Na het kolossale succes van 'The Dangerous Book for Boys' besloot uitgeverij De Harmonie niet gewoon een vertaling uit te brengen, maar een voor Nederland aangepaste versie. Resultaat: het ultieme jongensboek voor iedere jongen van acht tot tachtig.

Zou het sinds afgelopen jaar echt (weer) gebeuren? Britse vaders die hun zonen op zondagmiddag achter de Nintendo of msn vandaan lokken om samen een katapult te maken, een boomhut te bouwen in de achtertuin of een heuse batterij in elkaar te knutselen? Jongens ‘van acht tot tachtig’ die niet de hele avond voor de televisie hangen, maar met rode oortjes lezen over de zeven wereldwonderen, dinosaurussen, wolkenformaties en beroemde veldslagen?
Het klinkt misschien een tikje utopisch. Maar gezien de Harry Potter-achtige verkoopcijfers (meer dan een miljoen verkochte exemplaren) van het ultieme lees-en-doe-boek waar deze en 101 andere onvervalste jongensdingen in beschreven staan, zou het zomaar kunnen.
Het fenomeen in kwestie heet The Dangerous Book For Boys, het ziet er met dat brandweerrode omslag en die nostalgische goudgele Menserger- je-niet-letters uit als een teruggevonden kinderschat uit de jaren vijftig en het werd geschreven door de Britse broers Conn en Hal Iggulden.
Waarom? Omdat ze vonden dat er in het tijdperk van videospelletjes en mobiele telefoons ook nog plaats moest zijn voor simpele genoegens als het ideale papieren vliegtuigje of bootje vouwen of het leggen van de platte knoop en de paalsteek. En omdat jongens nu eenmaal altijd jongens zullen blijven, wat feministische schooljuffen ook mogen beweren. ‘Jongens zijn van nature nieuwsgierig,’ schrijven ze in de inleiding. Dol op verhalen over oude zeehelden en ontdekkingsreizigers, op skelters bouwen en briefjes schrijven met onzichtbare inkt. ‘Wanneer je een man bent, besef je dat niets hetzelfde blijft, maar wanneer je een jongen bent, denk je daar anders over. Het kamp dat je vandaag bouwt, zal altijd blijven bestaan. Je wilt leren goochelen en pokeren, omdat je nooit weet wanneer je die vaardigheden nodig zult hebben. Je wilt jezelf kunnen redden en oriënteren op de sterren. Je droomt er misschien van om ook zelf door de ruimte te reizen, zoals de generaties die na ons zullen komen.
En waarom niet? Waarom niet?’
Je kúnt het natuurlijk afdoen als sentimentele ouwemannenpraat. Stoffig en licht seksistisch gehobby van overjarige kostschooljongetjes. Maar blader even door de onlangs verschenen Nederlandse bewerking Het Jongensboek (De Harmonie) en je gaat geheid voor de bijl voor deze prachtig geïllustreerde kruising tussen de Kijk, de educatieve tekenfilmserie Er was eens... en Kwik, Kwek en Kwaks Handboek van de Jonge Woudlopers.
Met recht een bewerking, trouwens. Want ja, veel van de onderwerpen die de gebroeders Iggulden beschreven, lees je hier terug. Van praktische instructies voor het bouwen van periscopen tot het zelf maken van kristallen en van het antwoord op prangende vragen als ‘Waarom kunnen we de achterkant van de maan niet zien?’ en ‘Waarom is de hemel blauw’ tot handzame overzichten van het zonnestelsel en beroemde veldslagen door de eeuwen heen. Allemaal soepel en met gevoel voor Engels understatement vertaald door Pieter van Oudheusden. Voorbeeldje: ‘Een lichtjaar is 9,46 biljoen km (een biljoen is een één met twaalf nullen.) Dat is in alle opzichten erg ver weg.’
Maar dankzij de bijdragen van Parool-redacteur Hans Hoekstra staat het boek ook bol van de smakelijke, oer-Hollandse lemma’s. Verhalen over de glorietijd van het Britse Rijk werden vervangen door hoofdstukjes over De Ruyter, de Tachtigjarige Oorlog en Abel Tasman. Er is aandacht voor fierljeppen, fietsen en tulpen die níet uit Amsterdam komen. En je stuit voortdurend op leuke Vlaamse en Nederlandse trivia. Wist u bijvoorbeeld dat de saxofoon in 1841 werd uitgevonden door de Belg Adolphe Sax? Dat de eerste onderzeeboot door een Nederlander werd gebouwd? Of dat het woord ‘jeugdsentiment’ pas in 1960 werd gemunt, door VPRO’s eigen Wim Noordhoek? Misschien is jeugdsentiment ook wel het voornaamste ingredient van de magie van "Het Jongensboek". Maar wat geeft dat? Dan is het een cadeau waar de Sint elke vader blij mee maakt. En er zijn er vast een paar die er met zakmes en kompas op uittrekken. Mogelijk zelfs met hun kinderen.

Conn en Hal Iggulden: Het jongensboek (vertaling Pieter van Oudheusden, uitgeverij De Harmonie)