De Avonden onderzoekt of het waar is dat dichters niet kunnen autorijden, vanaf maandag 3 oktober a.s. wekelijks in de rubriek 'Dichters rijden niet'.

Dichters beschikken over veel papieren, maar daar zit zelden een rijbewijs tussen. De avonden toetst vanaf maandag 3 oktober a.s. het vooroordeel van de autoloze woordkunstenaar in de wekelijkse rubriek ‘Dichters rijden niet’. Presentator Jeroen van Kan stapt daartoe bij poëten in de auto. ‘Dat is wel een mogelijk bedrijfsrisico,’ geeft de radioman lachend toe. Van Kan pikte het idee voor de dertiendelige rubriek op tijdens een literair festival in Den Haag, twee jaar geleden. ‘Dichteres Judith Herzberg vroeg toen aan Wim Brands: “Hoe rij jij straks terug?” “Ik rij straks met iemand mee en jij, ben jij met de auto?” “Nee,” zei Judith, “ik heb geen rijbewijs, zoals de meeste dichters geen rijbewijs hebben.” Toen dacht ik, dat zou je eigenlijk eens een keer moeten onderzoeken, want is het wel waar en waarom hebben ze dan geen rijbewijs?’ Dat het onderwerp leeft in de poëziegemeenschap, bleek uit de reacties die Van Kan kreeg op een enquête die hij vervolgens onder ongeveer vijftig dichters verspreidde.

Daniël Dee beschrijft zijn examenpoging als geworpen worden in een arena met hongerige leeuwen: ‘Ik kon daarbij niet omgaan met de verantwoordelijkheid van zo’n dodelijk wapen onder mijn kont.’ Toch wisten sommige dichters wel hun praktijkexamen te doorstaan. Sasja Janssen vat een reeks aan rijinstructeurs samen in geuren en kleuren; uiteindelijk blijken de inparkeerlessen van haar man cruciaal. Ook Pim te Bokkel bezit een rijbewijs, voor de tractor weliswaar. De volledige en opmerkelijke resultaten onthult Van Kan in de serie 'Dichters rijden niet'.

Of poëziebreinen bij voorbaat te warrig of te creatief zijn voor autorijden – verkeerde bedrading –, zou de presentator graag nog eens wetenschappelijk laten onderzoeken. ‘Kijken of bijvoorbeeld Dick Swaab daar iets zinnigs over te zeggen zou hebben.’ De discussie daarover zullen de dichters zelf voeren vanachter het stuur, als Van Kan de komende weken passagier speelt bij ver schillende coureurs, onder wie Willem Jan Otten – die op zijn antwoordformulier aangaf vooral jaloers te zijn op de rijstijl van Robert Anker: ‘Die kan heel lang zonder handen en elegant gebarend.’ Dappere poëten wagen zich aan een gratis proefles. ‘Afhankelijk van de dichter zal dat variëren van hilarisch tot hilarisch gevaarlijk,’ verwacht Van Kan. Zelf is de journalist (42) ook een laatbloeier op autogebied: tien jaar geleden haalde hij pas zijn rijbewijs. ‘Ik moest wel, want ik werd verslaggever. Je kunt moeilijk met de trein naar een schietpartij in Rotterdam.’ Een spoedcursus leidde Van Kan naar het roze papiertje en het rijden bevalt hem nu toch nog goed. ‘Ja, dat vind ik helemaal niet verkeerd. Waarschijnlijk schuilt er niet zo’n goede dichter in mij.’