Vorig jaar begonnen VPRO en NRC Handelsblad gezamenlijk boekenprogramma, Boeken@cetera, waarmee naar zowel het katern Boeken als het Leven@cetera verwezen werd. De samenwerking is nu ten einde en het programma gaat verder als Boeken. Presentator Wim Brands licht toe.

Dat de NRC is ermee gestopt begrijp ik wel, want zij willen dat zo'n programma een reclameproject voor hen is en dat was het niet. Op het moment dat je er een reclameproject van maakt, en dat hoeft maar iets heel kleins te zijn hoor, dat je bijvoorbeeld met drie NRC-recensenten aan tafel zit, dan maak je wat mij betreft al geen interessant boekenprogramma meer. Zo'n hoofdredactie heeft natuurlijk andere belangen. Die moet geld verdienen. Iemand van de redactie van de NRC die belast is met de afdeling televisie had gezegd: dit programma mercht niet voldoende. Van 'merchandising.' En daar had ie gelijk in. Het is maar een klein programma met weinig kijkers, maar in het begin kreeg ik natuurlijk wel reacties van mensen die vonden dat ik naar de kapper moest, of een ander overhemd aan moest, of die me gewoon een idioot vonden. Maar we hebben overwegend verstandige reacties gekregen van kijkers. Je denkt af en toe dat je in een volkomen hysterisch land woont, maar als je dat soort reacties leest, valt dat weer reuze mee. Wat ik leuk vond was dat mensen gelijk doorhadden wat voor soort programma het was. Ik wilde vooral géén debatprogramma. Ik hoef geen programma te maken waarmee mensen het eens of oneens zijn. Wat is nou het allerleukste interview om te lezen, te horen of naar te kijken? Dat is een interview dat je als verhaal gepresenteerd krijgt. Een verhaal waarvan je na afl oop denkt: goed dat ik dit gehoord of gezien heb, want zo had ik er nog niet naar gekeken. Het onderwerp is eigenlijk belangrijker dan het personage en soms valt het samen. Ik heb elke maandagochtend meteen naar de kijkcijfers gekeken, daar ga ik niet moeilijk over doen. En ik moet ook eerlijk bekennen dat ik momenten heb gehad dat ik op zondagmiddag vreugdevol vaststelde dat er een onweerswolk boven Amsterdam hing. Ik denk dat we een gemiddelde hebben gehaald van 120.000 kijkers, maar we hebben ook uitzendingen gehad van 190.000.

IJstijd
Naar de uitzending met Salomon Kroonenberg, een geoloog, keken heel veel mensen en dat was toevallig ook een ontzettend leuke uitzending. Hij legde uit dat wij ons ten onrechte druk maken over klimaatsveranderingen omdat ons tijdsbesef niet klopt. Wij denken namelijk op heel korte termijn, maar als je die geologische tijdsindelingen hanteert, maak je je niet zo druk. We zijn nu op weg richting geologische herfst en daarna krijgen we een nieuwe ijstijd, en dan zijn we er gewoon niet meer. En dat vertelde hij heel blijmoedig. Ik vond het leuk dat daar veel mensen naar keken, want het is geen eenvoudig onderwerp.
Naar De Avonden (het radioprogramma waarvan Brands eindredacteur is - red.) luisteren 20.000 mensen en daar is niks mis mee, maar ik heb wel vaak gedacht: als je hetzelfde doet op een andere plek bereik je veel meer mensen. En dat blijkt, want op televisie bereik je ineens 180.000 mensen. Dat vind ik leuk, want zo'n man als Kroonenberg is iemand die je bijna nooit op televisie ziet. En zo zijn er heel veel interessante mensen die je bijna nooit op televisie ziet. Niet dat ik daar overigens altijd op let, want vorige week hadden we Midas Dekkers en die zie je wel overal, maar dat kan me ook helemaal niks schelen, want ik ga hem toch iets vragen wat anderen hem niet vragen.'
John Cleese heeft ooit de vraag opgeworpen of televisie wel het podium is voor, laten we zeggen, intellectuele kwesties. Dat kun je je inderdaad afvragen. Dat wil overigens niet zeggen dat je de middelbare school moet hebben afgemaakt om daarover te kunnen praten. Die kwesties kun je zo brengen dat iemand die niet al te stom is het gewoon kan volgen en erover kan nadenken. Maar zelfs dan is nog de vraag of televisie daar wel het medium voor is. Misschien is de televisie wel een permanente kermis waarin cultuurverslaggeving ongeveer hetzelfde is als met een bus door Parijs rijden, één minuut bij elke bezienswaardigheid blijven staan en na afloop zeggen: dit was een culturele reis door Parijs. Ik heb daar niets op tegen hoor, maar dan hebben wij er niks meer te zoeken.
Ik denk trouwens dat we ook de hand in eigen boezem mogen steken. Het komt van twee kanten. Aan de ene kant is de televisie in handen van kermisexploitanten gekomen, maar dan van de slechte soort want ik vind kermisexploitanten over het algemeen leuke mensen. Aan de andere kant is het ook zo dat de mensen die eerder dit soort programma's gemaakt hebben - niet allemaal, maar een deel ervan - er voor hebben gezorgd dat als je het woord "boeken" laat vallen, je al denkt aan een strafexercitie. Terwijl dat niet zo hoeft te zijn, het kan ook op een hele plezierige manier, op een manier die niet buitensluit.

Verlosser
'In de uitzending van deze week zit een jongen uit Iran, Shervin Nekuee. Hij is gevlucht, heeft hier een bestaan opgebouwd en is teruggegaan. In zijn boek 'De Perzische paradox' legt hij uit dat Iran een heel streng islamitisch land is, maar dat het tegelijkertijd een land is waar je waanzinnig veel webloggers hebt, en waar heel veel vrouwen naar de universiteit gaan. Gesluierd, maar ze gaan wel. Dat is een prachtig onderwerp. Hij wijst er ook op dat Khomeiny indertijd door heel veel jonge mensen als een verlosser
werd binnengehaald, ook door veel linkse mensen. Hoe kwam dat? Daar kan die jongen het heel mooi over hebben. Er zitten zoveel interessante kanten aan dit onderwerp dat ik het alleen nog maar kan verzieken. Als ik dat gevoel heb, dan zit het goed.'