Donderdag 27 januari is het Gedichtendag. De dag ervoor wordt de VSB Poëzieprijs 2011 uitgereikt. Schilder, schrijver en dichter Armando (1929) is genomineerd met zijn laatste bundel 'Gedichten 2009'.

‘Ik was echt enigszins aangedaan toen ik hoorde dat ik samen met Armando was genomineerd,’ vertelt Henk van der Waal (1960). Met zijn dichtbundel Zelf worden (Querido) is hij een van Armando’s concurrenten in de strijd om de prestigieuze vsb Poëzieprijs 2011. Van der Waal vertaalde zelfs gedichten van Armando naar het Frans.‘Hij is een van mijn helden van het eerste uur. Ik voel me nu een beetje als de jonge voetballer die voor het eerst de kans krijgt tegen de vedette te spelen waar hij vroeger zo tegenop keek.’
81 jaar oud is de vedette nu. Op zijn naam onder andere: talloze boeken en dichtbundels, beeldend werk dat over de hele wereld is tentoongesteld en de vermaarde VPRO-serie Herenleed met Cherry Duyns en Johnny van Doorn. Armando heeft zelfs, bij leven, al een eigen museum in Amersfoort, ook al is er nog steeds onduidelijkheid over waar dat, nadat het in 2007 door brand verwoest werd, gehuisvest moet worden.

Schuldig landschap
In de poëzie is Armando vooral bekend vanwege zijn sobere gedichten over oorlog en de schoonheid van het kwaad. Als kind van de Tweede Wereldoorlog – Armando groeide op in een huis met uitzicht op Kamp Amersfoort, een doorgangskamp naar Duitsland – gaat het in zijn gedichten vaak over strijd, leegte en geweld. Daarin komen veelvuldig bomen, struiken en hemellichamen voor die als stille getuige worden opgevoerd. Door enkel maar door te groeien en te bloeien, wist de natuur volgens Armando de sporen van de gruwelijkheden uit. Dat maakt het landschap in zijn ogen schuldig. Zestigers-specialist Bertram Mourits: ‘Zijn vormgeving van het “schuldig landschap”, het idee om een landschap, een zin of een woord met morele last te beladen: dat is echt iets bijzonders. Daarmee heeft hij andere schrijvers en dichters wel beïnvloed.’

Nieuwe haring
Armando is een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de groep dichters die in de jaren zestig een nieuw soort poëzie proclameerde, de Zestigers. Samen met de dichters Hans Sleutelaar, C.B. Vaandrager en Hans Verhagen vormde hij de redactie van het avantgardistische tijdschrift Gard Sivik, en later De Nieuwe Stijl. Sleutelaar en Armando ontmoetten elkaar in 1958 bij de opening van een tentoonstelling van Armando. Sleutelaar: ‘Ik had gehoord dat hij gek was op nieuwe haring en had er eentje voor hem meegebracht. Armando maakte op mij een gereserveerde indruk. Hij is, bleek later, een verlegen mens. De haring verorberde hij meteen met smaak. Het ijs was gebroken en het gesprek zou tien jaar duren.’

Franse pooier
De Vijftigers – de groep bohémiene, veelal Amsterdamse, dichters rondom Lucebert – hadden de Nederlandse poëzie opgeschud met hun spectaculaire manifestaties, ronkende taal en romige beeldspraak die vaak nog maar weinig met de werkelijkheid te maken had. Volgens de dichters van Gard Sivik, maar ook die van Barbarber (met onder anderen Bernlef en K.Schippers), moest het roer om. ‘We zochten de stof liever om ons heen dan in onszelf, wilden weten wat er in de wereld te koop was,’ vertelt Sleutelaar. ‘De dichter als een vaag, slordig, dronken figuur had ook zijn tijd gehad, vonden wij. Wij gingen gekleed als autoverkopers. Zakelijk in het pak, het haar modieus-kort geknipt. Armando was wat ouder dan wij, hij was de strateeg. Hij droeg in die tijd bij voorkeur een zwartleren jas, waaronder een zijden shawl. Vriend en later rivaal Jan Cremer typeerde hem treffend als “gevoelig Nederlands kunstenaar die zich vermomt als een gluiperige Franse pooier”.’
De Zestigers streefden naar een poëzie waarin subjectiviteit en sentiment zoveel mogelijk geweerd moesten worden. Armando’s credo: ‘Niet de realiteit bemoraliseren of interpreteren (verkunsten), maar intensiveren… Werkmethode: isoleren, annexeren.’ Geïnspireerd door onder meer het urinoir als kunstwerk van Duchamp werd alledaagse taal uit reclamefolders, boodschappenlijstjes of gesprekken op de radio geïsoleerd en tot poëzie verheven. De readymade in de Nederlandse poëzie was geboren. Mourits: ‘Armando was de brutaalste. Verkondigde onbeschaamd dat hij de uitvinder van de readymade was en noemde zijn debuut alvast Verzamelde gedichten (1964). Hij is een van de eerste dichters die poëzie hard, lelijk en onopgesmukt liet zijn. Met veel wit om de kracht van de woorden ruimte te geven. Daarmee heeft hij baanbrekend werk verricht voor latere generaties. Het is tegenwoordig doodnormaal dat dichters gebruik maken van spreektaal en van alledaagse beelden.’

Niets aan de hand
Over de genomineerde bundel Gedichten 2009 zegt Mourits: ‘Je kunt zijn oeuvre zien als een zoektocht naar de effectiefste uitdrukkingwijze. De vroegste gedichten bevatten nog vrij beeldende taal, maar hij werd steeds economischer. Eerst door gewone zinnen uit de werkelijkheid te plukken en uiteindelijk door die zinnen tot woorden te reduceren. Verder terug dan losse woorden kan niet, dus doet hij in Gedichten 2009 alsof er niets aan de hand is: een beetje van alles, een gemiddelde van wat hij al eerder maakte. Hij is niet meer bezig zichzelf te vernieuwen. Maar goed, dat hoeft ook helemaal niet.’
Sleutelaar heeft de nieuwe bundel nog niet gelezen. Hij heeft Armando ook al jaren niet gesproken of gezien: ‘Eind jaren zestig gingen we elk ons weegs. In de jaren tachtig heb ik hem in Berlijn opgezocht, waar hij mijn tweede vrouw en mij gastvrij onthaalde. Daar is het bij gebleven. No hard feelings.’
Henk van der Waal trok enkele jaren geleden in Parijs een paar dagen met Armando op, toen daar het door hem vertaalde werk van Armando werd gepresenteerd: ‘Hij is een voorbeeld voor me omdat hij zo geconcentreerd is in wat hij doet, dat het niet uitmaakt of dat uitmondt in een beeld of in een gedicht. Maar in Parijs was ik het meest onder de indruk van zijn volstrekte onafhankelijkheid. Ik ben nooit meer iemand tegen gekomen die zo precies wist wat hij deed en wat hij wel of niet wilde, iemand die zo groots was dat hij vrijwel volledig buiten de tijd kon leven waarin diezelfde tijd hem nu eenmaal in terecht had laten komen.’

In Oase leest presentator Cees van Ede gedichten voor van de vijf genomineerden: Armando, Eva Cox, Paul Bogaert, Kreek Daey Ouwens en Henk van der Waal.
In Morgen Gedichtendag wordt niet alleen live verslag gedaan van de uitreiking van de VSB Poëzieprijs, maar ook van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd.
De avonden verzorgt op Gedichtendag een speciale uitzending vanuit het Stadhuis van Utrecht waar de vijfde editie van het Huis van de Poëzie plaatsvindt.

Oase >> Zondag, radio 4, 23.02-0.00 uur
Morgen Gedichtendag >> woensdag, Nederland 2, 23.40-0.20 uur De Avonden >> donderdag, radio 6, 21.02-23.00 uur