In september wordt ze vijftig, maar ze reist en schrijft er nog net zo lustig op los als vijfentwintig jaar geleden. Miss Concordia, over acht ‘vrouwen in den vreemde’, is het negende reisboek van Carolijn Visser. Miss Concordia is een boek met verhalen over vrouwen die Visser op haar reizen ontmoette. Ontheemde vrouwen vaak, die door de grilligheden van het bestaan ver van huis en haard verzeild raakten. Zoals de Miss
Concordia uit de titel; een beeldschone Chinese die via een halfbroer in Estland belandde, waar ze een Franstalige Canadees ontmoette met wie ze uiteindelijk in Montreal ging wonen. Of de levenslustige Russin Larissa, die na jaren van tegenslag
Estland verliet om les te gaan geven aan Navajo-kinderen in een rotsachtig gehucht in New Mexico. Of de Britse Esther die in 1938, negentien jaar jong, verliefd werd op een Chinese student en met hem meeging naar China waar ze haar kinderen moest opvoeden ten tijde van de Culturele Revolutie. Visser liep ze ergens toevallig tegen het lijf en tekende hun ongelofelijke levensverhalen met haar soepele pen op.
Geheel in stijl stond de schrijfster ons digitaal te woord vanuit een Panamees internetcafé. We vragen haar waarom het alleen vrouwen zijn geworden. ‘Ik ben niet bewust begonnen met het verzamelen van de levensverhalen van alleen vrouwen. De ervaringen van mannen bleken makkelijker in een groter geheel te passen. Zij vertellen vooral over hun werk, over de politiek, ze staan middenin de grote gebeurtenissen. Vrouwen bekijken de dingen meer vanaf de rand, daardoor schoten hun verhalen steeds over. Wel is het zo dat het voor mij makkelijker is om met andere vrouwen een vriendschap op te bouwen. Die vinden het niet vreemd dat ik vaak opbel of kom logeren. Een man denkt gauw: wat moet dat mens van me, en anders vraagt zijn echtgenote zich dat wel af.’