Het had er in de aanloop naar de uitreiking van de AKO Literatuurprijs 2007, maandag rechtstreeks uitgezonden in Pauw & Witteman, zo waardig en beschaafd aan toe moeten gaan.

Na dat merkwaardige experiment waarin de roddeltantes van RTL Boulevard zich in babbelitempjes van hun cultuurcorvee kweten, met als resultaat ongeveer wat je je voorstelt bij een boekenbijlage van de Privé, was de prijs dit jaar immers weer in de veilige handen van NPS en VARA. De talkshow, waarin schrijvers volgens de organiserende Stichting Jaarlijkse Literatuurprijs 'op een intelligente en voor een breed publiek aantrekkelijke manier geïnterviewd' worden, was de ideale mediapartner. De kijkcijfers waren uitstekend.
De makers bereid voor één keer een uitzending op locatie te maken, omdat het feestelijke schrijversdiner nu eenmaal op Paleis 't Loo werd gehouden. En in de weken daarvoor zou er uitgebreid aandacht worden besteed aan de zes genomineerde boeken.
Er kon niets mis gaan. Maar ja, toen begonnen de ego's van de twee op papier grootste kanshebbers op te spelen, en ontspon zich een literaire catfight waar de honden geen brood van lustten.
Arnon Grunberg, die na het winnen van de Libris en de Gouden Uil met zijn roman Tirza volgens zijn uitgever hard op weg is naar een grand slam, gaf de aftrap met een aflevering van zijn wekelijkse open brief-column in de Humo in Het Parool. Het werk van concurrent A.F.Th. van der Heijden (Het schervengericht) en dan vooral diens Mulischhommage- in-romanvorm MIM zette hij daarin weg als een 'typografische kwestie' - een lollige verwijzing naar diens tijdelijke auteursnaam 'A.F.Th.' - en het gebazel van een 'verwarde kabbalist'.
'Karaktermoord' brieste Van der Heijden een paar weken later in Pauw & Witteman. De man had net zijn op uitnodiging van HP/De Tijd geschreven repliek ingeleverd en die wilde hij een paar dagen voor die in de kiosk zou liggen best even samenvatten. Grunberg was iemand die tegelijkertijd aan een wedstrijd meedeed én vanaf de zijlijn 'een vuil soort hooliganisme' bedreef. In Tirza was Van der Heijden niet verder gekomen dan pagina honderd, smaalde hij, omdat hij daar op een slordige fout was gestuit - iets met een broek die afwisselend op iemands knieën, iemands enkels en weer iemands knieën hing. En die onbeschofte snuiter had zich bij een eerder gezamenlijk diner niet eens aan hem voorgesteld!
Tja. Het leverde, ook in HP/De Tijd, best vermakelijke zinnen op, daar niet van. Maar ondertussen ging het in de interviews met beide heren wel alléén maar over dit relletje-in-zakformaat. En al zal bij de andere genomineerden - Willem G. van Maanen (Heb lief en zie niet om), Joost Zwagerman (Transito), Dimitri Verhulst (Mevrouw Verona daalt de heuvel af) en Frank Westerman (Ararat) - misschien wél over het werk gesproken zijn, gevreesd moet worden dat de vraag of de twee kemphaantjes elkaar maandagavond met het serviesgoed gaan bekogelen de meeste spanning genereert. De AKO anno 2007. Albert Verlinde zou smullen.