De verhalen van de Israëlische schrijver en filmmaker Etgar Keret gaan over gewone mensen met gewone verlangens. Alleen komen ze vaak in de meest bizarre situaties terecht. ‘Ik verlies de controle bij het schrijven.’

In de Joodse getto’s, waar de ouders van de Israëlische schrijver en filmmaker Etgar Keret (1967) opgroeiden, waren geen voorleesboeken. Daarom verzonnen hun ouders verhalen. Op hun beurt vertelden Kerets vader en moeder verhalen aan hem en zijn broer en zus. ‘Voorlezen uit een kinderboek was voor hen zoiets als je kinderen eten van McDonald’s voeren,’ vertelt Keret. De verhalen van zijn moeder werden bevolkt door feeën en fantasiedieren. In de verhalen van zijn vader kwamen vooral dronkaards, prostituees en maffiabazen voor. ‘Een prostituee is iemand die professioneel luistert naar mensen, leerde mijn vader mij. Dat kwam omdat hijzelf, Holocaustoverlevende, na de oorlog een tijdje gratis in een bordeel mocht wonen. Het was de eerste keer in zijn leven dat mensen aardig voor hem waren. Uiteindelijk gingen zijn verhalen altijd over menselijke compassie. Daar gaan mijn verhalen ook over.’


Verhalen vertellen zit Etgar Keret duidelijk in de genen. De ene na de andere anekdote rolt uit zijn mond als we hem spreken op het kantoor van zijn Nederlandse uitgeverij. Hij is hier voor de presentatie van zijn vijfde verhalenbundel, Verrassing. Net als in zijn vorige bundels komen hierin de sprookjesdieren van zijn moeder en de twijfelachtige figuren van zijn vader samen. In absurdistische verhalen, vaak niet meer dan enkele pagina’s lang, combineert Keret zijn enorme fantasie met een scherpe en vaak zwart-humoristische blik op de alledaagse werkelijkheid in Israël. Pratende goudvissen naast suïcidale soldaten. De afgelopen vijftien jaar veroverde hij behalve Israël ook de Verenigde Staten. Zijn verhalen werden gepubliceerd in de The New Yorker en voorgelezen in de populaire npr-radioshow This American Life. ‘Een genie,’ schreef The New York Times.

Overspelige mannen
Maar in 2002, na zijn vierde bundel, droogde de inkt op. Keret: ‘Mijn leven veranderde, ik ging trouwen, kreeg een kind. Ineens had ik een levensverzekering en een hypotheek. Ik herkende mezelf niet meer in mijn schrijven. Ik kon honderd mooie beschrijvingen geven van een vies appartement, maar niet één van een schoon.’ Ondertussen maakte hij wel films, waaronder het in Cannes met een Camera d’Or bekroonde Jellyfish, samen met zijn vrouw Shira Geffen. ‘Ik denk dat ik door films te maken beter ben gaan schrijven,’ vertelt Keret. ‘Ik heb nu bijvoorbeeld meer aandacht voor mise en scène; hoe mensen zitten, hoe ze opstaan. Na het eenzame schrijven was het ook leuk om eens iets met een groep te maken. Je deelt iets heel intiems met elkaar. Een film maken is eigenlijk als een orgie, maar dan zonder seks. Maar, het kan het schrijven niet vervangen.’

Keret hervond zich en schreef Verrassing, een consistentere bundel dan zijn eerdere werk. Veel verhalen in dit boek gaan over de rol van verhalen vertellen in het leven. Smoesjes, dromen, leugens en verhalen schrijven. Het openingsverhaal ‘Ineens wordt er aan de deur geklopt’ leest als een mission statement: een schrijver wordt in zijn huis met een pistool op zijn hoofd gedwongen om te schrijven. Keret: ‘Deze bundel voelde als een soort Verhalen van duizend-en-een-nacht. Om te overleven moest Sherazade elke avond een verhaal vertellen. Ik moet ook schrijven om te overleven. Ik schrijf tegen de eenzaamheid en om betekenis te geven aan de dingen die ik meemaak. In het dagelijks leven kan ik liegen en mensen naar de mond praten, in mijn verhalen kan ik zijn wie ik echt ben. Het is een soort biechten.’ Hij lacht: ‘Mijn vrouw vroeg waarom er in Verrassing zo veel overspelige mannen voorkomen. Ik antwoordde: heb je liever dat ik schrijf over trouwe mannen en jou ondertussen bedrieg?’

De schrijver uit het openingsverhaal van Verrassing besluit uiteindelijk een verhaal te schrijven ‘over de menselijke situatie zoals hij die op dit moment ervaart’. Dat is ook waar het Keret om gaat. ‘Ik schrijf niet over politieke of sociale situaties,’ vertelt hij. En dus gaan zijn verhalen over gewone mensen met gewone verlangens. Alleen komen ze vaak in de meest bizarre situaties terecht. Een jongen die via een gat in de grond terecht komt in Leugenland, en daar geconfronteerd wordt met alle smoesjes en leugenachtige verhalen die hij in zijn leven bij elkaar gefantaseerd heeft. Een arts die niet weet wat hij tegen de familie moet zeggen als hij ontdekt dat de 32-jarige vrouw die omkwam bij een zelfmoordaanslag van binnen gevuld was met tumoren en sowieso niet lang meer geleefd had. ‘Ik verlies de controle bij het schrijven. Er ontstaan personages en ik weet niet waar ze vandaan komen. Ze gaan dood en ik weet niet waarom. Ik kan geen goed verhaal schrijven als het mijzelf niet verrast.’ Nooit zijn het verhalen met een oplossing of uitweg. Keret: ‘Als ik een boodschap heb voor mijn lezer, is het: het leven is complexer dan je denkt.’

Totaal verschillend
Vooral jonge Israëliërs lopen met hem weg en Keret snapt wel waarom. ‘Het gaat in Israël, ook in de literatuur, altijd over het grote verhaal. Over de sociaal-politieke ontwikkeling van het Israëlische volk, over groepen. Mijn verhalen gaan juist over de buitenbeentjes. Mensen die zich niet kunnen of willen conformeren aan de groep. Jongeren voelen zich blijkbaar aangesproken door dat anarchistische randje aan mijn werk.’ Hij grinnikt: ‘Ik ben trouwens ook de populairste schrijver in gevangenissen. En mijn boeken worden het meest gestolen uit winkels.’

Af en toe schrijft Keret stukken in de krant over het Midden-Oostenconflict. ‘Ik doe het omdat ik soms de realiteit wil beïnvloeden, maar ik vind het eigenlijk niet leuk om te doen en ben er niet goed in. In een essay moet je een punt maken, in verhalen is meer ruimte voor ambiguïteit. Ik kom uit een land waar het heel normaal is om mensen die het niet eens met je zijn, te ontmenselijken. Het idee is: ik heb het goed en jij bent fout. Maar zoals ik het zie, hebben mensen die niet hetzelfde geloven als ik, het niet per se helemaal verkeerd.’ Deze houding heeft ook met zijn geschiedenis te maken, denkt hij. Zijn zus is een ultraorthodoxe jood met elf kinderen, zijn broer is de leider van de pro-marihuanalobby in Israël. ‘Wij zijn totaal verschillend, maar we hebben vroeger thuis dezelfde verhalen gehoord. Ik denk dat we alledrie de wereld beter maken.’

Toen in Jeruzalem de eerste Occupy-tent werd opgezet, belden de jonge demonstranten hem op. ‘Ik vroeg: waarom bellen jullie mij? Iemand antwoordde: “Ik ben hier vanwege jouw verhalen. Omdat ik het systeem niet accepteer, omdat ik geloof dat het anders kan. Ook al schrijf je geen ideologische manifesten, je beïnvloedt mijn leven met je fictie.”’ Het raakte Keret. Fanmail krijgt hij naar eigen zeggen zowel uit Arabische dorpen als ultraorthodoxe nederzettingen. ‘Het feit dat ze allemaal naar hetzelfde romanpersonage kunnen kijken en kunnen zeggen “dat ben ik”, betekent dat ze iets gemeen hebben dat al die ideologische verschillen kan overbruggen. Dat vind ik hoopvol.'