VPRO Gids 37

12 september t/m 18 september
Pagina 34 - ‘‘Mooier is het niet’’
papier
34

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

‘Mooier is het niet’

Katja de Bruin

In haar derde Cliffrock-boek onthult Josephine Rombouts waarom ze Nederland ontvluchtte en uitweek naar de Schotse Hooglanden. Dit keer schrijft ze over haar eigen gekte. ‘Mensen als ik bestaan ook, die hebben ook een verhaal.’

Josephine Rombouts in museum Huis Van Gijn, Dordrecht

Het is 6 maart 2013 als Josephine Rombouts met haar twee zoons op het vliegtuig naar Glasgow stapt. Een etmaal eerder heeft ze de leerplichtambtenaar laten weten dat haar kinderen met ingang van morgen niet langer in Nederland wonen.
Daarmee komt een einde aan een jarenlange strijd met een onderwijssysteem waarin deze twee jongens niet kunnen aarden. Het gezin Rombouts is letterlijk op de vlucht geslagen en stort zich in een avontuur waarover wij een paar jaar later gretig zullen lezen.
Want Josephine Rombouts komt daar in de Schotse Hooglanden terecht op een dertiende-eeuws kasteel, waar ze als huishoudster de vloer schrobt, het zilver poetst en de kroonluchters afstoft. Cliffrock Castle, het boek dat ze over die bijzondere baan schreef, verscheen in 2018 en werd een groot succes. Geen wonder, het decor van dat eeuwenoude kasteel waar een nuchtere Nederlandse probeert te doorgronden wat de omgangsvormen zijn, sprak zeer tot de verbeelding. De droge toon van Rombouts deed de rest. Dit smaakte naar meer. En we kregen meer, want een jaar later volgde Terug naar Cliffrock Castle, een zo mogelijk nog heerlijker vervolg op dat eerste deel.
Groot was de vreugde toen er nota bene een derde deel werd aangekondigd. In De weg naar Cliffrock Castle zouden we eindelijk lezen hoe Josephine, haar man Tjibbe en zoons Raaf en Wolf verzeild raakten op dat barre schiereiland. Met de jaloezie van de vastgeroeste burgerman hadden we al gefantaseerd over dit avontuurlijke gezin dat zijn veilige Hollandse schepen verbrandde in ruil voor een leven tussen de Schotse schapen.

Onderwijsmoeras

Een avontuur was het zeker, maar de aanleiding bleek allerminst jaloersmakend. In dit derde boek wisselt Rombouts fragmenten uit haar nieuwe leven in de Hooglanden af met terugblikken op de jaren die eraan voorafgingen. Jaren waarin haar twee zoons gaandeweg worden vermorzeld door een onderwijssysteem waarin ze niet gedijen.
Op school vertonen ze volgens hun juffen afwijkend gedrag. Ze hebben last van tics, concentratieproblemen, motorische stoornissen en communiceren moeizaam. Er worden dossiers aangelegd, deskundigen ingeschakeld, rapporten geschreven en diagnoses gesteld. Josephine en haar man zinken steeds verder weg in dit onderwijsmoeras en worden als lastig en overbeschermend ervaren. De zaak escaleert dusdanig dat de rechter eraan te pas moet komen.
Het resultaat is een enkeltje Glasgow voor vier personen. Josephine en haar man Tjibbe zeggen hun baan op en verruilen Den Haag voor een alternatief ecodorp ergens in de Hooglanden. Hier denken ze te gaan leven en werken met idealistische zielsverwanten uit alle windstreken en mogen ze hun zoons thuisonderwijs geven.
‘Vanuit het strak georganiseerde Nederland kwamen we in totale anarchie terecht. Hoe laveer je daar als normaal mens doorheen?’
Josephine Rombouts
Het liep anders. Nu, zeven jaar later, is het gezin terug in Nederland en publiceert Rombouts met ijzeren regelmaat boeken over dat vorige leven. Want het blijft niet bij dit derde boek, vertelt ze via Zoom vanuit haar Zeeuwse werkkamer waar ze ’s ochtends tussen vijf en zeven, ‘als de wereld nog niet is begonnen’, de verhalen uitwerkt die ze in Schotland al heeft geschreven.
‘Lang voordat ik werd gepubliceerd, schreef ik al. Schrijven is voor mij een levensbehoefte, zoals sporten dat voor een ander is. Vanaf het begin stond vast dat dit een serie van zes boeken zou worden over dezelfde periode, waarbij ik in elk boek een laag dieper ga. Nadat ik twee boeken over de familie op dat kasteel had geschreven, dacht ik: ik kan blijven schrijven over andere mensen, maar nu ben ik aan de beurt. Vanuit mijn veilige rol van observator had ik hun habitat geanalyseerd en hun gekte beschreven, maar wat was mijn gekte? Het zou voyeurisme worden als ik alleen mijn blik op de anderen was blijven richten in plaats van die spiegel eens om te draaien.’

Slechte moeder

Dus draaide ze de spiegel om. Ze vergelijkt het met Rembrandt, die in de spiegel zijn grijze haar, zijn onderkin en de putjes in zijn neus zag om vervolgens zijn eigen portret te schilderen zonder zichzelf jonger of mooier te maken.
‘Dit is een tijd waarin mensen via sociale media voortdurend de schijn ophouden en alleen laten zien wat ze willen laten zien. Ik heb mezelf heel erg veroordeeld. Dat een intellectueel mens in staat is tot zo veel chaos scheppen, zo veel domme beslissingen nemen. Maar mooier is het niet, dit is het. Misschien is wat ik heb gedaan geen geweldig idee geweest, moet ik me ervoor schamen, maar zo gek ga je je dus gedragen als je je onveilig voelt, als het niet goed gaat met je kinderen. Iedereen kan straks denken: wat een lelijke vrouw, wat een slechte moeder. Dat laat ik aan anderen over. Mijn taak als schrijver is om te observeren. Dat probeer ik zo eerlijk mogelijk te doen, hoe naar en beschamend en pijnlijk het ook is. Ik vind niet dat ik een verdorven mens ben, dit is een soort menselijk falen dat universeel is. Mensen als ik bestaan ook, en die hebben ook een verhaal.’
Dat klinkt dramatisch en dat is het bij vlagen ook. Toch verliest Rombouts nooit haar laconieke toon, haar ironische blik, haar oor voor absurde dialogen. De leefgemeenschap waar ze in terechtkomen blijkt een bron van fantastische verhalen en de schrijver in haar was zich daar voortdurend van bewust.
‘Vanuit het strak georganiseerde ambtelijke Nederland kwamen we in totale anarchie terecht, waar Marian, de oprichter, plotseling dood neerviel in het washok en een Japanse monnik een caravan liet ontploffen. Hoe laveer je daar als normaal mens doorheen? Mijn levensdrift werd erdoor aangewakkerd. Je moet wel. Toen Marian onverwacht overleed, belandden we in een machtsvacuüm dat ontaardde in een soort Lord of the Flies-experiment. Vervolgens kwam ik op dat kasteel terecht, wat een absolute autocratie was. Van ambtenarij naar anarchie naar autocratie. Welke rol speel jij daarin als individu? Hoeveel macht is gezond? Dat zijn interessante thema’s die ik niet expliciet benoem, maar die wel een belangrijke rol spelen in mijn boeken.’

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Sociale paranoia

Dat is het mooie van de Cliffrock-reeks: je kunt de boeken oppervlakkig lezen als een reeks kostelijke anekdotes over earl grey zonder melk, linnengoed ter waarde van een auto en tapijtstaaltjes in 300 tinten wit. Maar je kunt ze ook lezen als een Jane Austen-achtige sociale komedie over het dagelijks leven in een afgelegen Schots dorp waar de feodale verhoudingen nog springlevend zijn, en waar je als buitenstaander onherroepelijk ten prooi valt aan sociale paranoia. De goede verstaander leest tussen de regels wat Rombouts ongezegd laat.
‘Anoniem kunnen schrijven lijkt me een zegen. Dit boek doet al pijn, maar in het volgende ga ik nog een laag dieper.’
Hoewel de vergelijking met Jane Austen maar beperkt opgaat, blijkt zij wel een inspiratiebron.
‘Ik ben een groot liefhebber van de brieven van Jane Austen, waarin je ziet hoe ze worstelt met het dagelijks leven en de lulligheid daarvan. Eigenlijk waren die brieven geschreven in een soort geheimtaal. Ze konden rustig worden voorgelezen aan de ontbijttafel, terwijl haar zus de diepere laag erin zag. Die brieven heb ik eindeloos vaak herlezen, net zoals de dagboeken van Beatrix Potter, die ze in geheimschrift schreef. Ook de brieven van Belle van Zuylen heb ik wel honderd keer achter elkaar gelezen. Zij is heel precies in die zelfobservatie. Rücksichtslos eerlijk. Door al die brieven en dagboeken ben ik gevormd. Ik schrijf op wat ik zie, dat is mijn stijl.’
Hoewel ze haar boeken onder pseudoniem schrijft, was ze het liefst volledig anoniem gebleven. De uitgever wilde tot haar spijt niet meegaan in die wens.
‘Ik ben echt jaloers op Elena Ferrante. Zo anoniem kunnen schrijven lijkt me een zegen. Want dit boek doet al pijn, maar in het volgende boek ga ik nog een laag dieper. Als ik van tevoren had geweten dat het zou worden uitgegeven had ik het misschien niet geschreven. Ik heb mezelf wel afgevraagd: ga ik nou ophouden? Maar de behoefte is zo sterk, het voelt belangrijk om de waarheid te vertellen.’

Josephine Rombouts
Cliffrock Castle, Terug naar Cliffrock Castle en De weg naar Cliffrock Castle
Querido