'Toen hij zaterdagmiddag om half drie thuiskwam, was de kachel uit. Op tafel lag een briefje met de tekst: 'Lieve Frits. Ik weet niet waar vader is. Ik ben naar Annetje. Vanavond kom ik om een uur of elf weer thuis. Er is erwtensoep en een stukje vlees mag je ook nemen. Bak maar aardappelen op met de uien. Dag. Moeder.'' Zo begint hoofdstuk zeven van 'De avonden', gelezen door Gerard Reve.