Elke scooter is op weg naar een drugsdeal en uit die zwarte terreinwagen kunnen elk moment mannen met machinegeweren stappen. Zo ziet Italië eruit na te veel afleveringen van Gomorra achter elkaar. De serie schetst een inktzwart beeld van de Italiaanse maatschappij, vooral die in de buitenwijken van Napels, waar de armoede schrijnend is en criminele organisaties de dienst uitmaken. Journalist Roberto Saviano maakte deze wereld inzichtelijk in zijn boek Gomorra, waar later een speelfilm en een televisieserie op gebaseerd werden. De serie werd wel de Italiaanse The Wire genoemd, een goede vergelijking, vanwege de complexe personages, de realistische, duistere sfeer en de manier waarop het verhaal in dienst staat van het tonen van machtsstructuren en grote grijze gebieden tussen goed en kwaad.
Het eerste seizoen van Gomorra was de best bekeken Italiaanse tv-serie ooit en werd verkocht aan tientallen landen. Begin 2016 was hij ook bij de VPRO te zien. Het grote succes vroeg natuurlijk om een tweede reeks. We bezochten de presentatie daarvan in het spectaculaire Teatro de’ll Opera in Rome. Het contrast met de troosteloze betonwijk Le Vele, thuisbasis van de bendes waar de serie om draait, kon haast niet groter zijn. Voor het theater staan oranje hekken en de straat is met een lint afgezet. Er staan veel beveiligers in zwarte pakken. Die zijn er niet alleen voor de acteurs, die sinds het megasucces van de serie niet meer over straat kunnen, maar voornamelijk voor Saviano, die het initiatief nam voor de serie en nauw betrokken is bij het maakproces. Dat hij hier aanwezig is, is bijzonder: sinds zijn dappere onthullingen over de maffia zat hij jaren ondergedoken. Tegenwoordig heeft hij permanente politiebewaking en verschijnt hij zelden in het openbaar.