'Vrijdagmiddag moest op het kantoor wegens de zware bewolking reeds om kwart over drie het licht worden opgestoken. Frits verzamelde proppen papier van zijn bureau, blies sigarettenas weg en leunde daarna achterover in zijn stoel.' Zo begint het zesde hoofdstuk van 'De avonden', voorgelezen door Gerard Reve.