Rond 1940 opperde een Amerikaans politicus om Alaska te bestemmen voor het bedreigde Joodse volk. Niemand zag iets in het plan, maar stél dat het was uitgevoerd... Die fictieve geschiedenis beschrijft Michael Chabon in 'De Jiddische Politiebond'.

Toen Pulitzer Prize-winnaar Michael Chabon ooit begon te dromen van het schrijverschap, leek één vaardigheid hem daarvoor absoluut onmisbaar: je moest kaarten kunnen tekenen. 'De boeken waar ik als kind het meest van hield, hadden allemaal landkaarten op de schutbladen. De kronieken van Narnia, het werk van Tolkien... Het leek vaak of de magie van een boek afhing van of er al dan niet een
kaart inzat. Dat deed je als schrijver, dacht ik: je maakte eerst een kaart. Je fantaseerde de landschappen, de talen en de geschiedenis van jouw wereld bij elkaar. De roman die daaruit voortkwam, was in mijn hoofd bijna een bijproduct. In veel opzichten is dit boek mijn manier om die oude belofte aan mezelf in te lossen: dat ik ooit zo'n compleet universum zou bedenken.'

Een kaart zit er gek genoeg niet in Chabons vierde roman, De Jiddische Politiebond, al bezweert hij dat die fout in de Amerikaanse paperbackeditie zal worden rechtgezet. En naar hobbits en trollen zul je hier ook vergeefs zoeken. Maar, oké, met flink wat fantasie zóu je de plaats van handeling - een onherbergzame uithoek van Alaska die hij het District Sitka doopte - inderdaad zijn dolgedraaide Joodse variant van Tolkiens
Middenaarde kunnen noemen.

De schrijver weet nog precies waar hij een jaar of tien geleden als in een sprookje de sleutel naar die magische wereld vond: op de taalafdeling van ketenboekhandel Barnes & Noble in Orange County: 'Ik liep daar rond, toen mijn oog viel op het boekje Say It In Yiddish. A Phrase Book For Travellers. Het was een deel uit een hele serie - zeg het in het Swahili, zeg het in het Nederlands - maar het rare was dat er bij al die talen minstens één bestemming was waar die gids van pas zou komen, behálve bij het Jiddisch. En toch was-ie volkomen serieus opgezet en stonden er zinnen in voor werkelijk élke denkbare gelegenheid. Voor bij het winkelen, bij rampen of het kopen van een vliegticket.' Hij grinnikt. 'Mijn favoriet was wel de zinsnede: "Ik heb iets nodig om als tourniquet te gebruiken."'

Op de kast
Het idee betoverde hem: 'Een boek voor reizigers naar een land dat niet bestaat!' Eerst schreef Chabon er een kort essay over, waarin hij speculeerde over de mogelijke bedoelingen van de auteurs en zich voorstelde waar je er wél mee heen had gekund, als de geschiedenis nét anders was gelopen. Naar Israël, als de lobby om het Jiddisch daar de officiële taal te maken meer succes had gehad. Naar Oeganda, als dat het thuisland van de Joden was geworden. Of, als íemand iets had gezien in het voorstel dat Harold Ickes, staatssecretaris onder Roosevelt, rond 1940 deed om dat gebied voor het bedreigde volk open te stellen, naar Alaska.
'Dat stuk zorgde voor een nogal heftig stormpje in een glas water, omdat mensen dachten dat ik de auteurs bespotte - die, zoals ik niet wist, heel beroemde en geliefde kenners van het Jiddisch waren - of de taal belachelijk maakte.' Chabon had ofwel een dode taal een trap na gegeven ofwel een springlevende taal naar het kerkhof verwezen. Slecht nieuws was het sowieso. 'Ergens schaamde ik me wel een beetje voor mijn onwetendheid, maar ik ergerde me óók aan degenen die me daar de mantel over uitveegden. Ik dacht: als ze al zo overstuur raken van een essaytje, moet je je dan eens voorstellen hoe erg ik ze op de kast kan jagen met een hele román!'
Langzaam begon Sitka te groeien. Uit wrevel en oprechte interesse ('Ik kon eindelijk de tijd nemen om een deel van mijn erfgoed te onderzoeken: de taal bestuderen, Jiddische schrijvers uit de 19de en 20ste eeuw lezen, me onderdompelen in de Joodse cultuur.') én uit zijn 'kinderlijke drang' om de passieve houding van Amerika in de aanloop naar de Holocaust in elk geval in fíctie goed te maken. Resultaat: een wereld waarin een deel van het Joodse volk in oorlogstijd daadwerkelijk naar het ijzige noorden van de vs trok - en de bijnaam The Frozen Chosen kreeg - en de staat Israël in 1948 verdween, waarna de enclave Sitka explosief groeide. Alleen: in 2008 loopt de grondlease op z'n eind. Nog een paar maanden en de Amerikaanse autoriteiten nemen het gebied weer over, waarna een nieuwe diaspora zal beginnen.

JFK
Het genre van de alternatieve geschiedenis - ook wel What If's genoemd - heeft Chabon altijd aangetrokken. 'Dat begon met stripverhalen. Vooral in de Superman- en Batmanverhalen uit de jaren vijftig en zestig werd die vorm vaak gebruikt. Wat als niet Clark Kent maar Lois Lane de superkrachten had? Wat als Supermans ruimtecapsule in de jungle was geland? Later las ik sfklassiekers als The Man in the High Castle van Philip K. Dick, dat speelt in een Amerika dat de Tweede Wereldoorlog heeft verloren en is verdeeld tussen Duitsland en Japan. Of Comes the Jubilee van Ward Miller, waarin het Zuiden de Amerikaanse burgeroorlog heeft gewonnen.
Maar het belangrijkst was waarschijnlijk een nummer van het tijdschrift The National Lampoon uit 1978 dat gewijd was aan "de vijfde inauguratie van jfk". In dat nummer was niet Kennedy maar zijn vrouw Jackie neergeschoten. Hij was president gebleven, getrouwd met Marilyn Monroe en de Vietnamoorlog was nooit gevoerd.'
De idylle maakte diepe indruk op hem. Net als de gedetailleerde manier waarop die werd beschreven. Wat dat laatste betreft heeft Chabon zich ook flink (en vaak erg geestig) uitgeleefd. In de hoofdstad Sitka, waar supermarkten KosjerMart en Big Macher heten en een sekte van orthodoxe joden in een eigen 'Disney shtetl' woont - een reproductie van het geboortedorpje van hun stichter in de Oekraïne. In historische verhalen vol bloederige veldslagen met de inheemse indianen. Of in zijn zelfbedachte Sitkiaanse boeventaal.
'Aanvankelijk wilde ik authentiek Jiddisch bargoens gebruiken. Maar ik kwam er al gauw achter dat er dingen waren waarvan ik zéker wist dat ze er zulke woorden voor moesten hebben die ik stomweg niet kon vinden.' Lastig. Tot hij besloot ze dan maar zelf te gaan verzinnen.
'Wat achteraf ook logisch is: die mensen wonen al zestig jaar in Alaska, dus de taal moet zich in die tijd ook ontwikkeld hebben. Natuurlijk is er dan een specifiek Sitka-Jiddisch slang ontstaan.' Voorbeeldje: een pistool heet hier een sjolem, volgens de gedachtegang dat zo'n schietijzer in Amerika een 'piece' wordt genoemd, en 'sjolem' het Jiddische woord voor 'vrede' (peace) is.

Pulpgenres
Sjolems komen er trouwens genoeg voorbij, want naast al het andere is De Jiddische Politiebond ook nog een tong-in-de-wang-achtige hardboiled detective, waarin de van vrolijk opgewarmde clichés aan elkaar hangende speurneus Meyer Landsman een moord op een schaakwonder annex heroïnejunk moet lossen.
Waarom? 'Om te beginnen hou ik niet van die kunstmatige grenzen,' zegt Chabon over zijn al vaker beleden liefde voor zogenaamde pulpgenres. 'Hokjes die je ervan weerhouden om een bepaald soort verhalen te schrijven als je serieus genomen wilt worden als literair auteur. Ik bedoel: de wortels van alle literatuur liggen uiteindelijk in wat we nu "genrefictie" noemen. Iemand als Edgar Allan Poe schreef aan de lopende science fiction, horror, spookverhalen en murder mysteries. En natuurlijk is het merendeel van wat er in al die genres verschijnt beroerd, maar dat geldt voor strikt literaire fictie net zo goed.'
'In voorbereiding op dit boek herlas ik een heleboel klassieke detectives van mensen als Raymond Chandler en Dashiel Hammett. Op een gegeven moment pakte ik tussendoor een verhalenbundel van Isaac Babel, en het viel me meteen op hoe hardboiled zijn stijl eigenlijk is. Als je goed leest zit er ontzettend veel in dat aan Chandler doet denken.'
Een detectiveparodie wilde hij absoluut niet schrijven, benadrukt hij. 'I love that stuff! Soms worden er zoveel vergelijkingen op elkaar gestapeld dat het belachelijk wordt en tóch is het prachtig. Ik wilde die stijl en de vorm niet bespotten. Maar ik wilde er wel lol mee trappen.'
Chabon bewaart dat evenwicht tussen oprechte hommage en carnavaleske kolder perfect. Zoals zijn roman toch ernstig geestig is, in alle betekenissen van die woorden. De idiote verwikkelingen en karikaturale personages buitelen over elkaar heen, maar tegelijkertijd werp hij belangrijke vragen op. Over wat het betekent Joods te zijn, het conflict in het Midden-Oosten en the war on terror.

Chassidische slechteriken
Neem het lijk op pagina één dat een Tsaadik Da-Dor blijkt, de potentiële Messias die in elke generatie geboren zou worden. Hilarische vondst. 'Maar,' zegt de schrijver, 'die figuur hangt voor mij ook samen met hoop en wanhoop, waar het boek voor een groot
deel over gaat. De wanhoop van het ballingschap en de hoop een thuis te vinden. Wat ik geweldig vind aan dat concept is dat het iets heel wanhopigs heeft - elke keer verlossers die hun koninkrijk niet opeisen. Maar het betekent tegelijkertijd dat er elke generatie weer een nieuwe kans komt.'
En, o ja, met De Jiddische Politiebond kreeg Chabon inderdaad heel wat mensen op de kast. Zo werd hij nog nét niet voor antisemiet uitgemaakt omdat de georganiseerde misdaad in Sitka in handen is van de fictieve chassidische sekte der Verbover. 'Terwijl dat een puur visueel ding was. Ik zag in New York groepje chassidim over straat lopen met van die lange, zwarte jassen en hoeden, allemaal op een rijtje naast elkaar. Het was net een shot uit Reservoir Dogs. Ik dacht meteen: wauw, chassidische slechteriken!'
'En, tja, in een wereld waarin iederéén Joods is, zijn de bad guys dat ook...' Hij haalt zijn schouders op. 'Veel lezers lijken ook te denken dat ik wil laten zien dat de wereld beter af zou zijn zonder Israël, terwijl andere beweren dat ik juist aantoon wat een rámp dat zou zijn. Allebei best. Ik vertel gewoon het verhaal van deze personages in hun eigen, unieke wereld. Punt.'