In de aanloop naar het nieuwe boekenseizoen, dat in september losbarst, vertellen zeven auteurs over de totstandkoming van hun nieuwe roman. Afl.1: Johanna Spaey

De Canadese Bond der Geamputeerden stuurt na de Eerste Wereldoorlog een jonge vrouw naar Europa om in België en Frankrijk de voormalige slagvelden te schilderen. Het klinkt als een tamelijk vergezocht idee, maar die vrouw heeft echt bestaan. Zij inspireerde Johanna Spaey tot haar nieuwe roman: De eenzaamheid van het westen. ‘Mensen beginnen gelijk te lachen als ik over die Bond der Geamputeerden vertel, maar die club heeft echt bestaan. Mary Riter Hamilton was een Canadese schilderes die na de Eerste Wereldoorlog in hun opdracht naar Vlaanderen en Noord-Frankrijk reisde, waar ze prachtige schilderijen maakte van herbegravingen van soldaten, de aanleg van grote kerkhoven en de herdenking van allerlei veldslagen. Die schilderijen werden gebruikt voor het tijdschrift dat die bond uitgaf. Tijdens de research voor mijn vorige boeken, die ook over WO I gingen, stuitte ik op schilders die officieel waren aangesteld door het leger, maar er waren ook schilders die die oorlog op een andere manier hebben neergezet.’
Al gauw ontdekte Spaey dat Mary Riter Hamilton ook in Canada nagenoeg vergeten was. Een groot deel van haar schilderijen schonk ze aan het nationale archief in Canada, waardoor ze nauwelijks in musea te zien zijn.
‘Ik had heel weinig informatie over haar leven, maar ik wist dat er jaren geleden een overzichtstentoonstelling van haar werk was geweest en ik wilde per se de catalogus van die tentoonstelling hebben. Die was helaas heel moeilijk te krijgen. Toen ik ter voorbereiding van dit boek een week in Halifax was, liep ik op de eerste dag de eerste tweedehandsboekwinkel binnen die ik zag. Bovenop de stapel kunstboeken lag een heel dun boekje. Ik tastte ernaar en dat bleek die catalogus te zijn. Een lucky shot. Ik krijg nog kippenvel als ik eraan terugdenk. Het moest zo zijn denk ik.’

Ontberingen
Toch is De eenzaamheid van het westen geen biografische roman. Het leven van Mary Riter Hamilton diende slechts als inspiratie.
‘Het gegeven was te mooi om niet te gebruiken, dus een deel van het leven van mijn hoofdpersonage Cassandra is op haar leven gebaseerd, maar ik heb allerlei details aangepast, zoals leeftijd en afkomst. Mary was een zuiver Canadese schilderes en veel ouder dan Cassandra in mijn boek, maar de ontberingen die ze beleeft zijn dezelfde. Je moet je voorstellen dat je als vrouw alleen aankomt in een vreemd, verwoest land waar je overal geconfronteerd wordt met de gevolgen van die oorlog. In haar eentje trok ze langs die slagvelden waar Chinese arbeiders bezig waren de lijken te herbegraven. Overal zwierven bandieten rond en er was een groot gebrek aan eten. Het was een harde, moeilijke periode. Men was wel bezig met de wederopbouw maar daar was nog niet zoveel van te merken.
Mijn hoofdpersonage Cassandra woont in Halifax, Nova Scotia, maar haar ouders zijn eind negentiende eeuw vanuit België naar Canada geëmigreerd omdat ze een verboden relatie hadden. Na WO I keert Cassandra terug naar het geboorteland van haar ouders om in opdracht van die Bond der Geamputeerden schilderijen te maken van de slagvelden. Cassandra is geboren in Canada maar heeft er eigenlijk geen echte wortels. Als ze in het land van haar ouders komt, blijkt dat ze zich daar evenmin thuis voelt. Het boek is eigenlijk een reflectie op een migratie in vroegere tijden, die je waarschijnlijk nog steeds kunt toepassen op mensen die nu emigreren. Emigratie heeft mij altijd bijzonder gefascineerd. Hoe is het om je land en de mensen die je liefhebt achter te laten en opnieuw wortels te moeten kweken in een land dat overweldigend anders en zeer vreemd is. Eenzaamheid is waarschijnlijk de emotie die alle figuren in het boek bepaalt. Eenzaamheid omdat ze de taal niet goed spreken, omdat ze mensen hebben achtergelaten, maar ook omdat ze er moeite mee hebben zich aan andere mensen te binden. Waar liggen hun wortels? Zijn ze nog Belgen of toch al Cana dezen? En vanaf welke generatie ben je eigenlijk een Canadees?’

Kort en gebald
Spaey verwerkte in haar boek een aantal belangrijke historische gebeurtenissen. ‘De Titanic werd geborgen vanuit de haven van Halifax en in 1917 is er in diezelfde haven een grote explosie op twee schepen geweest, waarvan er een vol met oorlogsmunitie zat. Die gebeurtenissen spelen ook een rol in het boek, evenals de gold rush naar de Klondike. Omdat Cassandra in Halifax woont, was het essentieel dat ik daar heenging, want je kunt niet over een stad schrijven als je die nooit hebt gezien. Ik heb er een weekje rondgelopen en geprobeerd me voor te stellen hoe het leven er daar negentig jaar geleden uitzag. Research doen vind ik heerlijk, het is altijd moeilijk om die los te laten en te gaan schrijven. Van alles wat ik lees en noteer, gebruik ik misschien maar een half woord in mijn boek, maar als je het niet weet kun je er niet over schrijven.’
Hoewel ze nog bezig is met schrijven, zal ook deze roman, evenals zijn twee voorgangers, niet buitengewoon dik worden.
‘Ik schrijf altijd heel geconcentreerd. Dat is mijn stijl. Heel kort en gebald. Ik verlang er eigenlijk wel naar om grote epische werken te schrijven, maar dat is mij niet gegeven. Ik schrijf op een bijna dichterlijke manier: als ik het met één woord kan zeggen, zal ik het niet met drie doen. Schrappen doe ik zeker niet veel. Integendeel, ik krijg vaak de opmerking van mijn redacteur dat het zo beknopt en cryptisch is dat hij wel iets meer wil lezen.
Ik bewonder schrijvers die dat wel kunnen. Mijn favoriete Canadese schrijver Wayne Johnston schrijft geweldige dikke boeken met prachtige zinnen. Dat verveelt mij absoluut niet, ik zou willen dat ik het zo kon, maar dat is niet mijn stijl blijkbaar. Misschien ben ik meer een dichter die proza schrijft, of een korteverhalenschrijver die romans schrijft.’

De eenzaamheid van het westen van Johanna Spaey verschijnt in september bij uitgeverij De Geus.