Bestaat hij echt? Een dominee die gelooft in een God die niet bestaat? Wel wis en waarachtig. Klaas Hendrikse is de naam:
"Ik geef de kerk er flink van langs, dus als ze terugslaan kan ik ze dat moeilijk kwalijk nemen"

Toen we begin dit jaar in de VPRO-gids schreven over een Tegenlicht-uitzending waarin het christenfundamentalisme in de Verenigde Staten werd behandeld, ruimden we ook enige alinea's in voor de ontvangst van Richard Dawkins' boek God als misvatting dat in het najaar van 2006 was verschenen. De beroemde Britse wetenschapper c.q. atheïsme-pleitbezorger was immers een van de geïnterviewden in het televisieprogramma. Een van zijn criticasters bleek curieus genoeg 'een in Middelburg en omstreken opererende "atheïstische dominee".'
Deze Klaas Hendrikse, naar eigen zeggen 'atheïst in hart en nieren', wilde 'in zijn onnavolgbare beschouwing graag het misverstand uit de weg ruimen "dat geloven in God hetzelfde zou betekenen als geloven dat God bestaat".'
Niet veel later werd bekend dat Hendrikse najaar 2007 een boek zou publiceren, getiteld: Geloven in een God die niet bestaat. Intrigerend.
Zo zitten we op dinsdagmiddag 23 oktober, een paar weken voor de lancering van het boek, in de werkkamer van Hendrikse's Middelburgse woning. De predikant, een rijzige man van 60 jaar, is net terug van een korte vakantie in de Alblasserwaard, waar hij werd geboren en waar hij zijn jeugd doorbracht. In een atheïstisch gezin, als zoon van de dierenarts. Al vroeg raakte hij geboeid door de leefwereld en het godsvertrouwen van de christelijke dorpsbewoners, die in Groot-Ammers een flinke meerderheid vormden. Die fascinatie verdween nooit. Zodat Hendrikse na een carrière in het bedrijfsleven bij kopieerapparatenfabrikant Xerox alsnog theologie ging studeren, in Utrecht. Tot verbazing van menigeen. Die stoere keeper van het eerste elftal van Groot- Ammers wordt dominee!?
Inmiddels staat hij al weer meer dan twintig jaar op de kansel van de vrijzinnige Koorkerk in Middelburg, en van de Vrijzinnige gemeente in Zierikzee. Klaas Hendrikse: 'Dat is maar een kleine club. Hier in de Koorkerk komt gemiddeld zo'n honderd man. De laatste tijd komen ook steeds weer nieuwe mensen binnen, die zo'n atheïstische dominee wel eens bezig willen zien. Het leuke is dat je achteraf meestal niet hoort: dit heeft niks meer met de kerk te maken, maar: zo kan het dus ook!'

Verschilt het werk van een atheïstische predikant dan niet veel van zijn gelovige collega's?
'Nee, ik ben gewoon voorganger en pastor. Ik sta op een preekstoel en er wordt ook aan liturgie gedaan. Maar daar heb ik wel heel erg aan geknabbeld. Je zult geen enkele traditionele formule horen. Normaliter begint een dominee met een votum en groet. Ik begin altijd met iets voor de kinderen. Er wordt wel uit de bijbel gelezen en gezongen. Maar het belangrijkste is: er wordt geen geheimtaal gesproken.'

Bent u lang met het boek bezig geweest?
'Het idee speelde al langer, maar ik was eigenlijk niet van plan er vóór mijn emeritaat aan te beginnen. Maar toen ik in 2003 tijdens mijn vakantie in Slovenië het boek Leven zonder God van Harm Visser las, begon ik me toch zo op te winden!'

Daarin worden allerlei prominente atheïsten geïnterviewd. Figuren als Herman Philipse, Jaap van Heerden, Rudy Kousbroek en Hans Crombag.
'Ja, die zogenáámde atheisten! Ik dacht: kan dit allemaal zo maar ongestraft? Die lui maken karikaturen van kerk, geloof, gelovigen, van God, en van zichzelf.'

Wat was er dan zo erg aan?
'Ze vervuilen het begrip atheïst. Er zijn veel meer atheïsten dan de statistieken weergeven. Al die mensen die niets kunnen met een theïstische God, zijn in feite atheïst. Ik heb groot respect voor iemand als Herman Philipse, maar zo'n stuk waarin hij zich atheïst noemt bestrijd ik. Hij afficheert zijn atheïsme als een oorspronkelijke levensbeschouwing, ik noem dat bastaardatheïsme. Al die zogenaamde atheïsten roepen hetzelfde: op een gegeven moment kwam ik tot de ontdekking dat God niet bestond. Bij dat punt is hun godsbeeld stil blijven staan. En iedere gelovige wordt door hen beschouwd als iemand die met dat oude godsbeeld is behept. Terwijl de meeste gelovigen zich juist zijn gaan ontwikkelen, en allang niet meer geloven zoals ze dat vroeger deden. Zo ben ik begonnen en heb ik die discussies als aanleiding gebruikt om mijn eigen verhaal te vertellen, en duidelijk te maken dat je zowel predikant als atheïst kunt zijn.'

Wat verwacht u ervan?
'Ik heb mijn boek geschreven voor mensen die het zo zeker niet weten: voor twijfelaars binnen de kerk die tegen God aan lopen, en mensen buiten de kerk die om God heen lopen, omdat zij niet (meer) kunnen geloven in wat de kerk van God heeft gemaakt. Ik hoop dat er in de kerk eindelijk een gesprek op gang komt over het al of niet bestaan van God. Kranten en opiniebladen schrijven daar regelmatig over, maar de kerk zwijgt, in kennelijke verlegenheid.'

Kuitert schrijft het voorwoord in uw boek. Maar is het eigenlijk niet kwalijk wat Kuitert zijn hele leven lang heeft gedaan? Op kosten van de belastingbetaler het godsgeloof afbreken en al die arme gelovigen in de kou laten staan?
'Onzin. Hij is integer geweest van het begin tot het eind. En heel veel gelovigen heeft hij juist op weg geholpen.
Dat hij uiteindelijk tot conclusies is gekomen die voor een groot deel van de kerk niet zo leuk zijn om te horen is een ander verhaal. Ik heb hem heel hoog zitten, hij krijgt ook het eerste exemplaar overhandigd.'

Had u dit boek niet eerder kunnen schrijven? Of dacht u tien, twintig jaar terug nog heel anders?
'Dat God niet bestaat roep ik al twintig jaar. Dat is in mijn gemeente ook niks nieuws. In het boek zit natuurlijk ook veel preekmateriaal, het gaat over thema's waar ik me al lang mee bezighoud.
Maar een boek schrijven, zo weet iknu, is geen kleinigheid. Toen het idee min of meer rond was, heb ik er vaart achter gezet. Al was het maar omdat ik niet in het rijtje wil passen van predikanten en theologen die na hun emeritaat ineens met terugwerkende kracht anders in een persoonlijke god blijken te geloven dan toen ze nog actief waren. Zoals Frits de Lange uit Kampen. Ik heb nog vijf jaar te gaan, dus niemand kan zeggen: lekker makkelijk wat hij doet. Het is niet uitgesloten dat ik de kerk word uitgezet.'

Zou u het diep in uw hart wel lekker vinden als u eruit gegooid zou worden?
'Als het gebeurt ga ik in ieder geval met opgeheven hoofd. Als ze me aanspreken op mijn theologische opvattingen en ze zijn van mening dat die niet door de beugel kunnen, dan zou ik dat kunnen accepteren. Maar dat wil ik eerst nog wel eens zien. Wat ik beweer mag dan kerkelijk gesproken op de rand zijn, maar of dat bijbels en theologisch gezien ook zo is, zal nog maar moeten blijken.
Ik geef de kerk er flink van langs, dus als ze terugslaan kan ik ze dat moeilijk kwalijk nemen. Maar dan hoop ik wel wat losgemaakt te hebben.
Weet je wat ik triest vind? Dat dit soort kritische geluiden alleen maar komen van ouwelullen, mijzelf incluis. Jonge predikanten zitten allemaal in de orthodoxie. Niemand rammelt aan de kettingen. Tot op heden helaas ook niet bij de vrijzinnigen.'