VPRO Gids 14

5 april t/m 11 april
Pagina 50 - ‘Strijdvaardig’

Strijdvaardig

Femke Weerdmeester ,

Directeur van Stichting Vluchteling Tineke Ceelen geeft in haar memoires ook vluchtelingen een stem.

Tineke Ceelen is directeur van Stichting Vluchteling. In haar ruim dertig jaar lange carrière als hulpverlener heeft ze honderden vluchtelingen over de hele wereld gesproken. Van Sierra Leone tot Tibet en van Griekenland tot Venezuela. ‘Vluchtelingen zijn de meest berooide mensen. Ze hebben niets dan hun kleren waarin ze wegliepen van geweervuur of moddergolven,’ schrijft ze in haar boek Vlucht.

In deze memoires vertelt ze over haar carrière en haar persoonlijke levensloop. Hoe ze naar eigen zeggen een idealistische maar onbezonnen hulpverlener is geworden. Vluchtelingen die ze heeft ontmoet krijgen in het boek ook een stem. Zo loopt het persoonlijke verhaal van de Afghaanse jongen Ali als een rode draad door het verhaal.

Ceelen komt uit een klein dorp in Brabant. Ze had hier een ontspannen jeugd, maar vond de ‘Van wie bende gij er ènne?’-cultuur wel beklemmend: kennen ze je ouders, dan denken ze ook alles over jou te weten. In haar jeugd had haar vader een duidelijk beeld van hoe het leven van zijn oudste dochter eruit zou zien: eerst misschien een opleiding tot verpleegkundige of leerkracht, maar daarna gewoon trouwen. Ceelen zag dit zelf anders, ze kon goed leren, wilde naar het atheneum en naar het buitenland.

Na haar eindexamen mocht ze een tijd bij haar tante Betty in Canada wonen. Hier kwam ze in aanraking met de reservaten waar oorspronkelijke Amerikanen wonen. Ceelen was dol op westerns, films over ‘cowboys en indianen’. Ze vond deze oorspronkelijke volken trots, stoer en prachtig. Maar in die reservaten zag ze hen in woonwagens wonen in een vervuilde omgeving. Het riep vragen bij haar op, over hoe deze mensen zo terecht waren gekomen en waarom er met dedain over hen werd gesproken.

Sindsdien wist ze dat ze mensen wilde helpen. Terug in Nederland koos Ceelen voor de studie culturele antropologie en solliciteerde ze na haar afstuderen bij hulporganisatie Memisa. Tot op de dag van vandaag reist ze af naar brandhaarden om te zien hoe ernstig de situatie is, spreekt ze met hulpverleners over hoe hulpmiddelen het beste kunnen ingezet en luistert ze naar hun verhalen. Als mensen vragen hoe ze het werk volhoudt, waarin ze geconfronteerd wordt met mensen in heel verdrietige situaties, schrijft ze dat juist de vluchtelingen zelf haar strijdvaardig houden. ‘Zij houden me op de been met hun moed, hun veerkracht en hun humor.’