Op maandag 5 november, na de lunch in restaurant Drouant, maakt de Académie Goncourt in Parijs bekend welk boek zich dit jaar mag tooien met het felbegeerde rode bandje van de Prix Goncourt.

'Wie gaat hem dit jaar krijgen?', dat is dé vraag die vanaf eind augustus de literaire gemoederen in Parijs bezig houdt. Uit de elk jaar groeiende boekenbrij kan er maar één absolute winnaar zijn, één boek dat in een oplage van honderdduizenden over de toonbank zal gaan, één schrijver die op slag wereldberoemd is en wiens kostje is gekocht.

De Prix Goncourt
Een spektakel waarbij onze AKO en Libris prijzen povertjes afsteken. Het is de oudste en meest prestigieuze literaire prijs in Frankrijk. Tegelijkertijd is er geen prijs waarop meer kritiek wordt geleverd. Dat is al zo sinds het begin. Dat begin dateert uit 1896, het sterfjaar van Edmond de Goncourt. Zijn broer Jules en hij waren verzot op literatuur en vertoefden veel in de literaire salons van het negentiende eeuwse Parijs. In hun later gepubliceerde dagboeken schetsen ze een haarscherp en vilein beeld van de Parijse literaire chic uit die tijd.
Edmonds laatste wil is dat zijn fortuin gebruikt zal worden voor het oprichten van een 'academie', eentje die minder stoffig is dan de snobistische Académie Française. Zijn Académie Goncourt zal bestaan uit tien 'hommes de lettres' waarvan hij er acht alvast noemt in zijn testament. Deze tien schrijvers zullen een vast bedrag per jaar ontvangen zodat ze geen dom bijbaantje hoeven te nemen, maar zich aan de literatuur kunnen wijden. Ze zullen regelmatig met elkaar vergaderen over nieuw verschenen boeken, om aan het einde van elk jaar de beste roman van de afgelopen twaalf maanden te bekronen.

Handjeklap
Omdat de officiële erfgenamen van Goncourt het de verse academie nog knap lastig zouden maken om van 'hun' geld in een academie te gaan zitten, duurt het tot 1903 voordat de eerste Goncourt wordt uitgereikt. De prijs bestaat uit een niet onaanzienlijk bedrag en gaat naar een prozawerk dat opvalt vanwege 'de jeugd en de originaliteit die uit het talent spreken en de nieuwe en gedurfde pogingen in idee en vorm'.
Ondanks die criteria heeft de jury vaker conservatieve en middelmatige, dan gedurfde keuzes gemaakt: het leeuwendeel deel van de Goncourtwinnaars is allang vergeten. En de meeste grote schrijvers van de voorbije eeuw kregen de prijs niet: Apollinaire, Breton, Colette, Camus, Gide, Pérec, Queneau, Sarraute en Vian bijvoorbeeld werden nooit bekroond.
Vanaf 1914 heeft de jury een vaste 'salon' op de eerste verdieping in het restaurant Drouant, nabij de Opéra. Tijdens de traditionele lunch in de eerste week van november wordt daar nog altijd gestemd over de winnaar. Ieder jurylid heeft zijn eigen couvert, met bestek waarin de naam van zijn of haar illustere voorganger staat gegraveerd. De leden krijgen niet meer betaald, maar mogen lid blijven tot hun dood, of totdat ze zelf geen zin meer hebben. Dit is nog een kritiekpunt op 'het instituut' Goncourt. De huidige voorzitster Edmonde Charles-Roux zit al sinds 1983 met haar kont op het zachte pluche van Drouant. Je kunt je afvragen of het in zo'n geval niet steeds lastiger wordt om handjeklap met uitgeverijen te vermijden.
Op de dag van de bekendmaking verzamelt de pers zich in een zaaltje naast de salon met de fameuze ronde tafel. Als het moment daar is, rond een uur of een, opent de juryvoorzitter de tussendeur en maakt voor camera's en microfoons de winnaar bekend.

Bandje
Mede dankzij de aandacht van de pers is de Goncourt al snel na de oprichting ervan als een goed geoliede marketingmachine gaan werken. Het prijzengeld bedraagt inmiddels niet meer dan tien euro, maar het bandje 'Prix Goncourt' om het omslag van een boek is goed voor een oplage van enkele honderduizenden. En voor vertalingen in het buitenland.
De Nederlandse uitgever De Geus vaart blind op de keuze van de Goncourt-jury en heeft bijna alle winnaars van de afgelopen jaren in het fonds opgenomen. Uitzonderingen daargelaten. Zoals de voor velen echt ondoordringbare trilogie Les ombres errantes van Pascal Quignard die won in 2002. Verkoop: toch nog 81.000 exemplaren. Van de baksteen Les Bienveillantes, het bekroonde boek van vorig jaar, geschreven door Jonathan Littell, zijn er daarentegen 700.000 verkocht.
Opvallend is dat de Prix Goncourt de verkoopcijfers van een boek dat het al goed doet wel tot grote hoogten kan opstuwen, maar een boek dat matig verkoopt zal niet snel een megaseller worden, ondanks het begeerlijke rode bandje. Maar begeerlijk is het, zo'n bandje, als je je bedenkt dat het aantal nieuwe romans in Frankrijk steeds toeneemt, met als voorlopig hoogtepunt de 727 - 493 Franse en 234 vertaalde - titels dit jaar. De juryleden worstelen zich in hun zomervakantie door die boekenberg heen; het gros ervan verschijnt immers tijdens de rentrée littéraire, in augustus en september. De cijfers wijzen uit dat de Goncourt maar zelden gaat naar een boek dat eerder in het jaar is uitgekomen.

Relletje
Vorig jaar waren van de veertien boeken op de longlist ('la première sélection') er twaalf in augustus en twee in september verschenen. Dan is het zaak om op te vallen. Een relletje te schoppen. Of een polemiekje te starten. En het liefst bij een grote uitgeverij te zitten. Meer kans op een prijs bij galligrasseuil, de bijnaam van de grote drie, Gallimard, Grasset en Seuil. Het lijkt een van te voren uitgemaakte zaak dat zij een boek bekroond zien worden met een van de zes belangrijkste literaire prijzen (behalve de Goncourt zijn er nog de Femina, Renaudot, Médicis, Interallié et Académie Française), waarbij Gallimard opties lijkt te hebben op de Goncourt. Als je de statistieken bekijkt (www.
academie-goncourt.fr) maakt Gaillimard dit jaar echter weinig kans. Maar het is lastig deze rentrée een echt duidelijke winnaar te voorspellen, melden diverse Franse media.
De race lijkt open. Wanneer ik dit schrijf doen er nog acht boeken mee. Amélie Nothomb - elk najaar present met een nieuw boek, maar nog nooit bekroond - is bijna niet meer te negeren. Maar ook underdog Olivier Adam (bij het kleine uitgevershuis d'Olivier) of Lydie Salvayre (Seuil) zouden een goede keus zijn. De minst verrassende, en daardoor de meest voor de hand liggende winnaar, is de nieuwe roman van publiekslieveling Philippe Claudel, Le rapport de Brodeck. Zijn uitgever Stock heeft al in geen 75 jaar een Goncourt mogen ontvangen en er zijn al meer dan 140.000 exemplaren van dit boek verkocht: een ideale winnaar.

Het rapport van Brodeck
Het lijkt erop dat de nieuwste roman van Philippe Claudel, Le rapport de Brodeck, weer net zo'n succes gaat worden als zijn vorige, Les Âmes Grises (Grijze zielen, De Bezige Bij). Het is opnieuw een spannend verhaal, dat zich dit keer afspeelt in de jaren net na de Tweede Wereldoorlog, in een klein dorp, in een niet bij naam genoemd land dat grenst aan Duitsland. Brodeck, een jongeman die is teruggekomen van 'daar waar vandaan je niet terugkeert', wordt door de dorpsbewoners gedwongen een rapport te schrijven over een collectieve moord.
Wat wij lezen is echter niet dat rapport, dat hij zo zakelijk mogelijk houdt, maar een persoonlijker relaas: over het kamp, de dorpsbewoners en de vreemdeling die zo maar, van de een op de andere dag hun dorp kwam binnenwandelen en zijn intrek nam in de herberg van Schloss. De vertaling verschijnt in april.