De Literaire Boekenquiz werd dit jaar samengesteld door literatuurhistoricus Piet Calis. ‘Toen ik tien vragen bedacht had, bleek dat liefst zeven daarvan binnen enkele minuten met behulp van Google konden worden beantwoord. Die konden dus geschrapt worden.’

‘De quiz was dit jaar zo moeilijk, dat ik bijna de moed opgaf,’ schreef Tine den Hoed uit Heiloo. Ze was niet de enige die zich beklaagde over de Literaire Boekenquiz 2012, dit jaar gemaakt door. ‘Zucht, puf, steun,’ voegde Monique Jansen toe aan haar email met antwoorden. ‘Volgens mij is deze quiz niet te doen zonder bibliotheek!’ verzuchtte Ria Winters, ‘in ieder geval bedankt dat jullie me weer van de straat hebben gehouden.’ Dat was ook precies de bedoeling, Ria. In jouw geval leverde het toch een mooie score op: slechts drie fout. Misschien wel even lastig als het beantwoorden van de vragen was het verzinnen ervan. Immers, de redactie had Piet Calis de opdracht gegeven dat de antwoorden niet te makkelijk te googlen mochten zijn. Leuk, maar wel een opgave, vond Piet Calis: ‘Je bent in voortdurende strijd met de firma Google & Co. Toen ik tien vragen bedacht had, bleek dat liefst zeven daarvan binnen enkele minuten met behulp van dit zoekprogramma konden worden beantwoord. Die vragen konden dus geschrapt worden. Daarna werd het zoeken om de eerder genoemde firma te slim af te zijn. Het geheel is daardoor een test geworden die in sado-masochistische kring hoge ogen zal gooien.’

Hoe sado-masochistisch de quiz dan ook geweest mag zijn, gelukkig heeft Rian van de Sande (drie fout) ‘er wel een paar inkijkjes in prachtige boeken voor terug gekregen’. Ook Paul Uitdenbogaard heeft ‘weer een aantal te lezen boeken’ aan zijn lijst toegevoegd. Annelies Wintermans heeft zelfs dankzij de quiz ‘nieuwe (oude) dichters leren kennen.’ Zo horen we het graag. Oud-winnaar Toos Hertog vond het een ‘heerlijke, zoals vanouds moeilijke quiz’ en ook oudgedienden Maaike Bijnsdorp en Jeroen Aarssen hebben zich vermaakt: ‘Piet Calis is een topper!’ Jammer van die ene fout Toos, Maaike en Jeroen. Maar jullie verdienen wel een eervolle vermelding, net als Ageet Schwertmann uit Midwolda,  Henny Bax uit Veldhoven en Wim Veerman uit Amsterdam, allemaal slechts één fout!

Vaak mis ging het bij vraag 2, bij de passage over eenzaamheid. Die schreven veel mensen aan Paul Rodenko toe, maar hij is toch echt van K. Schippers, te vinden op pagina 44 van De waarheid als De koe (1963). Ook Wim Sanders, die zich afvroeg of er überhaupt een foutloze oplossing bij de VPRO Gids binnen zou komen, maakte deze fout. De ‘alternatieve industrie’ waar hij zich naar eigen zeggen uiteindelijk maar tot heeft gewend, pakte in dit geval dus niet goed uit. Maar toch, slechts drie fout Wim! Ook vraag 31, over de dichter van de regel ‘De stoere vrienden, de verhalen en de rondjes, Genoeg!’ in de bloemlezing Maximaal, was een lastige. Agnes Coomans benaderde op aanraden van haar poëziekring de bloemlezer van Maximaal zelf: Joost Zwagerman. Een heel ijverige poging, maar helaas, Zwagerman mailde hoffelijk terug het zelf ook niet meer te weten en dus gokte Agnes op K. Michel. Maar het was Tom Lanoye die naar ‘tucht en discipline’ verlangde.

Tenslotte een diepe, diepe buiging voor de winnaar van deze moeilijke boekenquiz: Christa Fontein uit Voorschoten. Zij leverde, zoals bijna elk jaar, een foutloos antwoordenformulier in. Viel ze eerder buiten de boot omdat er meerdere foutloze inzenders waren en er geloot moest worden, dit jaar is ze de enige en daarmee de winnaar van het weekendje flaneren in Parijs. Veel plezier aan de Rue de Seine, je hebt het dubbel en dwars verdiend.

De vragen, de antwoorden en hun vindplaats. De juiste antwoorden zijn vetgedrukt:


1
Menno ter Braak en Eddy du Perron waren intens bevriend. Met welke aanhef begon Ter
Braaks eerste brief aan Du Perron?
a. Beste Eddy
b. Zeer geachte heer
c. Geachte heer
d. Amice

Menno ter Braak/E. du Perron, Briefwisseling 1930-1940 (deel 1), pag. 5.

2
Wie noteerde: ‘Je spreekt over eenzaamheid? Eenzaam is iemand die nooit met gepast geld betaalt om het contact – de lichte aanraking van de binnenkant van de hand door vreemde vingers – dat bij het teruggeven van het wisselgeld ontstaat, te kunnen beleven.’
a. Paul Rodenko
b. Vonne van der Meer
c. K. Schippers
d. Clara Eggink

K. Schippers, De waarheid als De koe, pag. 44.

3
In De wetten beschrijft Connie Palmen verscheidene min of meer vriendschappelijke relaties van de hoofdpersoon. Wie van de vier hieronder genoemden komt in het rijtje niet voor?
a. een psychiater
b. een politicus
c. een astroloog
d. een kunstenaar

Connie Palmen, De wetten.

4
Wiens zusjes spelen in de roman Tonio van A.F.Th. van der Heijden met de kleine Tonio, terwijl hij zelf nors toekijkt?
a. Klaas-Jan Huntelaar
b. Robin van Persie
c. Dirk Kuyt
d. Wesley Sneijder

In Hoofdstuk IV Het Schoolhuis beschrijft Van der Heijden een vakantie in Frankrijk, waar de familie kennismaakt met de Rotterdamse familie Van Persie. De 6-jarige Robin is dan een stuurs jongetje dat weinig van de kleine Tonio moet hebben. Robins zusjes echter, zijn dol op hem. Aan het eind van het boek zien de ouders van de dan inmiddels overleden Tonio Robin van Persie terug op een boot met Oranjespelers die door de grachten vaart, vlak langs de plek van het ongeluk dat Tonio het leven kostte.

5
Welk duo was niet met elkaar bevriend?
a. P.C. Hooft – Constantijn Huygens
b. Ed. Hoornik – A. Marja
c. Aagje Deken – Betje Wolff
d. Anton van Duinkerken – Gabriël Smit

A. Marja, Over de kling, pag. 33-34.

6
Wie publiceerde de tekening hierboven als karikatuur van een vroegere vriend die intussen een tegenstander geworden is?
a. Willem Frederik Hermans
b. Charlotte Mutsaers
c. Dirkje Kuik
d. William D. Kuik

Willem Frederik Hermans, Mandarijnen op zwavelzuur (tweede druk), pag. 107.

7
Welke auteur schreef in het vers ‘Vriendenverdriet’:
‘Telkens als mijn vriend Lever / diep
wordt aangedaan, / rolt er over zijn wangen
/een warme levertraan./ Maar bij vriend Van
der Broek / uit zich de weemoed anders.
/Hem rollen langs de wang / de Broek-en
waterlanders.’
a. Annie M.G. Schmidt
b. Daan Zonderland
c. Kees Stip
d. Lévi Weemoedt

Daan Zonderland, Redeloze rijmen en alle andere verzen, pag. 90

8
Welke dichter schreef samen met Facebookvrienden een gedicht?
a. Ilja Leonard Pfeijffer
b. Louis Nanet
c. Gerrit Komrij
d. David van Reybrouck

De Vlaamse schrijver David Van Reybrouck plaatste in 2011 de zin ‘Het waren eenzame kilometers tussen Ieper en Brussel’ op zijn Facebookpagina. Het waren de woorden van voormalig koninklijk bemiddelaar Johan Vande Lanotte die hij plaatste op zijn Facebook. Zijn oproep tot aanvullingen op deze zin, leverde ruim 150 bijdrages op, die hij vervolgens samensmeedde tot één gedicht. Dat is hier te lezen.

9
Welke dichter vroeg zich af over een vriend, die jaren geleden was gaan zwerven:
‘Maar gij, mijn vriend? Wat brachten u de jaren? /
Hebt ge op de hoogten van uw droom geleefd?’
a. J.H. Leopold
b. P.N. van Eyck
c. J.A. Dèr Mouw
d. J.C. Bloem

J.C. Bloem, Verzamelde gedichten, pag. 35.

10
Wie schreef: ‘Hoe vaak heb ik in een café gezeten en gewacht totdat er iemand zou komen met wie ik bevriend was, of die ik herkende en die verlangend en bereid zou zijn bij mij te komen zitten en met mij te praten, zodat de avond niet verloren zou zijn [...]’.
a. Adriaan Morriën
b. Renate Rubinstein
c. Guillaume van der Graft
d. Andreas Burnier

Adriaan Morriën, Plantage Muidergracht, pag. 298.

11
In welke roman wordt opgemerkt: ‘Ik heb helemaal geen vrienden, alleen maar kennissen. Van vrienden word je toch alleen maar paranoia’?
a. Over de liefde van Doeschka Meijsing
b. Veranderlijk en wisselvallig van Geerten Meijsing
c. Ik ook van jou van Ronald Giphart
d. Gimmick! van Joost Zwagerman

Joost Zwagerman, Gimmick!, pag. 35.

12
Welke schrijver moest meemaken dat zijn ex een van zijn beste vrienden om het leven
bracht?
a. Heere Heeresma
b. Kees Ouwens
c. F.B. Hotz
d. Jan Arends

Aleid Truijens, Geluk kun je alleen schilderen. F.B. Hotz. Het leven, pag. 374.

13
Wie spuwt iemand die het lef heeft zich een vriend te noemen, in het gezicht?
a. Piet Paaltjens
b. Klikspaan
c.De Schoolmeester
d. Hildebrand

Piet Paaltjens, Snikken en grimlachjes, vers LXXXIII, pag. 17.

14
Wie droeg een gedicht op aan liefst tien vrienden en bekenden, van wie er toen al één
overleden was?
a. Hans Andreus
b. Lucebert
c. Bert Schierbeek
d. Koos Schuur

Lucebert, De Amsterdamse school, pag. 30.

15
Welke dichteres vertelde over haar eerste ontmoeting met Vasalis en haar man: ‘Ik vond het meteen heerlijk bij hen thuis. Hij was ook buitengewoon aardig, en bij haar was het altijd groots en lieflijk. Ik kwam er regelmatig. We praatten over alles wat ons maar in de hersens kwam.’
a. Fritzi ten Harmsen van der Beek
b. Elisabeth Eybers
c. Judith Herzberg
d. Anna Enquist

Maaike Meijer, M. Vasalis: een biografie, pag. 721.

16
Welke auteur schreef: ‘Onschuld en levenskracht
/ naakte natuurvrienden / spelend in
bospartij / zijn vergenoegd / De ambiance
wordt pas / onparadijselijk / als zich bij ’t
groepje / een wespenzwerm voegt.’
a. C. Buddingh’
b. Godfried Bomans
c. Drs. P
d. S. Carmiggelt

Drs. P, Weelde & feestgedruis, pag. 150.

17
Half mei 1948 merkte Anna Blaman in een brief op: ‘Ik heb voor jou een genegenheid die niets te maken heeft met elkaar al of niet frequent zien; al zie ik je niet of wel, ik sta dicht bij je.’ Aan wie schreef Anna Blaman deze betuiging van vriendschap?
a. Emmy van Lokhorst
b. Alfred Kossmann
c. Jo Boer
d. Sonja Witstein

Anna Blaman, Ik schrijf het je grof-eerlijk, pag. 17.

18
Lucebert begon een affaire met de vrouw van een goede vriend. Voor haar maakte hij een uniek boekje met gedichten en tekeningen. Wie was deze vriend?
a. Remco Campert
b. Karel Appel
c. Bert Schierbeek
d. Jan Elburg

Karin Evers, De andere stemmen. Portret van Bert Schierbeek, pag. 59-60.

19
Welke vriend van Maarten Biesheuvel bleek gelukkig te zijn met het lezen van zijn verhalen met daarbij het genot van een goede sigaar en een glaasje port?
a. Maarten ’t Hart
b. Rinus Ferdinandusse
c. Karel van het Reve
d. Anton Korteweg

Eva Biesheuvel-Gütlich (samenstelster), Biesboek, pag. 155.

20
In welke roman prikt een van de personages met een speld in zijn wijsvinger en daarna in de duim van een andere jongen om hun vriendschap te bezegelen?
a. De Nederlandse maagd van Marente de Moor
b. Gemis van Manon Uphoff
c. Dorsvloer vol confetti van Franca Treur
d. Nest van Sanneke van Hassel

Manon Uphoff, Gemis, pag. 98-99.

21
Van welke vriend nam de dichter Hugues C. Pernath twee jaar voor zijn dood afscheid met de woorden: ‘Ik neem door deze afscheid van u, gij zult mij hierna niet meer zien.’
a. Jeroen Brouwers
b. Hugo Claus
c. Freddy de Vree
d. Paul Snoek

Jeroen Brouwers, Mijn Vlaamse jaren, pag. 173.

22
Tijdens een eindexamenfeest in zijn huis wordt over de hoofdpersoon van de roman verteld: ‘Hij had geen talent voor vriendschap, zoals anderen geen talent hebben voor
tekenen of vreemde talen. Juist daarom had hij graag een muziekinstrument willen spelen. In plaats van met hen te praten, had hij muziek voor de mensen willen maken.’ Welke roman wordt hier bedoeld?
a. Bonita Avenue van Peter Buwalda
b. Joe Speedboot van Tommy Wieringa
c. Post voor mevrouw Bromley van Stefan Brijs
d. Tirza van Arnon Grunberg

Arnon Grunberg, Tirza, pag. 170.

23
Welke twee vrienden hebben samen een bezoek gebracht aan Florence?
a. Louis Couperus en Marcellus Emants
b. E.J. Potgieter en Conrad Busken Huet
c. Willem Kloos en Herman Gorter
d. J.H. Leopold en P.C. Boutens

Anton Korteweg e.a., 't Is vol van schatten hier (deel 1), pag. 89.

24
Wie noteerde over een eekhoorn die hij in een park tegenkwam, onder het kopje ‘Dierenvriendschap’: ‘Als ik dicht bij hem ben, blijven we beiden stil staan op onze achterste poten, een soort van vader-en-zoon, ik een beetje streng, hij een beetje stout. Zijn bekje begint aarzelend te knabbelen, stopt weer. Hij heeft mij in het linker oog. “Ik hou van je” zeg ik. Nu heeft hij mij in het rechter oog. Hetzelfde, denkt hij blijkbaar.’
a. Anton Koolhaas
b. Koos van Zomeren
c. Leo Vroman
d. Belcampo

Leo Vroman, Tineke - De adem van Mars - Snippers van Leo Vroman, pag. 135.

25
Op 1 november 1950 viert Rudy Kousbroek zijn verjaardag in Parijs. Hij klopt aan bij Simon Vinkenoog, die dan aan de Avenue Jean-Jaurès woont, met de vraag of het feest bij hem mag plaatsvinden. Welke vriend verrast Kousbroek, door voor de gelegenheid
over te komen uit Nederland?
a. Remco Campert
b. Bertus Aafjes
c. Jeroen Brouwers
d. J.C. Bloem

Diederik Stevens – Hoogtij langs de Seine. Nederlandse schrijvers en kunstenaars in Parijs.

26
Vriendschap en liefde liggen soms dicht bij elkaar. In welke roman verandert een vriendschap met erotische ondertonen plotseling, terwijl de personages zich in Jeruzalem bevinden, in een gepassioneerde verliefdheid?
a. Vrouw in de schaduw van Dorinde van Oort
b. Het recht op terugkeer van Leon de Winter
c. De dochter van Jessica Durlacher
d. Een blauwe vlinder zegt gedag van Sophie van der Stap

Jessica Durlacher, De dochter, pag. 242.

27
Wie schreef over zijn vrienden dat deze kleur en gloed aan zijn leven geven en dat hij met hen kan discussiëren zonder dat ze hem pijn doen?
a. S. Vestdijk
b. J.W.F. Werumeus Buning
c. Gerard Walschap
d. J. Greshoff

J. Greshoff, Verzamelde gedichten, pag. 100.

28
Aan wie van zijn vrienden of vriendinnen vraagt de hoofdpersoon in De avonden van Simon van het Reve: ‘Hoe is het met je been? Jeukt het nog altijd zo?’
a. Viktor
b. Bep
c. Jaap
d. Joosje

G.K. van het Reve, De avonden, pag. 130.

29
Wie schreef dat hij door vrienden geschuwd werd als stinkend aas, wanneer hij in de moeilijkheden verkeerde?
a. H. Marsman
b. Herman van den Bergh
c. Hendrik de Vries
d. J.J. Slauerhoff

J.J. Slauerhoff, Verzamelde gedichten (deel 2), pag. 425.

30
Wie had als middelbarescholier samen met een vriend zijn nagels in een spitse, driehoekige vorm geknipt om zich van anderen te onderscheiden?
a. W.H. Nagel
b. Jan van Nijlen
c. M. Nijhoff
d. Nescio

Piet Calis, Onze literatuur vanaf 1916, pag. 6.

31
Welke dichter noteerde in een vers, gepubliceerd in de bloemlezing Maximaal:
‘De stoere / vrienden, de verhalen en de rondjes,
/ genoeg! Ik ben aan verzorging toe,
aan / tucht en discipline.’
a. Tom Lanoye
b. Arthur Lava
c. K. Michel
d. Pieter Boskma

Arthur Lava (samensteller), Maximaal, pag. 26.

32
Vriendschap en eten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar etentjes leveren soms ook penibele situaties op. In welk van de volgende boeken eindigt het
diner in de rechtszaal?
a. De eetclub van Saskia Noort
b. Het diner van Herman Koch
c. Het eetcomplot van Tom Schalken
d. Onder vrienden van P.B. Gronda

In Het eetcomplot blikt oud-raadsheer bij het Amsterdamse hof Tom Schalken terug op zijn rol in het proces-Wilders. Over zijn positie als raadsheer achter de vervolging van Wilders ontstond ophef, omdat hij in mei 2010 bij een diner van zijn eetclub Vertigo in discussie ging met de arabist Hans Jansen, die getuige-deskundige van Wilders was.

33
J. Slauerhoff en E. du Perron worden op de foto hieronder omarmd door:
a. Constant van Wessem
b. A. Roland Holst
c. Victor Varangot
d. K. Lekkerkerker

Anton Korteweg e.a., 't Is vol van schatten hier (deel 1), pag. 195.