Documentairemaker/muziekjournalist David Kleijwegt (1965) wilde graag een portret maken van zijn vriend, de schrijver Arnon Grunberg (1971). Excuus werd Grunbergs veertigste verjaardag, die in Salta (Argentinië) werd gevierd. De VPRO Gids vroeg Grunberg om een interview met de maker van 'Heb je nog steeds vrienden'?

Ik vond het een mooie film. Droevig ook eigenlijk. Ik ben droeviger dan ik dacht. Of jij hebt mij droeviger gemaakt dan ik ben. Of jij bent droeviger dan ik denk, want de film schijnt ook over jou te gaan. Wie heb je met deze film te grazen willen nemen? Of anders geformuleerd: wat heb je met deze film willen uitzoeken?
David Kleijwegt: ‘Grappig. Huub van der Lubbe, de zanger van de band De Dijk, merkte ook al op dat hij droeviger overkwam dan hij zich waande in een recente documentaire die Suzanne Raes over hem en zijn band had gemaakt. Nu geloof ik dat hij werkelijk maar één keer lacht, en dan nog een heel klein beetje, in de negentig minuten die Hou me vast duurt. Jij lacht in elk geval veel meer in Heb je nog steeds vrienden? En eerlijk gezegd komt deze film het dichtst in de buurt van een feelgood movie dat ik ooit zal komen.
Na afloop van de vertoning voor alle verjaardagsgasten had je het over weemoed. Weemoed zit er zeker in, ook al is de film gemaakt met het oogmerk elk sentiment te vermijden. Maar “droevig” is een stap verder en dat woord snap ik dus niet helemaal. Misschien heb je jezelf gewoon te weinig terug gezien in bewegend beeld en moet je even wennen aan jezelf.
Als ik al iemand te grazen heb willen nemen, zoals jij het formuleert, is het jouw publieke persona. Mensen die alleen jouw verschijning kennen van televisie of interviews in de krant en een enkele al dan niet provocerende quote hebben een volkomen andere indruk van jou dan alle mensen die je hebt uitgenodigd voor je veertigste verjaardag. Jouw vriend Karol Lesman zei enigszins verbaasd na het zien van de film: “Maar zoals ik Arnon zie, zo is hij toch altijd?” Ik dacht meteen: misschien is mijn missie geslaagd. Want voor anderen ben je zo niet, denk ik. Daarnaast had ik eigenlijk maar één vraag: ik wilde weten hoe de dynamiek tussen jouw persoonlijke leven en het schrijven in elkaar zit.’

Waarom heb je mijn publieke persona te grazen willen nemen? Mensen denken, vermoed ik, dat ik een arrogante, pesterige klootzak ben. Maar als mensen dat denken, waarom zoveel moeite doen om dat beeld te corrigeren? En gaat het mensen iets aan wie ik echt ben, gesteld dat je je al onder kunt verdelen in eerlijke en minder eerlijke stukjes?
‘Hoe kom je er toch bij dat regisseurs in films iets of iemand te grazen willen nemen? De woorden “echt”, “eerlijk” en “minder eerlijk” begrijp ik niet zo, niet in de context van de film, en elders doorgaans ook niet. Ze worden mijns inziens te vaak en te vlug gebruikt, doorgaans bij wijze van kwalificatie. Volgens mij zijn we het daarover eens. Ik wantrouw “eerlijk”. Ik wantrouw “echt”. Mijn grootste angst was dat ik na voltooiing van de film te gast zou zijn bij De Wereld Draait Door en dat de eerste vraag zou luiden: “Zeg eens eerlijk, hoe is hij nou in het echt?”’

Waarom wantrouw je eerlijkheid precies? Ik geloof ook dat een leugen veelzeggender kan zijn dan eerlijkheid, maar om eerlijkheid te wantrouwen gaat nog een stapje verder.
‘Ik bedoel te zeggen dat “eerlijk” en “echt” overgewaardeerde begrippen zijn, net als dat andere toverwoord uit de 21ste eeuw: “authenticiteit”. Daar schijnen we met z’n allen naar op zoek te zijn. Ik niet, want ik meen dat we er niet langer oorspronkelijkheid onder verstaan, maar iets anders. Nooit goed begrepen wat mensen bedoelen als ze zeggen over anderen dat ze zo lekker zichzelf zijn. Maar afgezien daarvan, in een film, documentaire of fictie, kun je natuurlijk gebruikmaken van onbetrouwbare vertellers – of schijnbaar onbetrouwbare vertellers, dat laat ik in het midden. Het is een goede manier om het spel met de kijker te beginnen. Hoe dan ook, mijn bedoeling was een ander soort schrijversportret te maken. Geen vreugdeloze biografie in elk geval. De film gaat in wezen over schrijverschap.’

Mijn vriendin zei na afloop van de film tegen me dat de mensen die over mij praatten warm waren in hoe ze spraken, maar dat wat ze zeiden, de inhoud, absoluut niet warm was. Hoe zie jij dat?
‘Is het niet al heel wat als mensen warm zijn in hoe ze over je praten? Ik zou het ervoor doen. De rest is ballast. Ik ben overigens benieuwd of je vriendin haar constatering ook vond opgaan voor haar eigen verhaal. Eigenlijk vind ik het wel mooi. Ik heb geprobeerd een onsentimentele film te maken, wat niet eens zo gemakkelijk is als er alleen maar vrienden van de hoofdpersoon aan het woord komen.’

 

Waarom moest het een onsentimentele film worden?
‘Ik hoop nooit een sentimentele film te maken, maar ironisch genoeg dreigt nergens dat gevaar meer dan wanneer je een film maakt over iemand die veertig wordt, zijn verjaardag viert en je alleen zijn vrienden spreekt. O ja, en zijn moeder natuurlijk, maar van haar had ik het vermoeden dat sentiment haar vreemd zou zijn.’

Om nog op iets terug te komen: een wederzijdse vriendin zei dat de film eigenlijk over jou gaat. Ervaar jij dat ook zo?
‘Zij zag enige overeenkomsten tussen ons: hartelijk en beleefd, maar soms afstandelijk. Althans, dat waren een paar van de adjectieven die ze gebruikte om het verband tussen ons te leggen. Een schijnverband wellicht, ik kan het niet zeggen. Het blijft waar dat elk boek, elke film ook over de maker zelf gaat. Maar gelukkig niet uitsluitend.’

Had je op grond van hetzelfde materiaal een totaal andere film kunnen maken? En zo ja, waarom heb je dat niet gedaan?
‘Natuurlijk, maar de richting en de toon waren al bepaald tijdens het draaien, dus de strekking was ongetwijfeld hetzelfde gebleven. Over monteren gesproken. Op een gegeven moment merkte mijn editor, Govert Janse, op: “Hoe vaak kun je mensen taart laten eten?” [Zoals op de meeste verjaardagsfeestjes werd ook op het feest in Salta taart gegeten, zij het kortstondig. – A.G.] Het antwoord op die prangende vraag zit in de film.’

Had je andere keuzes gemaakt als je mij niet persoonlijk had gekend?
‘Of ik andere keuzes had gemaakt als ik jou niet had gekend is een moeilijke, zo niet onmogelijk te beantwoorden vraag. Een beetje in de trant van, ik chargeer, wat voor film het zou zijn geworden als ik een pygmee zou zijn. Bovendien, als ik jou (en veel van jouw gasten) niet persoonlijk had gekend, was ik vermoedelijk nooit welkom geweest om te komen filmen.’