaart de orde zonder dat daar woedeaanvallen of ‘gesmijt met sleutelbossen’ aan te pas komen.
Dit is een vrouw met uitgesproken opvattingen. Minder begaafde leerlingen dienen in haar ogen zo snel mogelijk geconfronteerd te worden met de waarheid over hun capaciteiten.

‘Het was gewoon niet de moeite waard de zwakken op sleeptouw te nemen. Ze waren alleen maar ballast, die de vooruitgang van de anderen belemmerden. Geboren recidivisten. Parasieten op het gezonde klassenlichaam.’

Ziet ze een vent tegen een boom pissen, dan denkt ze: ‘Een groot geslacht als compensatie voor de kwijtgeraakte staart. Mannen vonden het vast jammer dat ze hun geslacht niet zoals honden konden aflikken. In plaats daarvan konden ze zich er tenminste met beide handen aan vasthouden. Een leven lang met z’n tweetjes.’

Politiek correcte meningen, daar hoef je bij Inge Lohmark niet op te rekenen. ‘Wat je allemaal niet meer mocht zeggen: neger, spleetoog, zigeuner, dwerg, mankepoot, lomschoolkind. Alsof daar iemand bij gebaat was. Taal was er toch om duidelijk te maken wat er bedoeld werd. (...) Dat een neger er anders uitzag dan een eskimo, was toch wel duidelijk. Als er runderrassen bestonden, dan bestonden er ook mensenrassen.’

Waar komt deze vrouw vandaan? We vroegen het aan Judith Schalansky, die, zo jong als ze is, weinig moet hebben van moderniteiten als Skype-interviews en vragen liever per mail beantwoordt.
Judith Schalansky: ‘Ik wilde een stem geven aan een type vrouw dat we allemaal kennen, meestal van school. Wat beweegt iemand die zo’n star wereldbeeld heeft. Ik wilde dat we als lezers zouden kunnen invoelen hoe ze tot haar opvattingen over het leven is gekomen. De lezer moet de Inge Lohmark in zichzelf herkennen.’

Het boek is heel grappig, maar ook vreugdeloos. Er lijkt weinig hoop te zijn voor Inge Lohmark.
‘Ik had zelf ook de hoop dat ze zou veranderen. Een tijd lang had ik een beeld voor ogen waarbij ze een vliegtuigtrap in Californië afdaalt en haar dochter omhelst. Of dat ze een affaire met de directeur zou beginnen. Maar hoe langer ik bezig was met het boek, hoe duidelijker het werd dat ik daarmee verraad aan haar zou plegen. Zij is niet iemand die in therapie gaat en daarna een nieuw leven begint. Daarmee maak ik het de lezer misschien af en toe moeilijk. Inge Lohmark laat ons geen illusies. We zijn op onszelf teruggeworpen.
Zelf ben ik ben mijn sympathie voor haar nooit kwijtgeraakt. Juist omdat ze elke vorm van sympathie uit haar leven heeft verbannen.’

Haar vakgebied, de biologie, is het enige waar Inge Lohmark niet cynisch over is. U moet behoorlijk wat biologieboeken hebben gelezen om dit boek te kunnen schrijven.
‘Biologie is de mooiste natuurwetenschap. “De leer van alles wat leeft”, zoals Inge Lohmark het noemt. Het geweldige van biologie is dat ze zo praktisch is en levensecht (meer dan bijvoorbeeld wiskunde of natuurkunde), dat ze ons allemaal aangaat! En ze geldt natuurlijk als volkomen objectief. Voor de roman heb ik heel veel oude biologieboeken gelezen, om uit te vinden waarin de ideologie, de mythe en ook het poëtische schuilgaat. De natuurwetenschap denkt immers dat ze het zonder cultuur kan stellen. Inge Lohmark zegt ook: “Cultuur komt van cultiveren, van landbouw!” Voor Inge Lohmark betekent biologie alles. Maar het simpele biologische feit dat ze een kind op de wereld heeft gezet, maakt haar nog niet automatisch een goede moeder.’
Zelf was ik trouwens nooit bijzonder goed in biologie. Veel dingen heb ik pas echt begrepen tijdens mijn research.’

Inge Lohmark is opgegroeid in de DDR. Is haar cynische wereldbeeld een gevolg van dat systeem?
‘Zo’n autoritair type vind je overal, denk ik. De politieke en maatschappelijke veranderingen na de omwenteling zijn simpelweg te veel voor haar. Ze denkt dat ze met een star, biologistisch wereldbeeld niks fout kan doen. Wat ze daarbij over het hoofd ziet, is dat die verandering een fundamenteel biologisch principe is. Tragisch is het wel: ze predikt de hele tijd aanpassing en is zelf tot geen enkele aanpassing in staat.’

Hoe belangrijk zijn de illustraties voor dit boek?
‘De biologie heeft prachtige iconen voortgebracht, die ik beslist wilde laten zien. De Drosphila melanogaster, de dubbele helix van het dna, het erfelijkheidsschema van runderrassen, de Archaeopteryx. “Vorming” komt niet toevallig van “vormen”. En onderwijs moet altijd aanschouwelijk zijn. Of een theorie klopt of niet is niet van doorslaggevend belang. Hoofdzaak is dat ze een knappe schildering oplevert.’

Uw boeken zijn liefdevol vormgegeven kunstwerkjes. Ik heb begrepen dat u niets moet hebben van e-boeken. Hoe ziet de toekomst eruit voor het papieren boek?
‘Het boek gaat een schitterende toekomst tegemoet. Elk boek dat in de toekomst verschijnt moet zich van zijn boek-zijn zeer bewust zijn, omdat er ook andere mogelijkheden zijn om tekst op te slaan. Ons staat een tijdperk van mooie boeken te wachten.’

Op Crossing Border sprak Jeroen van Kan met Judith Schalansky over De lessen van mevrouw Lohmark. Een gesprek dat in het Duits werd gevoerd, met tussendoor een beknopte vertaling.