Een weemoedig tripje Parijs vervolmaak je met een wandeling over de lommerrijke begraafplaats Père-Lachaise. Liefhebbers van klassieke muziek vergapen zich er vanzelfsprekend aan de met bloemen versierde praalgraven van Chopin en Rossini. Alleen wie goed zoekt, stuit op het beduidend soberder graf van George Enescu. ‘Enesco’ staat er met verfranste koeienletters op de voorkant, dat nog wel. Een Roemeense componist, violist, pianist en dirigent die successen vierde in Parijs, en wiens oeuvre met horten en stoten wordt ontdekt en herontdekt. Vanavond speelt het London Philharmonic Orchestra de Tweede symfonie van George Enescu.
Als je aan Roemenië denkt, schiet niet meteen een heel rijtje wereldberoemde componisten te binnen. Maar als er zoiets is als een componist des vaderlands, dan gaat die eretitel zeker naar George Enescu (1881-1955). In de twintigste eeuw gold Enescu als lichtend voorbeeld voor alle muzikale alleskunners. Het naoorlogse Roemenië produceerde bijvoorbeeld een aantal eigenzinnige nieuwlichters onder de componisten. Zo rekten Horatiu Radulescu, Ana-Maria Avram en Iancu Dumitrescu de mogelijkheden van het klankkleurspectrum op met hun expressieve, spectrale muziek. Andere min of meer bekende Roemeense componisten zijn Anatol Vieru, Stefan Niculescu en Myriam Marbe. Roemenië komt er verder bekaaid af. Vermaarde componisten als Béla Bartók, György Kurtág en György Ligeti kwamen wel ter wereld op Roemeense grond, maar krijgen gewoonlijk de Hongaarse nationaliteit opgespeld. Met Enescu houden de Roemenen de wereldwijde eer hoog.