Het heeft even geduurd, maar eindelijk heeft de 71-jarige Spaanse maestro Pedro Almodóvar zijn eerste Engelstalige film gemaakt. Geen speelfilm, maar een heerlijke korte film, getiteld The Human Voice met in de hoofdrol Tilda Swinton.

‘Spanje is een moeilijk land voor zijn kunstenaars,’ zei de Spaanse acteur Antonio Banderas twee jaar geleden tegen VPRO Cinema op het filmfestival van Cannes. We vroegen de acteur, die in Cannes was voor Pedro Almodóvars Dolor y gloria, hoe het toch kwam dat de films van Almodóvar – Banderas speelde in acht daarvan – in het buitenland veel beter gewaardeerd worden dan in Spanje.

Een goede verklaring voor die moeizame relatie tussen Almodóvar en diens thuisland had hij niet direct, maar Banderas zei wel zich al langer te storen aan zijn landgenoten, die maar weinig op lijken te hebben met de eigen kunstenaars. ‘Toen ik in 2015 een Goya kreeg voor mijn hele carrière gaf ik een speech die werd uitgezonden op televisie. Daarin zei ik dat als we echt willen weten wie we zijn als land, we naar onze kunstenaars moeten kijken. Naar Picasso, Federico García Lorca en Manuel de Falla. Kijk naar hun schilderijen, lees hun gedichten en luister naar hun muziek. Dat is wie we zijn. En ik weet honderd procent zeker dat als je over vijftig, zestig jaar wil weten hoe het leven in Spanje was je naar de films van Pedro Almodóvar zal moeten kijken.’

Wat voor de meeste Spanjaarden nog een hele opgave zal worden, want zelfs Almodóvars moeder heeft nooit een film van haar zoon willen zien. Zelfs al won die de ene na de andere belangrijke filmprijs. Omdat ze wist, zo vertelt Almodóvar regelmatig in interviews, dat ze zijn films niet goed zou vinden.

Pedro Almodóvar en Tilda Swinton

Hysterisch hedonisme

Pedro Almodóvar wordt in 1949 geboren in het dorpje Calzada de Calatrava in de conservatieve regio La Mancha. De kleine Pedro weet al vroeg dat hij op mannen valt en dat hij zo snel mogelijk weg moet uit zijn dorp, omdat ze daar nog in de negentiende eeuw leven en hij eigenlijk een kind van de 21ste eeuw is.

Dat laatste klinkt als grootspraak, maar de flamboyante en vrijzinnige Pedro is zijn tijd inderdaad ver vooruit. In 1967 vertrekt hij naar Madrid, waar hij zich eind jaren zeventig zal aansluiten bij La Movida Madrileña. Deze beweging bestaat uit een bonte verzameling kunstenaars uit allerlei disciplines, die hun kans grijpen na de dood van generaal Franco in 1975. Na jaren van repressie en verstikking kan en mag ineens alles. Wat leidt tot een bijna hysterisch hedonisme.

En nergens is dat zo goed zichtbaar als in de films van Pedro Almodóvar, voor wie geen thema taboe is. Zijn eerste films worden bevolkt door lesbische punkzangeressen, nymfomane popsterren en excentrieke nonnen die elk een van de zeven hoofdzonden onderzoeken.

Tilda Swinton in The Human Voice

Hét recept voor een cultstatus, die de regisseur dan ook in een mum van tijd zal verwerven. Maar ondanks alle camp en kitsch in zijn films is duidelijk dat Almodóvar meer wil dan alleen shockeren. Hij is oprecht geïnteresseerd in zijn uitbundige en eigenzinnige personages en verzet zich met hen tegen de conformiteit die wordt opgelegd door kerk en staat.

Tot zijn eigen verbazing vinden zijn films ook buiten de eigen subcultuur steeds meer weerklank. De feministische screwballkomedie Mujeres al borde de un ataque de nervios (1988) wordt zelfs genomineerd voor een Oscar voor beste niet-Engelstalige film. Die prijs wordt dan nog niet gewonnen, maar in 2000 is het wel raak, wanneer Almodóvar de Oscar wint voor het komische drama Todo sobre mi madre. Meer meesterwerken zullen volgen, waaronder Hable con ella (2003), Volver (2007) en de meest autobiografische en misschien wel beste van al zijn films, het eerdergenoemde Dolor y gloria (2019).

Rauwe emoties

Met zo veel internationale successen is het geen wonder dat ook Hollywood regelmatig komt aankloppen. Naar verluidt wordt Almodóvar gevraagd voor Brokeback Mountain (de ‘gay cowboyfilm’ die een hit wordt in de regie van Ang Lee) en ook voor het broeierige The Paperboy, dat uiteindelijk gemaakt zal worden door Lee ‘Precious’ Daniels. Nou zijn dat nog twee films die bij Almodóvar vast in goede handen zouden zijn geweest, maar het is moeilijker voor te stellen wat ze in Hollywood denken als ze hem vragen voor het Whoopi Goldberg-vehikel Sister Act.

Hoe dan ook, Almodóvar – die slecht Engels spreekt – heeft zich nooit door Hollywood laten strikken, maar nu is dan toch zijn eerste Engelstalige film verschenen. Geen speelfilm, maar het dertig minuten tellende The Human Voice. Met Tilda Swinton in de hoofdrol.

In handen van Almodóvar wordt het een onweerstaanbare optelsom van humor en tragiek, rauwe emoties en camp, stijl en inhoud.

The Human Voice is gebaseerd op de beroemde eenakter La voix humaine uit 1930 van de Franse (toneel)schrijver Jean Cocteau, die al tientallen keren eerder verfilmd werd. Het gegeven is dan ook ijzersterk. We zien en horen hoe een vrouw belt met de man die haar zojuist, na een relatie van vijf jaar, verlaten heeft. De vrouw smeekt, vloekt en tiert, en wordt steeds wanhopiger. In de oorspronkelijke versie van Cocteau pleegt ze aan het eind zelfs zelfmoord. De reden dat het stuk zo ongeveer elk jaar opnieuw verfilmd wordt, is dat het prima aangepast kan worden aan de tijd, zodat iedere regisseur weer nieuwe accenten kan leggen.

In handen van Almodóvar, die ook Cocteaus tekst bewerkte, wordt het een onweerstaanbare optelsom van humor en tragiek, rauwe emoties en camp, stijl en inhoud. Tegen het einde van de film stelt de vrouw, die net als Swinton een actrice op leeftijd is, verbaasd vast dat ‘vrouwen van mijn leeftijd weer in de mode zijn. Blijkbaar houden mensen nog van mijn bleke teint, en van mijn mix van waanzin en weemoed.’

Waanzin en weemoed... wat niet geheel toevallig ook een prachtige samenvatting is van het oeuvre van Pedro Almodóvar.

Bekijk hier films van Pedro Almodóvar

Meer over de films van Pedro Almodóvar