In A.M. Homes’ nieuwe roman 'Vergeef ons' hebben we op bladzijde 15 al overspel met de vrouw van je broer en moord op de overspelige echtgenote achter de rug. ‘Als mijn personages eenmaal op gang zijn, komt de plot meestal vanzelf.’

Het is haar eerder overkomen dat een kort verhaal uitgroeide tot een roman, vertelt A.M. Homes (1961). ‘En het stelde me voor hetzelfde probleem. In Music for Torching [1999] brandden de twee hoofdpersonen al na twintig pagina’s hun huis af, dit keer was er binnen een mum van tijd een moord gepleegd…’ Twee scènes met de impact van een finale paukenslag. ‘De vraag was beide keren: where do I go from here?!
Dertien jaar geleden leverde het antwoord, net als nu, een kolderiek voortrazende zwarte komedie op. En waren de strijdende partijen destijds een dodelijk verveeld buitenwijkechtpaar, in Vergeef ons zijn het twee broers die elkaar haten: Harold en George Silver, de laatste een succesvolle televisieproducent, type agressieve blaaskaak, de eerste een eenzelvige docent geschiedenis die zijn jongere broer al zijn hele leven met een mengeling van jaloezie en afschuw beziet.
Kort na een gespannen Thanksgiving-diner neemt hun relatie een dramatische wending. Harold gaat naar bed met George’s vrouw Jane. De twee worden betrapt. En vervolgens slaat George, die intussen is ontsnapt uit een psychiatrische inrichting, zijn echtgenote in blinde woede dood. (Om het tempo aan te geven: we zijn dan op pagina 15.) Gevolgen: hij draait de gevangenis in, en Harold ziet zich gedwongen te zorgen voor zijn neefje Nate (12) en nichtje Ashley (11).
Overeenkomsten met Music for Torching genoeg. Van het decor, de New Yorkse suburb Westchester, tot Homes’ sardonische blik op het leven dat zich daar afspeelt. Maar, beaamt de schrijfster, een opvallend verschil is dat haar personages vanaf haar vorige roman, This Book Will Save Your Life (2006), in elk geval stréven naar het goede.
‘Wat er is gebeurd? Weet je, ik zag in 2001 uit het raam van mijn appartement die vliegtuigen het wtc invliegen… Dat was verwarrend en beangstigend, maar direct erna letten New Yorkers wel meer op elkaar. Omdat we het gevoel hadden dat we samen iets hadden doorstaan, maar ook omdat we wilden checken of alles nog oké was. Want dat is een van de effecten van terrorisme: je zit bijna te wachten op de volgende ramp. Dat deed me stilstaan bij de verantwoordelijkheid die we als mensen voor elkaar hebben. Het belang van dingen voor anderen doen. Ik heb altijd wel geloofd dat we niet zo narcistisch moesten leven, maar “9/11” was een gigantische wake up call. Het moet nú gebeuren, anders zijn we de lul.’

Richard Nixon
Dat ze negen jaar geleden haar dochtertje Julliet kreeg, hielp ook. ‘Als je eenmaal een kind hebt, voel je je niet alleen verplicht tot optimisme, je wílt ook graag optimistisch zijn. En daarbij: het is geen kunst om een boek te schrijven waarin alles alleen maar bergafwaarts gaan. Vallen is makkelijk. Waar het om gaat is: hoe sta je weer op? Hoe maak je iets van je leven?’
Wat dat betreft was Harold lang een frustrerende verteller. ‘Personages worden in mijn hoofd heel driedimensionaal. Alsof ik daadwerkelijk mensen aan de bevolking toevoeg die ik op straat kan tegenkomen. Als zij eenmaal op gang zijn, komt de plot meestal vanzelf. Maar Harold bleek een ontzettende gesloten passieveling. Ik ging me echt afvragen of hij wel opgewassen was tegen de uitdagingen waar hij mee te maken kreeg. Zou hij voor die kinderen kunnen zorgen? Uit zijn schulp kunnen kruipen? Forceren kon ik dat niet: er moest iets in hem veranderen. Het was alsof ik vijf jaar lang zijn psychotherapeut was. “Kom op, Harry, je kunt het!”’
Waar ze vanaf het begin plezier in had, is dat Harold al twintig jaar obsessief werkt aan een studie over Richard Nixon. ‘Nixon is zo’n fascinerende figuur! Ik ben opgegroeid in Washington en herinner me nog goed wat een intense haat er heerste tegen die man. En de impact van zijn presidentschap galmt nog op allerlei manieren na. Neem de handelsbetrekkingen die hij met China aanknoopte: veertig jaar later bezit China een enorm aandeel in de Amerikaanse staatsschuld en worden zo’n beetje al onze spullen daar gemaakt.’
Stapels boeken las ze over hem. ‘Boeken van Nixons psychiater, zijn lijfarts, alle boeken over Watergate… En ik ben veel in zijn geboorteplaats Yorba Linda, Californië geweest, waar je in de Nixon Library de “White House Special Files” kunt inzien, de documenten die door de regering in beslag zijn genomen en nog steeds stukje bij beetje worden vrijgegeven. Mijn favoriet was een memo van zijn secretaresse. Ze had gezien dat hij die avond vrij had, en vroeg of hij misschien met mevrouw Nixon naar een bepaald toneelstuk wilde. “I HATE THEATRE!” had-ie daar in uitroeptekens onder gekrabbeld. “NEVER ASK ME AGAIN!”’

Nateville
Gaandeweg vatte Homes zo het idee op om Harold zich te laten buigen over een teruggevonden doos met korte verhalen van de expresident. Niet eens zo vergezocht, beweert ze: ‘Het is bekend dat Nixon aan slaaploosheid leed en ’s nachts vaak zat te schrijven in notitieblokken. En niemand weet precies wat… Zijn fictie baseerde ik op feiten uit zijn leven. Dat hij twee broers had die heel jong stierven. Dat hij, toen hij met zijn vrouw Pat in New York woonde, een drankprobleem had. Een verslavende bezigheid. Op een bepaald moment dacht ik: “O nee, ik ga een hele bundel Nixonverhalen schrijven!” Ik moest mezelf echt tegenhouden. “Hoho, je bent met een roman bezig!”’
Het gestoei met de Tricky Dicky Papers is daarin maar één element in een stortvloed aan maffe verwikkelingen. Zo komt George onder meer terecht in een hilarische tbs-kliniek in de bossen ‘waar de gevangenen tikkertje spelen en in bomen wonen’, en duikt Harold in de wondere wereld van seksdatingsites. ‘Ik was geshockeerd door hoe gedetailleerd fantasieën daarop werden beschreven. En het toont een van de bizarre effecten van technologie: veel mensen hebben tegenwoordig één persoonlijkheid die ze op hun werk en in hun gezin laten zien, en een compleet andere die ze op internet etaleren. Dat kan vast bevrijdend werken, maar je kunt jezelf er ook zo in verliezen dat je op den duur niet meer weet wie je nou echt bent.’
Ook aardig: Nateville, het dorp in Zuid-Afrika dat Nate, steenrijk als hij is, heeft geadopteerd en waar ze zijn bar mitswa vieren. ‘Nate wil die mensen een waterput geven, maar wat ze eigenlijk willen hebben is een flatscreen,’ lacht Homes. ‘Dat is misschien treurig, maar de westerse consumptiemaatschappij heeft hen nu eenmaal voorgehouden dat dat het hoogste goed is: dure spullen verzamelen. Daarom is het onze verantwoordelijkheid om de lat hoger te leggen. Toch die waterput bouwen, vaccinaties verspreiden en microkredieten verstrekken. Met iets positievers komen dan just stuff.’
Dat soort serieuze punten maakt Homes in Vergeef ons, gelukkig met veel humor. ‘Want juist daarmee kun je emotioneel dieper graven. Als je ergens om lacht, ontstaat er als het ware een opening waardoor je kunt zien hoe verschrikkelijk het eigenlijk is.’

In De Avonden sprak Jeroen van Kan met A.M. Homes over Vergeef ons (oorspr. May We Be Forgiven, vertaling Gerda Baardman en Wim Scherpenisse):