zondagetalage
Golden girl
Kunstenares Anna-Eva Bergman kon toveren met bladgoud. Maar buiten het Parijse Musée d'Art Moderne kent niemand haar werk.
Anna-Eva Bergman, Verwandlung des Lichts
Arte xx.xx-xx.xx
‘Een sleutelfiguur in de naoorlogse schilderkunst, een vrije en visionaire kunstenares, wier plastische werk, gekenmerkt door het gebruik van bladgoud of bladzilver, een krachtige viering is van de schoonheid van de natuur, van de landschappen van het Noorden en de Middellandse Zee.’ Zo luidt de omschrijving op de site van het Musée d'Art Moderne in Parijs waar dezer dagen een overzichtstentoonstelling aan haar is gewijd, de eerste ooit. De kunstenares in kwestie: Anna-Eva Bergman (1909-1987).
Dat u haar kent is onwaarschijnlijk. In de Penguins dictionary of arts and artistst (1991) komt ze niet voor, in Kunst van de twintigste eeuw (Taschen, 1999) evenmin. Jansons standaardwerk History of Art dan: geen Bergman. Waarom?
‘Ze gebruikte bladgoud om materie in licht te laten veranderen,’ klinkt het in de arte-documentaire Verwandlung des Lichts. Bladmetaal (onder meer goud, zilver en aluminium) was haar medium, en dat zorgde ervoor dat haar werk werd genegeerd. De glinstering maakte fotograferen van haar werk vrijwel onmogelijk, waardoor het zelden in boeken en overzichtswerken werd opgenomen en Bergman in de anonimiteit bleef. Het is de vraag of dat haar gebrek aan bekendheid afdoende verklaart. Ze stond in de schaduw van haar bekende echtgenoot, de bekende schilder Hans Hartung, is ook wel naar voren gebracht.
Misschien. Het kan natuurlijk aan het werk zelf hebben gelegen, maar daar is au fond weinig van te zeggen; wat succesvol is en wat niet hangt in de kunstwereld van zoveel andere factoren af. In een artikel in de Volkskrant uit 2019 haalt Wieteke van Zeil een anekdote op over de Franse filosoof Diderot, die ooit verkondigde dat de Poolse kunstenares Anna Dorothea Terbush gewoon te lelijk was om succesvol te zijn. Had ze nou nog goede borsten gehad en een goed achterwerk, en had ze zich overgegeven aan haar leraar, ja dan…
Alleen mannen konden kunstenaar zijn, konden geniaal zijn, alleen mannen mochten zich volledig overgeven aan de kunst (foei moeders!) en werden daarbij zowaar bewonderd als ze onmogelijk gedrag vertoonden.
Zo erg is het allicht niet meer, vrouwelijke kunstenaars als Louise Bourgeois, Marina Abramović, Tracey Emin en Cindy Sherman zijn supersterren, maar de kunstwereld is nog altijd een mannenwereld. Vrouwelijke kunstenaars brengen minder nog altijd minder op, hebben minder tentoonstellingen, krijgen minder aandacht in kranten en tijdschriften. Tijd voor een inhaalslag kortom, aldus de analyse.
In het artikel van Van Zeil passeren overigens vele namen van vrouwelijke kunstenaars de revue, maar niet die van Anna-Eva Bergman, die ‘sleutelfiguur in de naoorlogse schilderkunst’. Intrigerend wel.
HANS VAN WETERING
Mama of papa?
Roco’s ouders liggen in scheiding. Vriendinnetje Noï weet hoe dat voelt en schiet haar te hulp in een korte, lieflijke en tragikomische documentaire.
Mensjesrechten: Roco en Noï
NPO 3 xx.xx-xx.xx
‘Wat vind je leuker, een boom of een zandbak?’ De vrolijke vriendinnetjes Roco en Noï, beiden acht jaar oud, leggen elkaar giechelend op de schommel verschillende dilemma’s voor. Dat verloopt heel gemoedelijk, totdat Noï een lastige variant op de vraag stelt: ‘Je moeder of je vader?’ Roco schrikt en geeft ontwijkende antwoorden. Sinds haar ouders uit elkaar zijn heeft ze steeds vaker het idee te moeten kiezen tussen papa of mama. En dat wil ze eigenlijk helemaal niet.
Het is een mooie sleutelscène in de korte jeugddocumentaire Roco en Noï, een speels en levendig portret van twee jonge meisjes die elk moeten dealen met de echtscheiding van hun ouders. Filmmaker Nadia Shah weet knap de verwarring en het verdriet van de kinderen te vangen, zonder al te dramatisch te worden. Ze neemt haar onderwerp serieus en deinst niet terug voor de pijnlijke kanten ervan, maar weet het luchtig te brengen, met kleurrijke decors, vrolijke muziek en ook veel grappige scènes.
Het blijkt precies de juiste toon voor de beoogde doelgroep. De slechts 15 minuten durende film is onderdeel van de vierdelige EO-reeks Mensjesrechten: Mijn ouders zijn gescheiden, die zich richt op een publiek van jonge kids die met scheidingen te maken krijgen. De sfeer in Roco en Noï is ongedwongen en de focus ligt op de leefwereld van de kinderen, er komt dan ook geen enkele volwassene in beeld. De vertrouwde band tussen Roco (wiens ouders recent scheidden) en Noï (van wie de ouders al langer uit elkaar zijn) zorgt ervoor dat de meiden openlijk en eerlijk durven communiceren. De dynamiek tussen de twee is leuk om naar te kijken, en zal voor jonge kijkers die zelf worstelen met gescheiden ouders herkenbaar en troostrijk zijn.
CAS HOEKSTRA