Nyk de Vries maakt prozagedichten, ultrakorte verhalen die vaak tragikomisch zijn. 'De dingen gebeuren omdat ze rijmen' is zijn derde bundel. ‘Na de eerste vijf gedichten dacht ik: ik ben benieuwd of ik er nog meer kan maken.’

‘De bezemkast’ wordt de werkkamer van Nyk de Vries (Noordbergum, 1971) in ateliercomplex Het Volkskrantgebouw in Amsterdam ook wel genoemd. De ruimte telt krap zeven vierkante meter en een raam is er niet. Of nou ja, een, en dat kijkt uit op een smalle gang met een systeemplafond. Hier werkt De Vries dagelijks een paar uur ‘heel geconcentreerd’ aan zijn nieuwe roman die volgend jaar moet verschijnen, zijn derde. Maar eerst verschijnt deze maand zijn derde dichtbundel, De dingen gebeuren omdat ze rijmen. In de gedichten van Nyk de Vries is niets ooit wat het lijkt. In 120 kraakheldere woorden – nooit meer – zet hij een situatie neer die heel normaal begint, maar dat tegen het eind allang niet meer is. Niet voor niets wordt zijn werk wel vergeleken met de absurdistische verhalen van Daniil Charms en Maarten Biesheuvel. De Vries: ‘Die ben ik eigenlijk pas gaan lezen toen mensen dat zeiden.’
De gedichten zijn min of meer toevallig ontstaan. ‘Tijdens het schrijven ben ik losse dingen gaan maken, die ik in mijn roman niet kwijt kon. Het werden verhaaltjes van ongeveer honderd woorden. Gek genoeg voelde ik me daar helemaal bij op mijn gemak. Dat het prozagedichten waren, vertelde iemand me later pas.’
Nyk de Vries leeft inmiddels van het schrijven. Maar het had net zo goed ook allemaal heel anders kunnen lopen. Iets meer dan tien jaar geleden werkte hij nog bij de Ikea in Groningen en was hij gitarist bij Meindert Talma & The Negroes. Af en toe schreef hij wat. ‘Ik deed het een beetje erbij en dat was waarschijnlijk nog lang zo doorgegaan.’ Maar toen overleden zijn ouders vrij kort na ekaar. ‘Voor het eerst dacht ik: zal ik iets nieuws doen? Alles lag open. Ik heb nog over werk in de it gedacht, maar koos er toch voor om mijn baan op te zeggen en helemaal voor het schrijven te gaan. Dat was voor mij een radicale twist. Ik vind het nog steeds een aantrekkelijke gedachte dat je dat soort wendingen kan maken.’

Optreden
Het heeft goed uitgepakt. Twee romans en drie dichtbundels heeft De Vries inmiddels op zijn naam staan, en een bekroning met het Belcampo Stipendium, de prijs van de provincie Groningen voor jong literair Gronings talent. Hij wordt vaak gevraagd voor literaire avonden of festivals, waar hij opvalt door zijn karakteristieke manier van voorlezen: uit het hoofd, geconcentreerd en met een hoekige noordelijke tongval. ‘Deze jongen draagt zijn teksten voor op eenzelfde manier als mijn moeder vroeger sprak en zoals ik het niet meer beheers,’ schreef Martin Bril.
‘Optreden is voor mij essentieel. Dan zie ik of een gedicht werkt of niet. Dat komt heel precies. Iemand schreef eens: het lijkt alsof alle woorden al ervaring hebben op die plek. Dat klopt, ze zijn beproefd bij het voordragen. Ik gebruik zo helder mogelijke taal, want als ik het te poëtisch maak, luistert de zaal meer naar de taal dan naar de inhoud. En ik beweeg zo min mogelijk, want als ik op het moment suprême met mijn arm zwaai, kijken mensen naar die arm en vergeten ze het woord. Terwijl ik het belangrijk vind dat het aankomt, ik hou niet van in zichzelf gekeerde kunst. Misschien ben ik daarin meer een muzikant, die zijn iets meer gericht op het publiek dan schrijvers.’

Cirkelgang
Hoewel De Vries de lachers vaak op zijn hand heeft, zijn zijn gedichten meer wrang dan lollig. Ze hebben meerdere lagen en vooral datgene wat niet gezegd wordt is belangrijk. In De dingen gebeuren omdat ze rijmen gaat het over hoe iedereen zichzelf constant voor de gek houdt, een thema dat De Vries mateloos interesseert. ‘Ken je de film Memento? Daarin heeft de hoofdpersoon geen geheugen en dus niet echt een toekomst. Aan het eind zie je hoe hij ervoor kiest zijn eigen levensverhaal te maken. Eigenlijk doet iedereen dat. Je maakt voor jezelf een verhaal dat logisch lijkt: je vergeet de dingen die niet in je bouwwerk passen, andere zaken dik je aan. Het is een cirkelgang. In deze bundel probeert de hoofdpersoon aan dat systeem te ontsnappen, als een verslaafde die probeert af te kicken. Hij zoekt als het ware naar zijn eigen blinde vlek, maar steeds als hij die denkt te hebben gevonden, draait de situatie om. Ik houd erg van die onbeslistheid. Steeds is er de mogelijkheid van een wending, net als in mijn eigen leven.
De Vries is zelf verbaasd dat hij alweer drie bundels af heeft. ‘Na de eerste vijf gedichten dacht ik: ik ben benieuwd of ik er nog meer kan maken. En nu, na bijna honderd gedichten ben ik nog steeds benieuwd hoeveel er nog komen. Het is een heel beperkte, strakke vorm, en inhoud en vorm moeten heel precies samenkomen.’ Toch heeft hij alweer een hele stapel kleine briefjes met mogelijke nieuwe gedichten verzameld, geschreven in café’s of in het park. ‘Eén keer in het jaar voer ik ze hier in deze werkkamer allemaal in op de computer, als een soort boekhouder. Dat ga ik binnenkort weer eens doen, ik ben wel benieuwd hoe het er voor staat.’

Nyk de Vries treedt zaterdag 19 november op op Crossing Border, Den Haag 

De Avonden