In de boeken van Jean-Philippe Toussaint gebeurde relatief weinig, maar dat hoefde ook niet: de kracht zat hem in zijn taalgebruik, humor en personages. Maar zijn nieuwe roman 'Vluchten' bruist van de actie.

De Belgische auteur Jean-Philippe Toussaint (1957) brak in de jaren tachtig wereldwijd door met zijn korte romans 'De badkamer', 'Meneer' en 'Het fototoestel'. In de boeken gebeurde relatief weinig, maar dat hoefde ook niet. De kracht zat hem in Toussaints taalgebruik, humor en licht absurdistische personages. De hoofdpersoon uit 'De badkamer' lag de hele dag in bad, en doodde de tijd met pijltjes gooien. 'Meneer' uit het gelijknamige boek was zo initiatiefloos dat hij bij zijn schoonouders bleef wonen toen de relatie met zijn vriendin al voorbij was. Eind jaren negentig publiceerde Toussaint nog het eveneens zeer geestige 'De televisie', over een man die besluit geen televisie meer te kijken.
Maar sindsdien is de beurtelings in Brussel en op Corsica wonende schrijver een andere richting ingeslagen. Zijn laatste twee boeken, een tweeluik, spelen zich af in Azië (waar Toussaint ongekend populair is) en zijn een stuk serieuzer van toon. Het in 2004 vertaalde 'Liefde bedrijven' vertelt het verhaal van een tot mislukken gedoemde liefde tussen de verteller en zijn vriendin Marie in Tokio; het onlangs verschenen 'Vluchten' speelt eerder, en volgt dezelfde personages in China en op het eiland Elba.
Met de thematiek is ook Toussaints schrijfstijl veranderd, want de minimalistische aanpak (korte zinnetjes, korte alinea's) uit de eerste boeken heeft plaatsgemaakt voor lang uitgesponnen scènes en minutieuze beschrijvingen, die vaak een droomachtige sfeer oproepen. Toussaint ziet het als een logische ontwikkeling in zijn schrijversloopbaan, zegt hij tijdens een bliksembezoekje aan Amsterdam: 'Toen ik debuteerde was ik eind twintig, nu vijftig. Ik heb intussen veel meer ervaring en technische bagage. Die technische kant van het schrijverschap wordt vaak onderschat. Twintig jaar geleden schreef ik bepaalde dingen niet op omdat ik het gewoon niet kón. Wat niet wil zeggen dat ik mijn eerdere boeken minder goed vind, ze waren gewoon wat eenvoudiger van opzet. Ik heb geprobeerd het mezelf bij elk boek wat moeilijker te maken. Tussen 'De badkamer' en 'Het fototoestel' zat ook al een groot verschil. De zinnen werden langer, de alinea's ook. Nu schrijf ik af en toe zinnen van twee pagina's. Ik voel me vrij om te doen wat ik wil.'
Dat de humor er onderweg een beetje bij is ingeschoten, is een kwestie van prioriteiten stellen, zegt hij. 'Tot aan 'De televisie' was een van mijn voornaamste doelstellingen om de lezer te laten lachen. Daarna was ik klaar met die benadering. In Liefde bedrijven waren de thema's voor mij schoonheid en poëzie, in 'Vluchten' energie. Ik hoop een elektrisch stroompje op gang te brengen tussen het boek en de geest van de lezer.'
'Vluchten' bruist, in tegenstelling tot Toussaints eerdere werk, inderdaad van de actie. De ik-persoon vliegt van Parijs naar Sjanghai, ontmoet een geheimzinnig stel aan wie hij een envelop met geld overhandigt, spoort met hen per trein naar Peking, beleeft in het toilet een intiem moment met het meisje, scheurt met het tweetal op een motor door een hallucinerend decor van bouwplaatsen, hijskranen en parkeergarages, speelt een partijtje bowling, en reist ten slotte naar Elba om zijn vriendin te ontmoeten.
Toch hoeven Toussaints fans zich geen zorgen te maken dat er voor hen niets meer te doen valt. Ook in 'Vluchten' biedt de auteur tussen de bedrijven door volop ruimte aan de verbeelding van de lezer. Toussaint: 'Tussen de drie delen waaruit het boek bestaat, zit bijvoorbeeld geen duidelijke overgang. Sommige mensen zullen het boek daardoor onevenwichtig of onaf vinden. Maar voor mij vormen die cesuren samen met de witregels tussen de scènes, juist de kracht van het boek. Het zijn de gaten in het verhaal die de lezer zelf kan opvullen. Een schilder als Matisse doet hetzelfde. Die zet een paar hele krachtige, precieze lijnen neer, en de rest mag de kijker afmaken. De Hollywoodfilm doet het tegenovergestelde. Daarin wordt alles ingevuld. Amerikaanse films hebben een gebrek aan wit.'
Vermoedelijk is deze aanpak ook een van de redenen dat zijn werk zo populair is buiten België en Frankrijk, denkt Toussaint. Ook lezers met een volstrekt andere culturele achtergrond kunnen immers in de boeken lezen wat ze willen. Het is een onbenullig voorbeeld, maar neem zijn beschrijving van het eilandje Elba in het laatste deel van Vluchten. Een Italiaanse lezeres vertelde hem dat ze zich bij het lezen het eiland Capri had voorgesteld, een Japanse lezer had gedacht aan een Grieks eilandje waar hij ooit op vakantie was geweest.
Vanwege het beroep dat hij doet op de verbeeldingskracht van de lezer en zijn beeldende, filmische manier van schrijven, is Toussaint ook al vergeleken met cineast David Lynch. Een vergelijking die hem plezier doet: 'Ik hoop dat ze klopt, want David Lynch is voor mij de grootste kunstenaar van dit moment. Vooral zijn laatste twee films, Lost Highway en Mulholland Drive vind ik fantastisch. Ik hou van zijn visuele manier van verhalen vertellen, en de manier waarop hij droom en realiteit door elkaar weeft. Dromen staan bij hem niet los van de werkelijkheid, ze maken er deel van uit - net als in mijn werk.'
Toussaints bewondering voor Lynch staat niet op zich, want hij is altijd geïnteresseerd geweest in beeldcultuur. Hij werkte mee aan de verfilming van twee van zijn boeken, schreef een scenario en een tv-film, en publiceerde (ondanks zijn eerdere afrekening met het medium televisie) onlangs een boekje over een van de meestbesproken tv-fragmenten van de laatste jaren: de kopstoot die voetballer Zinedine Zidane in de finale van het afgelopen wereldkampioenschap uitdeelde aan verdediger Marco Materazzi. Toussaint: 'Ik was zelf in het stadion in Berlijn toen het incident plaatsvond, en het bizarre was dat ik het niet heb gezien. Wij keken naar de bal, niet naar Zidane of Materazzi. Pas later heb ik in de krant gelezen wat er was gebeurd. Dat vond ik zo'n interessante paradox: een miljard televisiekijkers wisten wat zich had afgespeeld, en de toeschouwers ter plekke niet. Daarnaast heb ik geprobeerd iets over Zidane als ikoon te zeggen. En ten derde zag ik in zijn actie een combinatie van geweld en vluchtgedrag, die ik meteen in verband bracht met het pijltjesgooien van de hoofdpersoon in 'De badkamer'. Nee, ik vel geen oordeel over Zidane. Ik kapittel hem niet, en ik verdedig hem ook niet.'