De gruwelen van concentratiekamp Auschwitz werden tachtig jaar geleden een halt toegeroepen. Op 27 januari 1945 bevrijdden Sovjetsoldaten het beruchte kamp. Nu tachtig jaar later wordt de bevrijding uitgebreid herdacht. In Amsterdam, in Auschwitz zelf en vanavond tijdens een herdenkingsconcert vanuit de Philharmonie Berlijn. Op het programma prijkt onder meer een werk van de Tsjechische componist Gideon Klein (1919-1945). Vanwege zijn joodse afkomst werd Kleins beloftevolle componistencarrière genadeloos in de kiem gesmoord door de nazi’s. Vlak voor de bevrijding van concentratiekamp Auschwitz kwam Klein om het leven in de steenkolenmijn van Fürstengrube, een buitenkamp van Auschwitz.
Gideon Klein werd maar 25 jaar. Maar in die korte tijd liet hij een indrukwekkend oeuvre na. Veel van zijn kamermuziekwerk stamt uit de tijd dat Klein in nazimodelkamp Theresienstadt gevangenzat. Klein bleek een alleskunner. Hij componeerde er niet alleen werken voor strijkers, koor en piano, maar hij trad ook op als pianist en organiseerde kamermuziekconcerten. Zijn composities wist Klein te redden door ze in bewaring te geven bij een goede vriendin. In de jaren negentig zouden in een koffer bij Praagse vrienden nog meer partituren van Klein opduiken. Op jeugdige leeftijd had Klein al enkele indrukwekkende werken voor strijkers voltooid. Als veelbelovend componist sloeg hij een brug tussen Schönbergs expressieve klankkleurenweelde en de Tsjechische, op volksmuziek geïnspireerde muziek van Janáček. Met zijn gebeeldhouwde gelaatstrekken had de jonge componist ook wat weg van een filmster. Voor veel overlevenden van de oorlog groeide Klein uit tot ‘hun eigen Leonard Bernstein.’
In 1990 stond Kleins muziek weer volop in de schijnwerpers toen de Tsjechische componist Vojtĕch Saudek diens Strijktrio uit 1944 bewerkte. Tien dagen voordat Klein naar Auschwitz werd gedeporteerd, voltooide hij het stuk. Saudek doopte zijn bewerking om in een Partita voor strijkorkest. Het arrangement behoudt de weemoedige impact van het originele driedelige trio. Deze Partita behoort tot de meest gespeelde composities van Gideon Klein. Let vooral op het aangrijpende, langzame middendeel. Klein baseerde dit ‘Lento’ op een Moravisch volksliedje dat zijn oppas altijd voor hem zong.