De Amerikaanse schrijver Teju Cole schreef een nieuw kort verhaal voor The Financial Times, over een man die naar het Metropolitan Museum in New York gaat en daar gefascineerd raakt door een schilderij van Jacques-Louis David.

Op dat achttiende-eeuwse doek zien we een potret van de Franse scheikundige Antoine-Laurent Lavoisier en zijn vrouw. Nog geen jaar nadat het schilderij af was brak de revolutie uit. De hoofdpersoon van Cole’s verhaal houdt niet van revoluties. Hij houdt van orde. Bovenden was zijn vader een overlevende van de Chinese revolutie.

 

Net als in zijn roman Open City is ook in dit korte verhaal de stad New York alomtegenwoordig. Metrolijnen, straten, het museum, restaurants. Wim Brands liep voor het programma Nieuwkomers met hem door New York, om over zijn boek te praten en over hoe het is om een Amerikaan te zijn die tegelijk ook geen Amerikaan is. Cole’s familie komt oorspronkelijk uit Nigeria. ‘Het concept open stad heeft ook een donkere kant,’ zegt hij tegen Brands. ‘Het is een militaire term. Een open stad, is een stad die uit lijfsbehoud een pact sluit met de vijand, een pact om te voorkomen dat je wordt vernietigd. Een open stad laat de vijand binnen uit lijfsbehoud, en iedereen doet tegelijk of die vijand er niet is.’

 

Lees het nieuwe korte verhaal van Cole in The Financial Times en kijk hieronder naar de aflevering van Nieuwkomers.