Rutger Kopland was sinds enige tijd ziek en stierf woensdag jl. in zijn woonplaats Gllimmen.
Op woensdag 18 juli wordt een herdenkingsdienst gehouden in de Martinikerk in Groningen, weet het Groninger literaire weblog Tzum.
In 1966 debuteerde Kopland met de bundel Onder het vee. In 1988 won hij de P.C. Hooft-prijs voor zijn gehele oeuvre en tien jaar later de VSB Poëzieprijs. Ook ontving hij twee eredoctoraten, voor zowel zijn kunst als zijn wetenschappelijke prestaties. Kopland was psychiater, gespecialiseerd op het gebied van depressies.
Ooit werd Kopland uitverkoren als Dichter des Vaderlands, maar hij liet die eer aan zich voorbij gaan. Ook paste hij voor een koninklijke onderscheiding. ''Mensen die krom liggen voor het buurthuis of zich belangeloos inzetten voor de lokale sportclub verdienen een lintje", zei Kopland in 2005. ''Kunstenaars moeten daar buiten blijven. Die hebben hun eigen circuit waarin mensen geëerd worden. Wat dat betreft heb ik zelf geen klagen".
De gedichten van Kopland wisselen sterk van vorm. In 1989 vertelde hij aan Elsevier: ''Ik ben benauwd voor gehoorzaamheid aan de vorm. Ik wil dat mijn beschrijvingen zich aanpassen aan wat ik beschrijf. Daarom prefereer ik de weg van inhoud naar vorm."
Over de inhoud zei hij eens dat de lezer die niet helemaal hoefde te snappen, maar dat hij wel het gevoel moest krijgen dat 'het klopt'.
Kopland schreef in totaal veertien gedichtenbundels en daarnaast literaire essays. Zijn werk is onder meer vertaald in het Engels, Duits en Italiaans. De meest recente bundel van Kopland, Toen ik dit zag, stamt uit het najaar van 2008. Een nieuwe druk van zijn verzamelde gedichten verscheen in 2010.
Bron: ANP
Let op: Deze inhoud kan niet getoond worden omdat deze mogelijk strijdig is met de gekozen cookiesettings.
U kunt dit hier aanpassen door de categorie 'social' aan te vinken. Waarom is dit nodig?
U kunt dit hier aanpassen door de categorie 'social' aan te vinken. Waarom is dit nodig?