Maartje Wortel won twee jaar geleden met haar debuutverhalenbundel de Anton Wachterprijs. Nu is er de roman 'Half mens', waarin de levens van drie dolende zielen in L.A. verstrengeld raken. ‘De verhalen kloppen niet, maar het leven klopt sowieso niet.’

Vroeger wilde Maartje Wortel (1982) marechaussee worden. ‘Ik ben opgegroeid in Eemnes en we reden vaak met de auto langs Paleis Soestdijk. Dan zag ik ze daar staan. “Marechaussee” vond ik zo’n mooi woord en niemand uit mijn klas wist wat het betekende.’ Uiteindelijk belandde Wortel niet voor het hek van Soestdijk, maar werd ze schrijver. Al vind ze het nog lastig om zich daarvoor uit te geven. ‘Op een gegeven moment moet je durven zeggen: ik ben een schrijver. Maar ik zeg het maar soms. Ik denk ook weleens: ik moet iets anders gaan doen, dit is bijna niet te doen. Maar ik kom toch steeds weer op het schrijven uit.’
Haar debuut, de verhalenbundel Dit is jouw huis werd bekroond met de Anton Wachterprijs. Onlangs verscheen haar tweede boek, de roman Half mens (De Bezige Bij). Daarin raken de levens van drie dolende zielen in Los Angeles die hun ‘hele leven al wachten, op grote en op kleine dingen’, verstrengeld na een verkeersongeluk. Door dat ongeluk verliest een van hen, de Nederlandse studente Elsa Helena, een been. Ze beschrijft dit emotieloos, als een toeschouwer van haar eigen leven: ‘Het leek verdomme net een begrafenisstoet; mijn ouders naast mijn bed alsof ik in een kist lag. (…) Ik die van een afstand toekeek hoe dit tafereel zich voltrok.’ Getuige is de 41-jarige, van oorsprong Mexicaanse copywriter Michael Poloni, ‘een man die reclame maakte voor anderen, die wist hoe zijn dagen gingen, iemand die steeds verder weg was gevlucht van wie hij zelf was’ en die zonnebrandcreme in zijn haar smeert omdat zijn vader hem heeft geleerd dat het daardoor voller lijkt. Op vrij wonderlijke wijze lukt het hem uiteindelijk om gelukkig te worden.
Tot slot is er James Dillard – type grove bek en klein hartje – die als een koor in een Griekse tragedie commentaar levert op de gebeurtenissen. Hij is jurylid bij de rechtzaak tegen de taxichauffeur die Elsa aanreed. ‘Dit was Los Angeles, de stad van de gekken, en ik kon aanwijzen wie.’ Hij wordt opnieuw opgeroepen bij een tweede rechtzaak, volgend op een bizar voorval tijdens de affaire die tussen Elsa en Michael ontstaat.

Schriften zonder lijntjes
‘Dit boek was een strijd,’ vertelt Wortel. ‘Ik had het vooral moeilijk met Michael Poloni, dat is best een rare man. Voor de buitenwereld is hij heel anders dan hij zichzelf ziet. Het klinkt misschien gek, maar hij leerde zich aan mij ook niet echt kennen. Ik heb heel veel scènes met hem moeten uitschrijven die ik later weer tot een minimum terug bracht, voor ik een band met hem had. Uiteindelijk gaat het boek ook daarover: dat je niemand eigenlijk echt kent. Er is een groot contrast tussen de binnenwereld en de buitenwereld.’ Dit benadrukt Wortel nog eens door de vele eenmalige passanten in het boek tussen haakjes van een ultrakorte biografie te voorzien voor ze weer verdwijnen in het grote onpersoonlijke L.A. Dat heeft een droogkomisch effect. Zoals die van taxichauffeur Eric Hucklebery bijvoorbeeld: ‘(taxichauffeur sinds zijn negentiende, dol op pancakes met maple syrup en banana shakes. Houdt al jaren de uitslagen van rugbygames bij in schriften zonder lijntjes)’.
Half mens is knap gecomponeerd. In korte hoofdstukken vanuit steeds een van de drie hoofdpersonen wordt de lezer naar de onthulling aan het einde gelokt. Hoewel er genoeg drama in het boek zit, is het allesbehalve melodramatisch. Daar zorgen de uitgebeende taal en gortdroge observaties van Wortel wel voor. ‘Ik wil zo min mogelijk invullen voor de lezer, er zo weinig mogelijk emotie in leggen. Ik vind het fijn als mensen hun eigen verhaal maken van mijn boeken. In Dit is jouw huis zei ik nog te veel: deze kant moet je opkijken. Dat wilde ik in dit boek loslaten. Het gaat om wat er niet staat, je moet het zelf doen. De verhalen kloppen niet, maar het leven klopt sowieso niet. Je rijgt er zelf een verhaal van dat logisch lijkt.’

Vandaag ijs
Wat opvalt is dat alle hoofdpersonen hun lot tamelijk rustig ondergaan, alsof ze er zelf weinig aan kunnen veranderen. Veelzeggende openingszin van het boek, bij monde van James Dillard is: ‘Ik heb laatst gelezen dat je ’s ochtends bij het wakker worden al beslist of je diezelfde dag bijvoorbeeld een ijsje gaat eten. Niet bewust, maar iets in je heeft al gekozen. Vandaag mag je ijs.’
Wortel: ‘Bewust kiezen is natuurlijk wel iets van mijn generatie. We kunnen de hele tijd alle kanten op, en iedereen denkt maar dat je alles zelf in de hand hebt, dat het leven maakbaar is. The American Dream. Maar uiteindelijk heb je er niks over te zeggen. Er zijn zo veel dingen van invloed op de dingen die in je leven gebeuren. Ik weet niet of ik in vrije wil geloof, ik wil het wel graag. Ken je dat televisieprogramma waarin de kijker als het ware de bijrijder is in een auto die steeds willekeurig naar links of naar rechts gaat? Dat is het volgens mij, je komt door toeval bij een punt en dan kan je ja of nee zeggen. Zo is het bij de personages in mijn boek ook. Die wachten al hun hele leven op iets, ze ervaren een gemis en ze weten niet wat het is. Dan gebeurt er toevallig zo’n ongeluk en dan kiezen ze: naar links, of naar rechts.’