VPRO Gids 40

1 oktober t/m 7 oktober
Pagina 90 - ‘De taal als scherm ’

De taal als scherm 

Colin Van Heezik  ,

P. F. Thomése wekt de doden tot leven in zijn veelzijdige œuvre, geschreven in taal die is ‘uitgehard in frituurvet’.

P.F. Thomése

‘Je gaat bestaan uit de doden die je met je meedraagt,’ zei schrijver P. F. Thomése (1953) in 2016 in een interview met de Volkskrant. Hij debuteerde in 1990 met de verhalenbundel Zuidland waarmee hij de Ako Literatuurprijs won. De plotselinge dood van zijn dochtertje Isa, een baby van een paar weken oud, gaf zijn leven en schrijverschap een nieuwe wending. Thomése schreef er het veelgeprezen Schaduwkind (2003) over, waarvan de vertaalrechten wereldwijd werden verkocht. Daarna liet Thomése zich van een luchtiger kant zien met de J. Kessels-romans: J. Kessels: The Novel (2009), Het bamischandaal (2012) en Ik, J. Kessels (2018). Inmiddels zijn ze gebundeld als Tilburg Trilogy (2020). ‘Zevenhonderd pagina’s vol melancholie en verlangen naar vroeger,’ zo luidt de flaptekst, ‘maar ook naar later, wanneer het weer net als vroeger zal zijn, in een taal die is ingeblazen door sigarettenrook, gedrenkt in bier en uitgehard in frituurvet.’ Want die taal, dat is waarmee Thomése de werkelijkheid naar zijn hand zet.

‘Ik wil de taal als een scherm om mij heen voelen,’ zei de schrijver in een interview met De Gids in 2015. En dat frituurvet? Dat verwijst naar de herinnering aan een Tilburgse snackbar waarmee het eerst deel opent. De ik-figuur was destijds gefascineerd door de dochter van de snackbareigenaar, een jonge vrouw die, met een knipoog naar Brigitte Bardot, wordt aangeduid als B.B.. Een hilarische roadtrip langs Duitse snelwegen volgt.

De schrijver maakte een uitstapje naar politieke satire in Vladiwostok! (2007), een boek dat volgens Arnold Heumakers van NRC ‘veel te krankjorum’ was ‘om voor een serieuze kritiek op de politieke werkelijkheid te kunnen doorgaan.’ In 2019 reconstrueerde de schrijver zijn familiegeschiedenis in Vaderliefde. ‘De anekdotes over kleurrijke, rare familieleden en voorvaderen boeien niet per se om hun inhoud,’ schreef Aleid Truijens in de Volkskrant, ‘maar omdat Thomése zo voortreffelijk schrijft, met zijn scherpe typeringen, achteloze metaforen en terloopse grappen.’

Afwezige familieleden blijven een rode draad bij Thomése, die in Nooit Meer Slapen vertelt over zijn nieuwste roman Swansdale: een verhaal over de prille liefde tussen Elsa, die haar moeder nooit gekend heeft, en Percy, die in het duistert tast over zijn vader. Samen fantaseren ze hun onbekende ouders tot leven. Waarom hij zo veel over de dood schrijft? ‘Ik denk dat het voor mij vanzelfsprekend is,’ vertelde Thomése tijdens een gesprek in deBuren, het Vlaams-Nederlandse huis voor cultuur en debat. ‘In de literatuur vanaf Homerus figureert de dood heel prominent. Je kunt je eerder afvragen waarom er schrijvers zo onnozel zijn te denken dat je het zonder zou kunnen doen.’