VPRO Gids 2

14 januari t/m 20 januari
Pagina 90 - ‘Dragen en bidden’

Dragen en bidden

Radha Ramdhan ,

In de serie over de Watersnoodramp staat vandaag het trauma centraal, en de verwerking daarvan in de daaropvolgende decennia.

‘Niet klagen, maar dragen en bidden om hulp,’ zegt journalist en schrijver Kees Slager in de derde uitzending van de vierdelige serie Het water komt! ‘Dat was het adagium van de zwaar gereformeerden,’ vervolgt Slager, die daarmee verklaart waarom overlevenden van de watersnoodramp uit 1953 doorgaans niet mopperden over de verschrikkingen die zij meemaakten. Immers, de ramp werd beschouwd als straf van God voor de zonde van de mens. Naast de toen heersende mentaliteit van ‘ramp vergeten, we moeten vooruit’, droeg dit theologische vertrekpunt niet bij aan een open praatcultuur over de ramp, weten ook broer Jantje en zus Katy die inmiddels in de zeventig zijn. Hun ouders verloren een zoontje van zeven en een dochtertje van vier. Er was een periode voor  en een periode na de ramp. Nauwelijks werd er gepraat over het gitzwarte moment waarop een vloedgolf het deel van het huis waar de twee kindjes lagen voor moeders ogen weggesleurde. Jantje en Katy, geboren na het rampjaar, werden ‘troostkinderen’ genoemd en kregen dezelfde namen als hun overleden broer en zus.

Het duurde vaak nog tientallen jaren voordat slachtoffers in staat waren om over de rampervaringen te spreken. Eind jaren tachtig lukte het Slager, die ook het Zeeuwse dialect machtig was, om veel persoonlijke verhalen op te tekenen in de oral-history publicatie De ramp, inmiddels een standaardwerk. Vlak na de uitgave kwam, in 1993, de eerste nationale herdenking. En dus erkenning. Maar met de herdenking kwamen ook traumatische herinneringen naar boven. Aan water, heel veel water. De aflevering van vanavond Worstel en kom boven legt de focus op de periode na het rampjaar waarin men de armen uit de mouwen stak voor opbouw, en, nog heel veel later, er eindelijk ruimte kwam voor verwerking.