Bij de start van de tweede reeks van de Human-televisieserie 'Dus ik ben' verschijnt van filosofe Stine Jensen het boek 'Dus ik ben weer', een nieuwe zoektocht naar identiteit en de maakbaarheid ervan.

In Ik werk dus ik ben, de eerste aflevering van het tweede seizoen van Dus ik ben, zien we hoe zzp’er Stine Jensen een visitekaartje wil laten maken. De functies waarmee ze haar bedrijf ‘ik’ in de wereld manifesteert, passen er nauwelijks op: filosoof, literatuurwetenschapper, schrijver, televisiepresentatrice, gastspreker, jurylid, opiniemaker.

U heeft toch helemaal geen tijd om te denken?
Stine Jensen (39): ‘Nee, hahaha. Maar voor denken hoef ik niet per se te zitten, tijdens wandelen of zwemmen komen er ook gedachten. Misschien zelfs juist dan; als ik echt van plan ben om te gaan denken, wil ik meestal eerst koffie zetten en daarna toch liever gewoon iets doen. Schrijven is voor mij wel een manier om gericht te denken. Het is dan veel minder verstrooid; het dwingt me mijn gedachten te veruitwendigen. Samen met iemand denken is ook leuk en schiet soms lekker op, het kan echt helpen om verder te komen. Ik neem trouwens ook regelmatig tijd om niet te denken.’

Hoe?
‘Door alles wat met denken te maken heeft of lijkt te hebben even uit te schakelen. Geen email, geen mobiele telefoon. Dat levert niet per definitie niet-denken op, maar het kan wel andere vormen van denken aanboren of denken in een ander tempo mogelijk maken. Want wat Joke Hermsen, filosofe en schrijfster van Stil de tijd, in Ik werk dus ik ben zegt, is volgens mij belangrijk: als onze maatschappij er een wordt waarin mensen nooit meer hun apparaten uitzetten, riskeren we daarmee een onmenselijke, agressieve samenleving. Daarin is iedereen voortdurend heel druk en is er geen tijd of aandacht meer voor anderen. Zonder regelmatig terugkerende, rustige denkruimte staat de menselijkheid op het spel.’

Stopt uw denken ooit?
‘Soms, als ik ziek word en mijn lijf het overneemt, dan is de energie even ergens anders nodig. En in beweging kan ik me gedeeltelijk vrijmaken, soms weet het lichaam ook meer dan een hoofd. Maar dat klinkt heel spiritueel en yoga.’

Is dat een bezwaar?

‘Tja. “Spiritueel” is een gevaarlijk woord als het over filosofie gaat, omdat het zweverigheid zou kunnen inhouden. Ik ben opgeleid in de empirische filosofie, het materiaal waarover het daar gaat is geaard en kijkt in de praktijk. Spiritualiteit heeft te maken met geestelijk, ongeaard, de ziel. Dat laatste is het thema van de maand van de filosofie dit jaar en eerst dacht ik: daar heb ik helemaal niks mee. Maar denken gaat ook over je ergens door willen laten inspireren, over durven veranderen. Dus misschien kan zo’n onderwerp juist iets openen. Zoals yoga dat voor mij ook doet, het maakt me minder in de war, geeft meer balans. Ik hoef dat niet rationeel te kunnen verklaren. Als ik alleen in mijn hoofd zou leven associeer ik dat met een soort gesloten inrichting.’

Denkt u dat u tot nu toe ooit één echt eigen, originele gedachte hebt gehad?

‘Hm, nee. Wel heb ik soms een oorspronkelijke formulering van een gedachte. Denk ik. En ik heb ik één kleine term toegevoegd aan het filosofisch vocabulaire: “intiem kapitaal” is door mij op de agenda gezet; verhandelbare privacy. In een gesprek met mijn zus, die ook filosoof is, had ik ’m ineens, voortbordurend op de verschillende vormen van kapitaal die de Franse denker Pierre Bourdieu in de vorige eeuw formuleerde. Nadat ik die omschrijving in een essay had gebruikt, zag ik hem overal opduiken, alsof het al bestond. En natuurlijk, ook dat had iemand anders kunnen bedenken, en misschien was dat zelfs al ergens gedaan, maar ik had er tot het moment waarop ik er zelf op kwam nog nooit van gehoord.’

Het eerste seizoen van Dus ik ben was een opgewekte verkenning van onze maakbare identiteit, ruim een jaar later zet de nieuwe reeks afleveringen vraagtekens bij die maakbaarheid.
‘Ja, we richten ons nu meer op de onvrije identiteit. Onder andere als gevolg van de financiële crisis is er minder keuzevrijheid, bijvoorbeeld wat betreft het werk dat je kunt gaan doen. Misschien bepalen dat soort grote ontwikkelingen waar we geen invloed op hebben meer wie wij zijn dan we dachten. Dus hoe uniek en maakbaar ben je eigenlijk?’

Wat is de filosofische waarde van al het werk dat u doet?

‘Er is op dit moment een grote groep filosofen die op verschillende manieren de publiciteit zoekt en contact met het publiek maakt. We scheuren met 120 kilometer per uur over de autobaan, knap als je het kunt en ontzettend leuk, maar er is een reëel gevaar dat filosofie entertainment wordt, en is het dan nog wel filosofie? De alaindebottonisering, noemt de Engelse filosoof Simon Critchley dat, naar de inspanningen van De Botton om filosofie aan te wenden om er mensen mee te helpen of dingen op te lossen. De lastig te lezen Amerikaanse Donna Haraway, waar ik me met veel plezier tijdens mijn studie doorheen geworsteld heb, zegt: filosofie begint pas op het punt waar je het niet meer weet, waar het schuurt en wringt en onbehaaglijk wordt. En het is de kunst om daar lang te blijven hangen. Maar zoiets is natuurlijk moeilijk op televisie, daar heb je een te volgen verhaallijn nodig en dus moet ik veel laten liggen. Ik ben tevreden als het uitgangspunt waarmee ik een aflevering ben begonnen aan het eind van de rit onderuit geschoffeld wordt, zoals de Italiaanse filosofe Rosi Braidotti doet in Ik reis dus ik ben. Probeer Schiphol de volgende keer dat je er bent eens te zien als de gevangenis die het ook is, zegt zij, in plaats van alleen maar als een doorgangspoort naar een plek ver weg waar je lekker op zoek gaat naar jezelf. Zij aait niet, maar prikt en laat je daardoor met nieuwe ogen naar de wereld kijken.’