'Plantage d’amour', de postuum verschenen roman van Clark Accord, is een speurtocht naar het slavernijverleden en een verhaal over Accord zelf. ‘Het was op zichzelf al een heel behoorlijk boek. Het was alleen niet af.’

Iets meer dan vijf maanden na zijn dood verschijnt Plantage d’amour, het laatste boek van Clark Accord. Bij zijn overlijden bleek het manuscript nog lang niet klaar; de uitgave blijft dan ook beperkt tot het eerste deel van wat een grootse familiekroniek had moeten worden. Accord liep al sinds de verschijning van zijn debuutroman, de bestseller De Koningin van Paramaribo in 1999, rond met het plan om zijn familiegeschiedenis op te tekenen. De benodigde documenten en de titel had hij al, vertelt zijn zus Liesbeth Accord: ‘Hij vond het belangrijk dat mensen weten waar ze vandaan komen en hoe ze gevormd zijn. Daarnaast wilde hij Surinamers aanmoedigen om hun eigen verhaal te vertellen. Ook al gaat het over de slaventijd en de gruwelijkheden die zich toen hebben voorgedaan.’
Die openheid over het verleden is in Suriname allerminst gebruikelijk. Veel Surinamers laten de geschiedenis liever achter zich. Ze praten er nauwelijks over. Waarom zouden ze de voorouders storen in hun rust? Daar kan alleen maar nieuwe narigheid van komen.
Accord liet zich niet ontmoedigen. Een roman in drie delen moest het worden waarmee hij meteen ook het beeld over de slavernij in Suriname zou bijstellen. Volgens zijn redacteur Manon Miltenburg vond hij dat de huidige generaties Surinamers zich niet eindeloos achter de geschiedenis konden blijven verschuilen. Ze zouden juist het heft in handen moeten nemen en volop gebruik moeten maken van de bodemschatten en de vruchtbare grond die hun land te bieden heeft.

Dromen
In de nu verschenen roman gaat hoofdpersoon Kenneth Campbell anno 2010 na een langdurig verblijf in Nederland op zoek naar zijn roots in geboorteland Suriname. Hij komt terecht op de plantage waar zijn overovergrootvader als slaaf heeft gewerkt. Op de overgeleverde verhalen zou Accord deel twee baseren: het gedramatiseerde leven van Andro Macnack, de grootvader van de oma van Accord. Deze Andro besloot rond de afschaffing van de slavernij in 1863 om zelf te investeren in de toekomst van zijn familie. Met de opbrengsten uit goudwinning zag hij kans eigen grond te kopen en zelf een plantage op te bouwen. In het laatste deel, zoals het Accord voor ogen stond, zou Kenneth tot het besluit komen om voorgoed terug te keren naar Suriname en geheel in de traditie van voorvader Andro de regie over zijn leven in eigen hand te nemen.
Daarmee is Plantage d’amour ook een boek over Accord zelf, die, mede op grond van zijn speurtocht naar het familieverleden, had besloten om zich opnieuw in zijn moederland te vestigen. Hij had nog genoeg dromen te realiseren in Suriname. Een eigen huis aan de rivier maar ook een ‘writer’s residence’ en een opleiding voor make-up artists, de discipline waarmee hij internationaal bekendheid kreeg voor hij begon te schrijven.

Darmkanker
Zo ver is het niet gekomen. In september vorig jaar vertrok Accord naar Suriname voor nadere research en couleur locale voor het boek. Daarna leverde hij de eerste hoofdstukken in. Bij de uitgever vielen toon en opzet meteen goed. Redacteur Miltenburg moedigde hem aan om zoveel mogelijk in dezelfde stijl door te schrijven en in de juiste flow te blijven. Tot hij in het najaar ziek werd. Begin dit jaar werd darmkanker geconstateerd. Hoewel Accord zelf nooit heeft onderkend dat hij zijn boek niet zou afronden, bleef het bij de eerste tien hoofdstukken.
Even werd overwogen een schrijver in te schakelen om het manuscript zo veel mogelijk in de stijl van Accord te laten afronden. Maar dat vond Miltenburg geen recht doen aan het bestand dat hij twee weken voor zijn dood had nagelaten: ‘Het was op zichzelf al een heel behoorlijk boek. Het was alleen niet af. We hadden eigenlijk een novelle met een soort cliffhanger.’

Usb-stick
Uiteindelijk ging Miltenburg zelf met het verhaal aan de slag. Ze spreekt van een ‘haast mystieke ervaring’ om te werken aan een boek van iemand die er niet meer is. Naar eigen zeggen is ze erin geslaagd om het verhaal ‘met de pen van Clark’ te redigeren. Het kwam daarbij goed van pas dat ze hem had leren kennen toen hij begin vorig jaar op de uitgeverij aan het manuscript kwam werken. Thuis was hij ‘te diep in zijn verhaal komen te zitten’ en door ergens anders te schrijven kon hij wat meer afstand nemen. Ook door er met anderen over te praten, zegt Miltenburg: ‘Hij was een grandioos verteller. Dat kwam voort uit urgentie. Hij had een sterke drift om verhalen met anderen te delen. Bovendien wilde hij ook echt een boodschap uitdragen met zijn nieuwe boek.’
Die verteltraditie zat hem tijdens het schrijven soms ook in de weg. Accord was volgens zijn redacteur de eerste om het toe te geven. Waar de verteller zich kan uitputten in gedetailleerde beschrijvingen, heeft de schrijver vaak aan een enkel woord of zinnetje genoeg. Op papier telt vooral de kunst van het weglaten.
Zijn zusters Liesbeth en Irma Accord waren nauw betrokken bij de publicatie van Plantage d’Amour. De familie had tussen zijn spullen een usb-stick met een uitgebreidere versie gevonden. Liesbeth miste bepaalde passages in de drukproeven maar kon prima leven met de gemaakte keuzes, omdat ze wist dat haar broer in zijn laatste weken nog intensief contact had met de uitgever. Zelf had hij hoge verwachtingen van het boek, vertelt ze: ‘Het lag heel dicht op zijn huid. Veel dichter dan De koningin. Door de sfeer en de kleur van Suriname die Clark oproept, denk ik dat het net zo veel lezers zal aanspreken. Daarnaast verwacht ik dat het boek de mensen in Suriname en ook de Surinamers in de diaspora veel kracht teruggeeft.’